Startblok of Struikelblok?
Startblok of Struikelblok?
De betekenis van Abraham Kuyper vandaag
Column Jurjen Zeilstra bij de honderdste sterfdag van Kuyper,
8 november 2020
Toen in 1937 werd herdacht dat Abraham Kuyper honderd jaar geleden geboren werd, was het nog maar 17 jaar geleden dat hij was overleden en stond hij bij een omvangrijke achterban nog altijd hoog in aanzien. Niemand minder dan minister-president Hendricus Colijn persoonlijk schreef in 1937 het hoofdartikel in het extra nummer van de Standaard. Colijn sprak van de waardering die het optreden van Kuyper had gewekt bij de spoorwegstaking in 1903, die op last van de regering destijds hard was neergeslagen. Colijn vond dat wel stoer, had er zelf ook niet zoveel problemen mee gehad om de inwoners van Atjeh een toontje lager te laten zingen. Colijn beschouwde Kuyper als zijn geestelijke en staatkundig leidsman. Maar het lezen van een deel van Kuypers Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid was toch voor de leider Colijn, zo gaf hij eerlijk toe, ‘zwaren kost’ geweest. En de eerste persoonlijke ontmoeting met Kuyper in 1904 was helemaal niet zo gemakkelijk geweest, omdat, zo gaf Colijn in 1937 eerlijk toe, beide heren liever het woord hadden dan luisterden en Kuyper, met zijn ‘beweeglijke geest’ behoefte bleek te hebben ‘telkens van onderwerp te veranderen’.
Zware kost, beweeglijke geest, leiderschap, het zijn drie trefwoorden die de kern bij Kuyper, denk ik, wel raken. Kom daar vandaag eens om. Wat je ook van Kuyper vindt, op gebrek aan toewijding en doorzetten, zul je hem niet betrappen. Aan scherpe stellingnames was bij Kuyper geen gebrek. Zo heeft hij nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij vond dat Duitsland in het Verdrag van Versailles van 1919 met z’n later vastgestelde 132 miljard goudmark herstelbetalingen, door Engeland en Frankrijk onrechtvaardig werd ‘vertrapt’. De internationale invloed van Kuyper was volgens J.A. Nederbragt in 1937 niet te danken aan Antirevolutionaire Staatkunde of Rondom de Oude Wereldzee, maar vooral aan Kuypers bemoeienis met Zuid-Afrika. In 1883 speelde Kuyper een rol toen Paul Kruger gunstige voorwaarden van de Britse premier W.E. Gladstone wist te verkrijgen voor Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Ook later bleef Kuyper opkomen voor de twee Boerenrepublieken.
De wetenschap was voor Kuyper een persoonlijk levensprobleem, aldus prof. Anema, politiek eindredacteur in het jubileumnummer van De Standaard uit 1937. Fel verzette Kuyper zich tegen een zich soeverein gedragende wetenschap die niet wilde weten van Goddelijke waarheid en kinderlijk geloofsvertrouwen. Zonder reserve zette Kuyper zich in voor een nieuwe geloofsgrondslag voor het bedrijven van wetenschap, wat hem betreft de basis voor de Vrije Universiteit.
Voor een slagvaardige politiek achtte Kuyper krachtige partijvorming noodzakelijk met heldere programma’s en duidelijke strategieën. Een bijeenkomst, hetzij in de politiek, hetzij in de kerk, was niet waardevol, als deze niet gepaard ging met een flink conflict. Zo kwam je de waarheid op het spoor. Slap gedoe en om de hete brei heen draaien, was niets voor Kuyper. Never a dull moment met Kuyper.
Niet door compromissen maar door fikse conflicten, bouwde je volgens Kuyper pas echt aan een kerk, in staat tot belijden en getuigen. Tot ds. C.S. Adama van Scheltema, die Kuyper in 1870 als predikant van de Hervormde gemeente in Amsterdam bevestigde, zei hij: ‘Preek gij maar voor de schapen, ik preek wel over de stal.’ De AR-politicus Jan Schouten eerde Kuyper in 1937 omdat, zo schreef hij, het leven van de kerk in de jaren 1870 nog ‘mat en doods’ was geweest, maar, door toedoen van Kuyper, tot vastheid en beslistheid was gekomen. Zo had Kuyper het eenvoudige volk als een held bevrijd van vormelijkheid en sleur in het geloofsleven.
Protestanten kennen geen heiligen, maar de persoonsverheerlijking die ‘Abraham de geweldige’ eind jaren dertig ten deel viel kwam er heel dicht in de buurt. In talloze arbeiderswoningen prijkte zijn portret op het VU-busje ter ondersteuning van gereformeerde predikantsopleidingen of het hing in de huiskamer, samen met G. Groen van Prinsterer of Johannes Calvijn.
