02 november 2018

Algemene Beschouwing 2019 - CDA Diemen

Algemene Beschouwing 2019 - CDA Diemen

 

Geachte voorzitter,

Allereerst willen wij onze waardering uiten richting het college en de ambtenaren voor het lijvige document dat in leesbare en gestructureerde vorm is aangeboden. Onze insteek is om open en kritisch een en ander te beschouwen.

In onze beschouwing zullen punten aangeroerd worden die opvallende trends behelzen van wat het 'nieuwe beleid' heet te zijn. Het zal daarbij niet zozeer gaan om de grootte van de bedragen die ermee gemoeid zijn, maar meer om de symbolische waarde die eruit spreekt, niet de kwantiteit maar de kwaliteit. We zullen op sommige punten tot voorzichtigheid manen, enige mondelinge vragen stellen, en daarbij om opheldering vragen.

De programmabegroting betreft een document met veel getallen die dienen te kwantificeren wat het college denkt te gaan doen. Laat het CDA er nog eens wat getallen aan toevoegen. Het document bevat 121 maal  het woord duurzaam of duurzaamheid, 76 maal woorden die beginnen met klimaat en 27 maal het woord diversiteit (waarvan 9 slaan op biodiversiteit). Het woord integratie komt slechts voor als het gaat om een uitstroom richting het arbeidzame leven. Door meten tot weten? In ieder geval biedt het een aanwijzing.

 

Over duurzaamheid.

In het vierde hoofdpunt (bladzijde 104) van het Gemeentelijk Duurzaamheids-programma wordt gesteld dat de gemeente niet in alle gevallen leidend is als het gaat om het afzien van aardgas. Gelukkig maar, zegt het CDA  Diemen. De uitspraak is er een die wij niet betreuren maar verwelkomen. De inzichten over de energietransitie ontwikkelen zich snel, en gaan het gemeentelijk niveau ver te boven. We hoeven in Diemen niet achter te lopen, maar vooroplopen is riskant. De wet van de remmende voorsprong is hier onzes inziens van toepassing.  Het CDA heeft al op 24 mei in de raad erop gewezen dat de technisch-wetenschappelijke discussie over de vervanging van aardgas nog helemaal niet is afgerond. En zonder een oorzakelijk verband te willen leggen, op 1 juni 2018 werd een zogenaamd Waterstofmanifest te Den Haag overhandigd aan minister Wiebes. Het behelst een stellingname om groene waterstof een essentiële rol te laten spelen in de energietransitie. De coalitie bestaat uit een indrukwekkende lijst van natuurorganisaties tot en met universiteiten en netbeheerders. Er kwam aandacht van de media. En nu ligt er een voorstel voor een hoofdlijn van het Klimaatakkoord waarin staat: 'We delen de ambitie om met een programmatische aanpak de ontwikkeling en uitrol van groene waterstof te versnellen' plus het voornemen dat de Gasunie in samenwerking met de industrie en netbeheerders het potentieel en de vraag naar waterstofinfrastructuur in kaart gaat brengen.  In aanvulling hierop meldt Netbeheer Nederland dat het huidige gasnet relatief eenvoudig geschikt gemaakt kan worden voor de distributie van waterstof. Dit blijkt uit een onderzoek van Kiwa in opdracht van Netbeheer Nederland. De stad Leeds heeft het zelfs al in de praktijk gebracht. Het mogelijk behoud van infrastructuren zou in dit opzicht belangrijke kostenbesparende gevolgen hebben op vele niveaus. Ook voor de consument zou het kunnen betekenen dat de transitie niet te begrotelijk hoeft te worden, omdat apparatuur slechts dient te worden omgeschakeld in plaats van vervangen. Waarom halen wij dit aan? Omdat wij kennelijk uiterst behoedzaam dienen te zijn met het vaststellen van een gemeentelijk programmatisch duurzaamheidsbeleid, waar het gevaar bestaat door belangrijke ontwikkelingen ingehaald te worden. Op bladzijde 105 wordt gesproken over een programma met uitvoeringsgerichte projecten, mogelijk al beschikbaar in februari 2019! Wij raden aan dit programma niet in marmer uit te houwen.

 

Over diversiteit.

Aan het begin van mijn betoog spraken de getallen al. Integratie is uit en diversiteit is in. Maar wat behelst diversiteit? Op bladzijde 7 lezen we etniciteit, inkomen, leeftijd, religie, sekse of seksuele geaardheid. Maar gaat de diversiteit ook niet verder binnen ieder van deze groepen? Zijn er niet vele kenmerken: zoals intelligentie, scholing, uiterlijk, aanleg, temperament, leergierigheid, burgerlijke staat en DNA? Is er niet zoveel diversiteit dat we uiteindelijk weer bij het individu terecht komen?

