Nieuwsbrief van de fractie mei 2019
Raadsvergadering 23 mei
Subsidie lokale omroep RTV Noordkop
Door de lokale omroep is een aanvullende subsidie gevraagd (is nu ca. € 27.000, aanvulling gevraagd van ca. € 23000). Wij hebben hiermee ingestemd op grond van onderstaande overwegingen.
Bij de keuze voor de lokale omroep op 22 februari 2018 is aan het betreffende raadsbesluit een aantal voorwaarden verbonden waaraan RTV Noordkop volgens de raad moet voldoen. Wij hebben het amendement destijds ondersteund. Achteraf bezien acht onze fractie het niet geheel logisch dat de raad een aantal voorwaarden heeft gesteld zonder de vraag te stellen of dit realistisch is gelet op het aanzienlijk lagere subsidiebedrag dat Hollands Kroon kent ten opzichte van de andere lokale omroepen in de regio. Het zorgen voor een evenwichtige nieuwsvoorziening voor de gehele gemeente, waar alle inwoners zich mee verbonden voelen vraagt extra investering en dus geld en dat vraagt RTV Noordkop nu dan ook. Onze fractie vindt het van groot belang dat de lokale omroep in elk huishouden is te ontvangen. Dat vraagt extra investeringen. Beschikbaarheid via alle providers is dan ook voor ons een belangrijk criterium bij de vaststelling van de subsidie. Dit nog los van de evenwichtige nieuwsvoorziening voor de gehele gemeente. Onze fractie is er ook voorstander van dat het gemeentelijk nieuws via de lokale omroep beschikbaar komt, in ieder geval op TV. Door de ontvangst in elk huishouden kunnen we daarmee bereiken dat ook elk huishouden de beschikking kan hebben over deze informatie, nog los van de kanalen via internet. Via de huis-aan-huis bladen lukt dat niet, zo hebben we in de raad al eerder vastgesteld. Onze fractie is ermee bekend dat de gemeente zich niet mag bemoeien met de programmering, maar ook dit gemeentelijk belang is voor ons een belangrijk criterium bij de vaststelling van de subsidie. Wij hebben dan ook het college op hierover in gesprek te gaan met RTV Noordkop (dit is ook toegezegd).
De wereld is vaak te klein als van bovenaf opgelegd wordt dat een gemeente moet fuseren. Geldt dat bij de lokale omroepen dan ook niet? De wens om tot een streekomroep te komen moet van onderaf vanuit de gezamenlijke lokale omroepen komen. Daaraan moeten wel alle partijen willen meewerken. Zover is het echter helaas nog niet. Onze fractie is echter van mening dat dit geen reden kan en mag zijn om de gevraagde middelen niet te verstrekken. Tenslotte is de totale bijdrage van
€ 50.000 nog steeds minder dan de gemeentelijke bijdragen die de andere lokale omroepen in de regio krijgen.
De komende jaren wordt wat ons betreft bij de jaarlijkse subsidievaststelling geëvalueerd of de lokale omroep erin geslaagd is te komen tot een brede verspreiding en bereik van gemeentelijk nieuws
De meerderheid van de raad heeft ingestemd met de extra subsidie. Enkele partijen vonden dat de lokale omroep onvoldoende heeft laten zien dat zij werken aan een kwaliteitsverbetering en/of dat zij onvoldoende stappen hebben ondernomen om te komen tot samenwerking en hebben daarom tegengestemd.
Uitwerking omgevingsvisie wel/niet toestaan permanente bewoning recreatiewoningen
In de omgevingsvisie is opgenomen dat een nadere uitwerking moet plaatsvinden m.b.t. de problematiek van de bewoning van recreatiewoningen. Hiertoe is door het college een vijftal kaders opgesteld, die ter vaststelling aan de raad werden voorgelegd.
