31 mei 2020

Raadsenquête Sociaal Plein

CDA vraagt inzet Raadsenquête om dienstverlening Sociaal Plein te verbeteren.

In 2017 heeft de Gemeenteraad van Hilversum ingestemd met het investeringsplan Winst. Met dit investeringsplan heeft de gemeenteraad een kleine 8 miljoen Euro beschikbaar gesteld om de zorgdienstverlening aan onze inwoners te verbeteren. Daarbij heeft de Gemeenteraad de ambitie uitgesproken om te gaan horen bij de top 5 van beste Sociale Diensten in Nederland.

Toen in 2018 de nieuwe coalitie in haar coalitieprogramma aangaf dat de wachttijden zouden worden teruggebracht naar twee weken heeft de Raad zich hier achter geschaard. Een mooie belofte en passend bij de ambitie om te gaan horen bij de beste Sociale Diensten van Nederland.

Bij dergelijke forse investeringen en uitgesproken ambities, is de verwachting dat wachttijden sterk afnemen en dat er grip ontstaat op de ingewikkelde bedrijfsprocessen. In werkelijkheid vond het tegenovergestelde plaats. Niet alleen de wachtlijsten namen toe, maar ook de kosten zijn de afgelopen jaren sterk gestegen.

In het najaar van 2018 verscheen een kritisch rapport van de Rekenkamer over de verstrekkingen van de WMO voorzieningen. Eén van de conclusies was dat de wachttijden in het aanvraagproces te lang waren en dat de wettelijke termijnen in een ruime meerderheid van de gevallen werden overschreden. De Gemeenteraad en het College hebben zich de conclusies aangetrokken en alle aanbevelingen zijn overgenomen. Het college verklaarde daarbij op termijn toe te willen werken naar afhandeling van vragen binnen de wettelijke termijnen.

Naast de organisatorische uitdagingen, zijn de afgelopen jaren rondom dit dossier politiek zeer turbulent geweest. Wethouder Klamer, verantwoordelijk voor participatie en welzijn, trad in 2017 af. Diverse debatten over de aansturing van het sociaal plein en een gebrek aan resultaten gingen daaraan  vooraf. De zorg om het sociaal plein werd en wordt raadsbreed gedeeld.  Klamer werd niet vervangen, maar tijdelijk  tot aan de afronding van de formatie 2018 waargenomen door zittende collegeleden die delen van zijn portefeuille erbij namen. In het najaar van 2018 kwam er ambtelijk beweging door de aanstelling van een extra interim-directeur voor het Sociaal Domein. Deze directeur, waarmee het directieteam werd uitgebreid naar drie personen, was nodig om orde op zaken te herstellen. Niet lang daarna stapte de opvolger van Klamer in de nieuwe coalitie, wethouder Pelsink, op omdat ze tot de conclusie was gekomen niet de juiste persoon te zijn voor het wethouderschap. Ze was een half jaar verantwoordelijk voor Zorg en Welzijn, maar kon tot frustratie van vrijwel alle raadsfracties inhoudelijk in die korte periode geen beweging brengen. Haar taken zijn sindsdien grotendeels overgenomen door wethouder Walters die deze taken naast de portefeuille financiën uitvoert.

 In 2019 heeft de Raad meerdere keren aangegeven niet tevreden te zijn over de uitvoering van het beleid door het Sociaal Plein. De zorgen binnen de raad, van links tot rechts, van coalitie tot oppositie, zijn telkens nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van de verschillende portefeuillehouders, maar ook bij het college als geheel. Zeker nadat er op meerdere momenten extra middelen beschikbaar werden gesteld om de wachtlijsten weg te werken was de teleurstelling groot over het magere resultaat. In de tussentijd ontstond er tussen de raad en het college een andere, afgeleide discussie, namelijk over de informatievoorziening. Er is vanuit de raad talloze keren aangegeven dat een sturingsinstrument zoals een Monitor Sociaal Domein zeer gewenst was  omdat de Raad niet in staat was om één van haar belangrijkste taken, het kunnen controleren van het bestuur, uit te kunnen voeren.

Toen eind 2019 na veel druk en trekwerk en later dan afgesproken een summiere evaluatie van het investeringsproject Winst aan de Raad werd aangeboden, waren veel fracties niet tevreden. Een kritische evaluatie ontbrak en de leerpunten waren zeer summier. Tijdens een ingelaste informatiebijeenkomst bleek de wethouder duidelijke opvattingen te hebben over welke informatie wel en vooral niet met de raad hoefde te worden gedeeld. De raadsleden bleven in verwarring achter. Er is altijd ruimte om met elkaar te spreken over de mate waarin raadsleden sturend zouden moeten optreden en op welk detailniveau maar niet op dit hoofdpijndossier waarin zowel vele politieke debatten als de financiële injecties niet hebben geleid tot resultaten, hetgeen nog steeds negatieve gevolgen heeft voor onze kwetsbare inwoners die een beroep moeten doen op het Sociaal Plein. Onze fractie heeft vervolgens gewacht op de eerste rapportage Sociaal Domein. Deze rapportage is in april 2020 aan de raad aangeboden. Na 2 jaar kwam er eindelijk meer inzicht, al was het nog zeer summier.

