Wind en zon in Amsterdam
De energietransitie
Het stadsbestuur van Amsterdam kiest met de regionale energiestrategie er voor om windturbines en zonnepanelen te plaatsen in “zoekgebieden”, waaronder natuurgebieden, de groene scheggen, het IJmeer, Waterland en naast woonwijken. Hoe zeer het CDA ook hecht aan de ambitie om onze energievoorziening te vergroenen, gaat dit plan te ver. Er kan volop groene stroom worden opgewekt in industriegebieden, langs snelwegen, op daken en op braakliggende grond. We moeten kwetsbare gebieden beschermen en de leefbaarheid van onze stad koesteren.
Onduidelijk
Daar komt bij dat het voorstel nog erg vaag is over de plekken waar de windturbines dan gaan komen. Er is geen onderzoek over het effect op ecologie en natuur. En er wordt vrijwel niets gezegd over hoeveel het gaat kosten. Dit soort cruciale informatie moet eerst duidelijk zijn voordat de raad ergens mee kan instemmen.
Te weinig stroom
Wat wel echt duidelijk wordt uit het plan is dat zon en wind in Amsterdam erg weinig opleveren. Zelfs met 17 extra windturbines en een optimistische 700% groei aan zonnepanelen wekt de stad bij lange na niet de eigen energiebehoefte op. Voor de fijnproevers: het doel van 0,7 terawattuur per jaar komt neer op hooguit 5% van wat de stad nodig gaat hebben.
Hoe dan wel?
Het is duidelijk dat wind en zon niet genoeg zijn om te stoppen met fossiele brandstoffen. Om echt stappen te maken moet dus breder gekeken worden. Dat gebeurt deels, want er is ook aandacht voor energiebesparing, warmtenetten en allerlei innovaties. Maar waar nog niet naar gekeken wordt is kernenergie. Wat ons betreft zou hier veel meer aandacht voor moeten komen. Met één kerncentrale kan meer dan zeventien keer zoveel CO2-vrije stroom opgewekt worden als met alle geplande windmolens en zonneweides bij elkaar.
Kernenergie
Onze mening is dat de nadelen en risico's van kernenergie vaak erg overdreven worden. In een ander blog ga ik uitgebreid hier op in. Wanneer we echt willen dat de energietransitie gaat slagen, dan kun je niet om kernenergie heen.
Niek Wijmenga