CDA Castricum subsidie
Het CDA is ook een realistische partij die van mening is dat de historie van subsidies grondig doorgelicht moest worden en naar de tegenwoordige tijd moest worden gebracht. Het in stand houden van verenigingen die afhankelijk zijn van zeer kleine subsidies van de gemeente, is niet iets waar het CDA voor staat. De keuze of iets een hobby is of maatschappelijk van waarde is de keuze die het college moet gaan maken.
Het CDA is van mening dat je wel ruimte voor innovatieve ideeën en mogelijkheden moet bieden, naast je wettelijke taken.
In het stuk wordt gesproken over een vitaal verenigingsleven en de mening van het college dat ze dus met minder subsidie door kunnen. Dit is in het ogen van de CDA een foute redenering.
Zelfredzaamheid en creativiteit hebben veel verenigingen al optimaal ingezet. In het geval van het onderhoud van de voetbalvelden, heeft dit (om niet heel heldere redenen) NIET geleid tot een oplossing.
Veel verenigingen die we hebben gesproken geven aan dat ze aan hun max zitten wat ze hun leden nog kunnen vragen (o.a. de volleybalvereniging die in een paar jaar tijd van 60 naar 175 euro lidmaatschap ging). Ook wat betreft externe factoren die een extra druk op een vereniging zetten, baart ons zorgen. Korten vanuit de gemeente, extra kosten vanuit externe partijen, tot hoe ver kunnen we gaan.
Het CDA ziet het als een verplichte taak voor de gemeente om de verenigingen niet altijd in geld, maar zeker wel altijd in de ondersteuning bij onderhandelen met externe partijen (in het geval van de ijsbaan met PWN). Mede gezien de slechte resultaten die bereikt zijn in het verleden met de atletiekvereniging en Parnassia, wil het CDA dat het college hier prioriteit aangeeft.
Tot slot lijkt het het CDA niet verstandig om het beleid voor 4 jaar vast te leggen met partijen. Nieuwe partijen krijgen zo geen kans om maatschappelijk relevante activiteiten te ontplooien. De gewenste creativiteit wordt zo gelijk de grond in geboord.
Alles bij elkaar zal het als het aan het CDA ligt een college worden wat een sociaal en rechtvaardig subsidie beleid opstelt, waarmee onze verwachtingen en doelstellingen uit allerlei nota’s behaald kunnen worden (en soms niet meetbaar zullen zijn).