De resultaten die zijn gepresenteerd in de Monitor Sociaal Domein bleken zeer teleurstellend te zijn. Want ondanks alle toezeggingen, ondanks de forse extra investeringen, ondanks de ambitie en ondanks de extra aangetrokken mensen zijn de achterstanden nog lang niet weggewerkt. 40% van de aanvragen blijven langer dan 8 weken liggen[1] en dit is dus nu al jaren aan de gang.

Na al die investeringen zijn er nog geen grote resultaten en is de aanbeveling van de Rekenkamer nog niet opgevolgd. Ook is er nog geen uitvoering gegeven aan de door de Gemeenteraad vastgestelde ambities.

Raadsenquête

Tijdens de behandeling van de jaarrekening zal het CDA een motie indienen waarin de fractie pleit voor een Raadsenquête. (zie bijlage 2) Een Raadsenquête is het zwaarste instrument dat een gemeenteraad kan inzetten bij het uitoefenen van haar controlerende taak. De fractie vraagt de raad dit middel  in te zetten omdat alle eerdere pogingen om inzicht te krijgen en effectief te sturen op resultaten in het belang van onze inwoners niet effectief zijn geweest.. Zeker nu er sprake is van beoogde bezuinigingen in het Sociaal Domein is het belangrijk om te weten waarom de sturing en financiële injecties niet hebben geleid tot het beoogde resultaat en welke stappen gezet dienen te worden om onze inwoners de dienstverlening aan te kunnen bieden die ze van onze middelgrote gemeente mogen verwachten.

 

Gerben van Voorden

 

  

 

Bijlage 1 Globaal tijdsverloop interne ontwikkelingen Sociaal Plein

 

jun-17

De raad stemt in met het project WINST. WINST gaat over een kwalitatieve en duurzame verbetering van de dienstverlening aan inwoners door het Sociaal Plein

jun-17

Aftreden wethouder Participatie & Welzijn Arjo Klamer. Klamer wordt tot de verkiezingen waargenomen door Wethouder Eric vd Want

jun-18

Aantreden nieuw college

sep-18

Presentatie kritisch rapport Rekenkamer over Verstrekking WMO voorzieningen

okt-18

Komst extra directeur Sociaal Domein (in eerste instantie op interim basis voor 6 mnd)

okt-18

Extra investering van € 600.000,-- voor overschrijding formatiebudget

nov-18

Aftreden wethouder Pelsink. Wethouder Zorg. Zorgtaken worden door de wethouder Financiën overgenomen.

mrt-19

Eenmalige investering van € 150.000,-- om binnen 4 maanden achterstanden weg te werken

mei-19

Artikel 41 vragen CDA vanwege ontbreken evaluatie WINST.

okt-19

Investering om achterstanden weg te werken wordt structureel.

Jaarlijks € 600.000,--

nov-19

Evaluatie WINST wordt besproken. Evaluatie voldoet niet. Wethouder zegt bijeenkomst toe.

dec-19

Nieuwe directeur Sociaal Plein

jan-20

Bijeenkomst achtergronden Sociaal Plein. Geeft weinig inzicht.

apr-20

Eerste Monitor Sociaal Domein sinds 2018. 40% van de aanvragen worden nog steeds niet op tijd afgehandeld.

 

Bijlage 2 Raadsenquête

Voor het uitvoeren van de raadsenquête stelt de raad een onderzoekscommissie in: de enquêtecommissie. Deze commissie bestaat uitsluitend uit leden van de gemeenteraad. De enquêtecommissie doet onderzoek naar het functioneren van het gemeentebestuur over een bepaald onderwerp.

 

Gemeentewet:

Artikel 155a

1.    De raad kan op voorstel van een of meer van zijn leden een onderzoek naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur instellen.

2.    Het besluit tot het instellen van een onderzoek omvat een omschrijving van het onderwerp van onderzoek alsmede een toelichting. Deze omschrijving kan hangende het onderzoek door de raad worden gewijzigd.

3.    Het onderzoek wordt uitgevoerd door een door de raad in te stellen onderzoekscommissie. De commissie heeft ten minste drie leden en bestaat uitsluitend uit leden van de raad.

4.    De artikelen 22, 82, derde lid, en 86, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de onderzoekscommissie.

5.    De onderzoekscommissie kan de bij deze wet verleende bevoegdheden uitsluitend uitoefenen, indien ten minste drie van haar leden aanwezig zijn. De bevoegdheden en werkzaamheden van een  onderzoekscommissie worden niet geschorst door het aftreden van de raad.

6.    Op het besluit tot instelling van een onderzoek en tot instelling van een onderzoekscommissie, alsmede het besluit tot wijziging van de omschrijving van het onderwerp van een onderzoek zijn de artikelen 139, tweede lid, 140 en 141 van overeenkomstige toepassing.

7.    Alvorens de raad besluit tot een onderzoek, stelt hij bij verordening nadere regels met betrekking tot deze onderzoeken. In elk geval worden daarin regels opgenomen over de wijze waarop ambtelijke bijstand wordt verleend aan de commissie.

[1] Momenteel wordt 60% van de aanvragen afgehandeld binnen een termijn van 8 weken. In januari 2020 was er een werkvoorraad van 800 aanvragen. Een acceptabele werkvoorraad is 650 aanvragen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.