Bijdrage Aart Jan de Geus ter gelegenheid van 50 jaar CDA Hilversum
Bestaanszekerheid – in een verantwoordelijke samenleving
We leven in een prachtig land waar we voor onszelf en voor elkaar zorgen. We zijn individueel en collectief verantwoordelijk voor welvaart en welzijn van onszelf en de ander. Waar de mogelijkheden van het individu tekortschieten is daar het gezin, de familie. Waar het gezin tekortschiet is daar de samenleving, het maatschappelijk initiatief. En waar de samenleving tekortschiet is daar de overheid. Een burgemeester en wethouders met hun ambtenaren. Een commissaris en gedeputeerden met hun ambtenaren. Een koning en een regering met hun ambtenaren. WIE IS HIER AMBTENAAR? en talloze instituties, van UWV tot waterschap en van politie tot kliniek.
Bestaanszekerheid, hoe definieer je dat? Natuurlijk: voedsel en kleding, een dak boven je hoofd. Vervolgens - als je dat nodig hebt - gezondheidszorg, algemeen vormend onderwijs, deelname aan cultuur. Tenslotte, of misschien ten eerste, ook vrede, vrijheid en veiligheid. Want als die op het spel staan is het bestaan hoogst onzeker.
Wat vindt het CDA van bestaanszekerheid? Is het christendemocratisch perspectief onderscheidend van het liberale, socialistische en populistische perspectief? HAJE De liberale visie op bestaanszekerheid is, in een schablone, die van beperking van armoede, incidenten en overlast. Verder niet te veel inmenging van de overheid. In een vrije markt kan iedereen zijn brood verdienen. De socialistische visie ziet een omvattende taak voor de overheid: huisvesting, onderwijs, zorg, werk, levensonderhoud - de overheid garandeert bestaanszekerheid in vele facetten. Het populistische perspectief is minder consistent: de overheid bemoeit zich niet met de burger, maar moet wel klaar staan als de burger iets te klagen heeft. In alle drie deze visies ontbreekt verantwoordelijkheid, zowel individueel als collectief, voor jezelf, voor de naaste en voor het algemeen belang. Verantwoordelijkheid - antwoord geven - is juist de kern van de christendemocratische visie op bestaanszekerheid. ANTWOORD ALS BIJBELS BEGRIP Ik heb de andere visies bewust scherp neergezet, om daarmee ook het onderscheidende geluid van CDA goed uit de verf te laten komen. Onze visie vertaalt zich in een "verantwoordelijke samenleving”, waarin elkaar zien - omzien naar elkaar - en maatschappelijk initiatief de kernmotieven zijn.
Met deze lens zoom ik in op verschillende aspecten van bestaanszekerheid, en wat daarbij de rol is van individu, collectief, markt en staat.
Ik begin bij vrede, vrijheid, veiligheid. Bestaanszekerheid houdt in dat oorlog wordt vermeden en agressors en natuurgeweld worden bestreden. Agressors - is Rusland nu dichterbij dan in de koude oorlog? Ool stormen, branden, hitte, droogte en overstromingen kunnen bestaanszekerheid acuut wegvagen. Bescherming tegen agressors en natuurgeweld kunnen we niet aan maatschappelijk initiatief overlaten. In onze rechtsstaat heeft de overheid namelijk het monopolie op wapens. Leger en politie beschermen de “zekerheid” van het bestaan tegen agressie. Toch kan ook maatschappelijk initiatief hier betekenis hebben. Dat is typisch een CDA-invalshoek. Denk aan buurtveiligheid, aan sportverenigingen waar jonge mensen leren agressie in banen te leiden. BROER JUDO Ook het individu kan bijdragen. Als je een oude man helpt met oversteken. Als je een jong meisje uit het water redt. Als je zuinig bent op de natuur. En door vertegenwoordigers te kiezen die de overheid richting geven en controleren, instaan voor vrijheid van godsdienst, meningsuiting en andere fundamentele vrijheden. Hier is maatschappelijk initiatief vitaal: politieke partijen vormen de schakel tussen individu en overheid. En om een typisch CDA-element toe te voegen: jonge mensen vervullen militaire en maatschappelijke dienstplicht, bijvoorbeeld bij het leger, of bij natuurbeheer of dijkverzwaring. Ik kom daar straks op terug.
