Hilversum, binding in een bestuurlijk mijnenveld
In amper twee jaar tijd is Hilversum bijna de helft van de aangetreden wethouders onderweg kwijtgeraakt. Een ongekend hoog aantal. Hilversum is hiermee een bestuurlijke probleemgemeente. Die conclusie trok ook voormalig burgemeester van Bussum Milo Schoenmaker in 2011 in zijn boek Bestuurlijk gedonder [1]. Schoenmaker deed onderzoek naar de redenen waarom wethouders ten val komen en bestempelde gemeenten die geregeld geconfronteerd worden met bestuurlijke conflicten en bestuurscrises als bestuurlijke probleemgemeenten. Hilversum scoorde in zijn onderzoek over de periode 1998 – 2010 een plek in de top 9 van Nederland.
Recent publiceerde Henk Bouwmans het boek Valkuilen voor wethouders, waarin hij het aftreden van wethouders in de periode 2002-2018 onderzocht heeft [2]. Bouwmans trekt eenzelfde conclusie: op basis van het aantal vertrouwensbreuken met wethouders staat Hilversum op een (gedeelde) 10e plek van bestuurlijke probleemgemeenten.
In het onderzoek van Bouwmans is de huidige bestuursperiode niet meegenomen. Het Hilversumse college begon in 2018 met 7 wethouders en daarvan zijn er inmiddels 3 afgetreden. Het bevestigt het beeld van een bestuurlijke probleemgemeente. En dat is zorgelijk. Niet alleen omdat bestuurlijke probleemgemeenten het moeilijker hebben om zaken voor elkaar te krijgen, ook omdat het vertrouwen van inwoners in hun bestuur in deze gemeenten doorgaans niet groot is en de gemeente meer dan gemiddeld veel geld kwijt is aan wachtgeldregelingen en andere voorzieningen rondom het afscheid van een oude wethouder en de komst van een nieuwe.
Welke lessen kan Hilversum hieruit trekken? Bouwmans doet een aantal aanbevelingen. Een van de belangrijkste aanbevelingen is dat politieke partijen en de gemeenteraad in een bestuurlijke probleemgemeente in een vroegtijdig stadium moeten bezien welk type wethouder geschikt is om in een probleemgemeente te worden aangesteld. In Hilversum moet je constateren dat het debat hierover niet wordt gevoerd. Sterker nog, recente vragen hierover van de PvdA werden weggezet als onkies in tijden van de coronacrisis. De keuze voor een wethouder wordt gemaakt door de partijen zelf en debat over het profiel wordt niet gevoerd. Op basis van de recente ervaringen verdient het aanbeveling dat de raad hier meer regie gaat pakken. Welk profiel wil de raad? Op basis waarvan zoekt een partij haar kandidaat? Als vergelijking de keuze van de leden van de Europese Commissie. De lidstaten (partijen) dragen voor, maar het Europees Parlement (gemeenteraad) toetst de kandidaten in debat en heeft daarna een stem in het aanvaarden van de kandidaat. Dit leidt tot een betere commissie (college).
Daarnaast is het van belang dat wethouders binding hebben met Hilversum. Komende week wordt in Hilversum een nieuwe wethouder benoemd. Opmerkelijk genoeg wordt dit een wethouder van buiten. In dit geval een ervaren wethouder die zijn bestuurlijke sporen ruimschoots verdiend heeft. Maar ook een bestuurder die niet in Hilversum woont en nog geen binding met onze gemeente heeft. Kennelijk lukt het niet om uit onze ruim 90.000 inwoners een geschikte wethouder voor te dragen. Dat binding met Hilversum geen garantie op succes is bewijst de recente geschiedenis. Maar dat in een wethouder van buiten een extra gevaar schuilt mag duidelijk zijn. Ook het CDA heeft dat in het verleden ervaren. Juist in probleemgemeenten is het noodzakelijk dat een bestuurder de mores van een gemeente snapt en begrijpt wat in het Hilversumse bestuur nodig is. Niet om in de karresporen van de vertrokken voorgangers verder te gaan, maar wel om goed aan te voelen welke veranderingen nodig en haalbaar zijn. Een wethouder van buiten staat in dat proces achter op kandidaten uit de gemeente zelf omdat de noodzakelijke binding met Hilversum mist. En daarmee is de kans op vroegtijdig vertrekken ook groter.
Gelijktijdig aan deze benoeming is GroenLinks in de afrondende fase beland van hun zoektocht naar de opvolger van Jan Kastje. Het is onwenselijk als ook deze kandidaat van buiten komt, omdat de binding van het college met Hilversum, de inwoners, ondernemers en verenigingen dan wel heel mager wordt. Een mooie kans om hier een Hilversummer voor te dragen die kan bouwen aan een stabiele bestuurlijke gemeente.
Evert Jan Kruijswijk Jansen
Raadslid CDA Hilversum
Lees ook het interview met Evert Jan in de Gooi en Eembode
[1] Milo Schoenmaker, Bestuurlijk gedonder. Onderzoek naar bestuurlijke probleemgemeenten in Nederland (1998-2010).
[2] Henk Bouwmans, Valkuilen voor wethouders. Lessen uit valpartijen van wethouders in de periode 2002-2018.