In den kring der gelovige ‘kleine luyden’ werd Kuypers naam steeds met dankbare eerbied genoemd. Van de geringe inkomsten werd telkens weer een kleinigheid opzij gelegd, om een grooter of kleiner boek van Kuyper te kunnen kopen. (C. Smeenk) Velen zagen hem als een redder. Immers toen gewone mensen zich sociaal gekleineerd hadden gevoeld en intellectueel niet bij machte waren om weerstand te bieden aan de modernistische invloed in kerk en staat en, zo schreef de Standaard alleen maar konden bidden en wachten op betere tijden, toen kwam Kuyper. Hij versloeg zowel de liberaal-individualistische ideologie als het staatsabsolutisme, dat van geen soevereiniteit in eigen kring wil weten, door wetgeving, maar bovenal door zijn publicaties. Mijn eigen grootouders waren zulke ‘kleine luyden’ die in de jaren dertig moesten leven van een klein kapperszaakje op het Friese platteland. Hun neiging tot minderwaardigheidsgevoelens werd in evenwicht gehouden door hun geloof in God en hun trots over de Gereformeerde Kerk en de Antirevolutionaire Partij.
Als journalist oogstte Kuyper, volgens zijn H.L. Baarbé die nauw met hem had samengewerkt, niets dan lof. Zelfs zijn tegenstanders spraken van ‘een krachtmensch’, die niet met een gewone maat gemeten kon worden. Dat was een visionair en kerkhervormer, die steeds veel eerder dan anderen zag dat alleen een belijdenisgetrouwe Gereformeerde Kerk recht deed aan God als soeverein over het leven, met de calvinistische leer van de uitverkiezing als haar ‘hartebloed’, en Gods Woord als haar onwrikbare grondslag (K. Dijk). Fijne oecumenische samenwerking, een warm pastoraat met een plantje op de stoep, was niets voor Kuyper, laat staan een gesprekscultuur gebaseerd op gevoelsbeleving van mensen en het stellen van open vragen.
Kuyper was ‘slechts’ 14 jaar lid van de Tweede Kamer, maar hij hoorde in het parlement, zo vond men in 1937, en het parlement luisterde naar Kuyper. Zijn invloed was jarenlang enorm, ook toen hij niet in de Kamer zat. Grote bewondering bestond er voor zijn debating stijl. Van nature een beweeglijke man, kon hij een sfinx zijn tijdens het debat, onbewogen en onberoerd, als een ander aan het woord was. Maar dan ging hij spreken! ‘[Z]ijn parlementaire redevoeringen [waren] meesterstukken van een verbluffende oratorische kracht, waarnaar ademloos werd geluisterd… een hoogtepunt in de staatkundige geschiedenis van ons vaderland.’ (D. Hans) Kijk, dat is toch iets anders dan een premier die met huis tuin en keuken taal een beroep doet op gemeenschapszin.
Tot slot een balans. Toen de Gereformeerden geëmancipeerd waren, was er op den duur ook iets voltooid en daardoor overbodig geworden. Dat gold zeker voor de gereformeerde zuil, maar voor velen ook voor de kerk. Er zit een kracht in Kuyper die een zwakte is geworden. Juist omdat het kerkelijk christelijk geloof zich had verschanst in een letterlijke opvatting van de Schrift en een defensief-apologetische argumentatie van bewijzen, had het zich uitermate kwetsbaar gemaakt.
Naar mijn smaak is de achilleshiel van Abraham Kuyper te definiëren als defensief christendom. Door in de tweede helft van de 19e eeuw het geloof dogmatisch te bolsteren, heeft Kuyper er een emancipatie ideologie van gemaakt. De functie daarvan was per definitie tijdgebonden. De gereformeerde zuil is, inclusief de kerk, is aan haar eigen succes ten onder gegaan. De verzuiling was immers een tijdelijk fenomeen en is achterhaald. De Gereformeerden zijn geëmancipeerd, waarmee de hen onderscheidende bestaansreden is weggevallen. Wetenschap kan zich vandaag onmogelijk, zoals in de tijd van Kuyper in het gereformeerde gedachtengoed, verschansen. Maar christelijk geloof is zoveel meer dan een bolwerk en vandaag zoiets anders dan een omstreden maatschappijmodel. Wat betekent dit vandaag concreet voor organisaties als het CDA , voor de PKN en voor de VU? Ik ben geen Kuyperspecialist, maar ergens in de beantwoording van deze vraag en de actualisering van deze problematiek ligt de betekenis van Kuyper vandaag. Oude boomwortels kunnen voeden, maar je kunt er ook over struikelen. Dat is Kuyper ten voeten uit: startblok én struikelblok.