Zorg, onderwijs en cultuur raken ook bestaanszekerheid. Als je ziek bent of verzorgd moet worden. Om te leren en te ontwikkelen zodat je je brood kan verdienen en kan blijven verdienen. Om je thuis te voelen met anderen. Om mee te doen. Als je deze dingen mist komt bestaanszekerheid niet tot stand of kan sluipenderwijs verdampen. Zorg, onderwijs en cultuur zijn bij uitstek het terrein van de verantwoordelijke samenleving. Talloze maatschappelijke initiatieven hebben in ons land zorginstellingen en scholen tot stand gebracht. Verenigingen en stichtingen laten cultuur bloeien. Merendeels wortelen deze initiatieven in christendemocratische bodem. WEL OPPASSEN ACWN. DUS NIET MIDDENVELD MAAR MAATSCHAPPELIJK INITIATIEF. De rol van de overheid is aanvullend - en niet primair zoals in de socialistische visie. De overheid draagt in onze visie financieel bij aan maatschappelijke initiatieven voor zorg, onderwijs en cultuur. Stelt regels voor kwaliteit en toegankelijkheid, maar het initiatief komt van onderop, vanuit de coöperatieve samenleving. Gezinnen en individuele mensen, groepen, zetten zich in voor zorg, onderwijs en cultuur. Denk aan miljoenen mantelzorgers, begeleiders, vrijwilligers. En om de cirkel rond te maken: jonge mensen kunnen maatschappelijke dienstplicht vervullen in zorg, onderwijs en cultuur. ACTUEEL KABINET MDT/BTW SPORT+CULTUUR
Ik kom bij voedsel, kleding, een dak boven je hoofd - elementaire levensbehoeften. In onze economie verkrijgen wij deze zaken primair in een vrije markt. We kopen ze, betalen ze met geld dat we verdienen met werken. Het lijkt dus dat de individuele mens hier voorop staat. Dat is het liberale mensbeeld: de homo economicus. Maar de christendemocratie gaat uit van de relationele mens, GOUDZWAARD, de mens in antwoord tot de natuur en tot de naaste. Zo komen mensen tot maatschappelijke initiatieven, in ondernemingen, handel, dienstverlening, woning- en energiecoöperaties. landbouw, natuurbeheer en -behoud. Met deze initiatieven worden waarden geconserveerd, wordt waarde gecreëerd, wordt winst gemaakt, niet om rijk te worden, maar om in elementaire behoeften te voorzien en continuïteit zeker te stellen. FRITS. Lang leve de coöperatieve samenleving naar Rijnlands model! De overheid heeft een morele en ordenende rol als “marktmeester”, leidt concurrentie in goede banen (fair play) en stelt eisen aan kwaliteit.
Zoals gezegd voorzien mensen in principe in elementaire behoeften via werk en inkomen, maar de markt werkt niet voor iedereen. Daarom is er sociale zekerheid. Om solidariteit met kinderen en de gezinnen waarin zij opgroeien vorm te geven hebben wij een kinderbijslag, geïnitieerd door KVP-minister Romme. Een ongetoetst basisinkomen voor kinderen. Eenvoudig uitvoerbaar en (behoudens kinderen in het buitenland) nauwelijks fraudegevoelig. Ten onrechte is de kinderbijslag overwoekerd door allerlei toeslagregelingen. Het CDA pleit voor vereenvoudiging en verhoging van de kinderbijslag. Meer kinderbijslag schept daadwerkelijk meer bestaanszekerheid.
Een andere groep in de samenleving die als regel niet kan werken, vormen de ouderen. Voor hen kennen wij in Nederland een ongetoetst basisinkomen - de AOW. Simpel en nauwelijks fraudegevoelig. Een groot goed - veel landen kijken naar ons met waardering en respect. De AOW biedt daadwerkelijk bestaanszekerheid en dat moet zo blijven.
Voor iedereen tussen 18-67 jaar, zijn werk en inkomen allereerst eigen verantwoordelijkheid. Die kan in vrijheid ingevuld worden, naar eigen inzicht, met het werk dat past, de uren die passen, werk dat beschikbaar is, werk dat loont. Uit solidariteit met hen die door een beperking niet kunnen werken of tijdelijk werkloos zijn, zijn er sociale verzekeringen. Voor mensen die willen en kunnen werken maar langer dan een jaar aan de kant staan heeft de overheid in de CDA-visie de taak om een basisbaan te faciliteren. Dat is een gewone baan bij een gewone werkgever. Met loonkostensubsidie op maat. Daarnaast vervult de bijstand een noodzakelijke functie als vangnet, niet als basisinkomen maar garantie-inkomen. CNV.
Is daarmee de cirkel rond? Nee, want mensen hebben pech, maken fouten, gaan onverantwoorde schulden aan, relaties breken, mensen worden soms ineens geconfronteerd met hoge kosten. Of hebben te maken met ziekte en gebreken die permanente uitgaven vergen die hun krachten te boven gaan. Of kunnen niet verhuizen naar betaalbare woningen. Of hebben een kind dat op school extra geholpen moet worden. En zo kan ik doorgaan. Hun bestaanszekerheid staat op losse schroeven of is helemaal weg. Het is ondoenlijk om hiervoor algemene regelingen te maken. En al is er veel inzet vanuit maatschappelijke initiatieven, de overheid is ook verantwoordelijk. Dicht bij mensen. En uitgevoerd met een menselijk gezicht. Letterlijk een lokale ambtenaar die mensen in de ogen kijkt zodat zij gezien worden en maatwerk moet en mag bieden. En die mensen ook mag wijzen op eigen verantwoordelijkheid. Hiervoor vindt het CDA dat gemeenten meer geld en meer regelruimte krijgen. En niet iedere gemeente hoeft dit hetzelfde te doen. En niet voor iedereen gelijk. We moeten af van het dogma dat iedereen gelijk behandeld moet worden. Ongelijke gevallen vereisen ongelijke behandeling. Zo is op lokaal niveau de ruimte voor maatwerk door de overheid een menswaardig sluitstuk van bestaanszekerheid.
Mijn conclusies: De christendemocratie biedt een onderscheidend perspectief - met het uitgangspunt van verantwoordelijkheid en met volwaardige erkenning van maatschappelijk initiatief. 100% bestaanszekerheid is een illusie. Maar met eigen verantwoordelijkheid, een coöperatieve samenleving en een dienstbare overheid kunnen we een heel eind komen. Dan moeten we wel aan een paar knoppen draaien. Maatschappelijke dienstplicht. Kinderbijslag omhoog. Geld en ruimte voor gemeenten om maatwerk te bieden. Dan is het bestaan een stuk zekerder.
Uitgesproken op vrijdag 27 september 2024 ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van CDA Hilversum door oud-minister en CDA prominent Aart Jan de Geus
|
|