Op pagina 126 lezen we een geplande formatie-uitbreiding van een Beleidsmedewerker Diversiteit (1,0 fte) met de toelichting 'Binnen het Coalitieakkoord is aangegeven dat meer nadrukkelijk en integraal aandacht zal worden besteed aan diversiteit. Een plan van aanpak gekoppeld aan de hiervoor benodigde inzet zal nader worden uitgewerkt.' Kennelijk is het nu nog niet duidelijk wat deze persoon precies zou dienen te doen. Wel, wij vragen ons dat ook af.  Alleen evenementen en initiatieven ondersteunen lijkt 1.0 fte niet te rechtvaardigen. En welke vormen van diversiteit worden er uitverkoren voor ondersteuning en welke niet? Wij vragen ons af of individuen hun identiteit en hun rechten moeten gaan ontlenen aan een groepsidentiteit. Staat de ene groep dan (verongelijkt) tegenover de andere en gaan we op weg naar een parallelle samenleving? Komt er straks niet meer een mens uit Diemen aan het loket, maar een moslim, lesbienne, een christen of de verguisde boze witte man? Geldt voortaan niet meer 'zonder aanziens des persoons' maar 'mèt aanziens des persoons'? Dient diversiteit zich niet af te spelen binnen de bandbreedte van onze samenhangende verworvenheden zoals onze grondwet, de vrijheid van meningsuiting, scheiding van kerk en staat, gelijkheid van man en vrouw, om er maar enkele te noemen?

Nogmaals, wat zou die diversiteitsambtenaar of -officier gaan doen? Worden er straks quota voorstellen gedaan over het aannemen van personeel op grond van diversiteit in plaats van competentie?  Worden er trainingen gegeven aan ambtenaren, maar met welke inhoud? Wij willen niet geloven dat iets dergelijks de bedoeling is, tenzij dat alsnog zou blijken. Maar we blijven dan met de vraag zitten: wat is het dan wel? Wij kunnen het aanstellen van een dergelijke ambtenaar niet ondersteunen zonder eerst te weten wat hij of zij verondersteld wordt om te doen.

Ten slotte hebben we nog wat vragen over Veiligheid en in dat kader tevens over Scheerlicht. Op pagina 35 valt te lezen: 'We zetten de inzet van beveiliging op Bergwijkpark en de Campus Diemen Zuid voort op het reguliere niveau'. Het woord 'regulier' betekent wat algemeen gebruikt wordt, gaat het huidige niveau van beveiliging dus teruggebracht worden naar dat van andere wijken? Of is hier sprake van een semantische spraakverwarring? Verder, verdient het geen aanbeveling om eens te peilen hoe het gesteld is met de aangiftebereidheid, de subjectieve ervaring van veiligheid en het vertrouwen in de rechtshandhaving bij de burger? Is dit ook niet een vorm van burgerparticipatie? Hierbij wijzen we op punt 11 uit Acties en toezeggingen aan de gemeenteraad' (18 oktober): 'Bezien zal worden of de cijfers m.b.t. subjectieve veiligheid betrokken worden bij het nieuw op te stellen Meerjarenbeleidsplan integrale veiligheid.' Wat Scheerlicht betreft, het CDA is hier steeds erg mee ingenomen geweest. Ook omdat deze vorm van handhaving ongetwijfeld mede een sterke preventieve uitwerking had en heeft op verdergaande vormen van criminaliteit.  Nu lezen we op pagina 9 onder punt 2 over Scheerlicht dat in 2023 geen budget meer geraamd zal worden en op pagina 36 dat repressieve aanpak wordt omgezet in preventieve aanpak. Graag krijgen we wat toelichting op de geplande toekomst van Scheerlicht. Overigens zijn wij van mening dat het succes van Scheerlicht aantoont dat in het algemeen handhaving en preventie elkaar niet uit hoeven te sluiten.

Over preventie gesproken, het CDA is hoopvol en positief over de inzet op het preventieve jeugdbeleid inclusief straatcoaches en vinden het een goede zaak dat hier, blijkens het schema op bladzijde 13, een substantieel bedrag wordt ingezet. Te zijner tijd zouden wij graag een verslag krijgen, mondeling of schriftelijk, van bevindingen van de coaches.

Ook de kunst kan bijdragen aan preventie. Op bladzijde 33 lezen wij over het streven naar een openbare ruimte die veilig, heel en schoon is. Daar dienen wij een motie over in. Deze motie luidt als volgt:

Motie Gemeente Aanblik

De raad der gemeente Diemen in vergadering bijeen op donderdag 8 november 2018 ter behandeling van begroting 2019-2022

constaterende dat: 

  • Er meerdere viaducten en gebouwen met ontsierende graffiti zijn beklad.
  • Dit afbreuk doet aan het sociaal veilig gevoel voor inwoners en passanten.
  • Dit afbreuk doet aan een fraai dorpsbeeld.
  • Het potentiële bekladders ontmoedigt om tot bekladden over te gaan wanneer er al een mooie graffiti afbeelding op de betreffende gebouwen staat afgebeeld.

 overwegende dat:

De gemeente Diemen zich positief profileert door een fraaie en kunstzinnige aanblik van de openbare ruimte en dat het gevoel van veiligheid wordt bevorderd

verzoekt het College om: 

In 2019 te komen met een raadsvoorstel voor het laten verfraaien van diverse plekken binnen de gemeente door middel van graffiti uitgevoerd door een professionele graffitikunstenaar.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.