Onze fractie stond en staat sceptisch tegenover een eventuele omzetting van recreatiewoningen naar permanente bewoning. Wij hebben er mee ingestemd dat in de omgevingsvisie in 2016 is opgenomen dat deze problematiek nader uitgewerkt wordt. Op dat moment overigens met de gedachte dat alle haken en ogen zouden leiden tot de conclusie dat omzetting naar permanente bewoning niet mogelijk of wenselijk is. Na een beeldvormende bijeenkomst in oktober 2017 is onze fractie hierover genuanceerder gaan denken, maar dilemma’s blijven. Is het nog logisch een recreatieve bestemming te handhaven, indien verwezenlijking van die bestemming op grond van diverse omstandigheden niet (meer) realistisch is? Een van die dilemma’s is in welke gevallen wordt vastgehouden aan de recreatieve bestemming en betekent dat dan ook handhaven van die bestemming? En als duidelijk is dat recreatief gebruik op de betreffende locatie niet realistisch is, wat is dan de gewenste bestemming? Is dat per definitie (permanente) bewoning of zijn hierop nog varianten denkbaar?
Begin mei heeft de raad de door het college opgestelde kaders beeldvormend besproken. In die bijeenkomst bleken veel vragen te bestaan. Hoewel de antwoorden wel enige verduidelijking geven, blijven we met dilemma’s zitten. Op 21 mei heeft een aantal belanghebbenden ingesproken en gepleit voor een woonbestemming. In een aantal gevallen betreft dit echter locaties, waarvan het maar zeer de vraag is of deze recreatief geen potentie (meer) hebben en dus niet voor omzetting van de bestemming in aanmerking komen.
Wanneer kan gelet op de locatie e.d. sprake zijn van een vitaal park c.q. een vitale recreatiewoning? Een situatie waarbij de recreatieve bestemming dus ongewijzigd blijft? Ons is nog onduidelijk hoe dit uitpakt voor de diverse locaties. Eigenlijk wensen wij meer inzicht in de vraag welk park/welke recreatiewoningen wel of niet voldaan aan het eerste kader (een kader dat overigens qua formulering kan worden verbeterd).
Onze fractie kent nog een aantal dilemma’s in dit dossier, die om een reactie van het college vragen. Wat te doen met de persoonsgebonden ontheffingen die zijn verleend voor woningen die nog recreatief bestemd zouden moeten blijven (kan namelijk nog jaren leiden tot afwijkend gebruik)? Daardoor ontstaat gedurende lange(re) tijd gemengd gebruik, terwijl de voorgestelde kaders dat uitsluiten. En wat is de reden om geen gemengd gebruik toe te staan als alle eigenaren in het park daarmee instemmen? Kan een ondernemer kiezen voor tijdelijke verhuur in de winter voor bewoning, opdat zijn recreatiebedrijf in het hoogseizoen daardoor recreatief vitaal kan zijn?
En dan komt de vraag wat we verstaan onder permanente bewoning? Uit de informatie, die wij hebben blijkt dat meerdere recreatiewoningen bewoond worden door mensen die vanwege sociale problematiek e.d. tijdelijk woonruimte moeten hebben. Omzetting naar een woonbestemming kan ertoe leiden dat ook deze woningen in de toekomst niet meer beschikbaar zijn voor deze woningzoekenden. Hoe gaan we met die inwoners om, ook in de situatie dat er wel gehandhaafd zal moeten worden omdat de recreatieve bestemming behouden moet blijven?
Eén park, één plan, roept vragen op. Stel: het park is recreatief niet vitaal en komt dus voor omzetten naar wonen in aanmerking. Op grond van dit kader kan 1 eigenaar deze wijziging tegenhouden. Dat leidt tot handhaving van de recreatieve bestemming en er zou dus moeten worden gehandhaafd. Maar dan handhaven we, terwijl we vooraf al weten dat de recreatieve bestemming niet (meer) realistisch is.
En als het park wel recreatief vitaal is, zitten we met persoonsgebonden ontheffingen, die nog gedurende lange tijd recht geven op afwijkend gebruik.
Ook het laatste kader (verantwoordelijkheid voor voorzieningen e.d.) roept veel vragen op. Ook hiervoor geldt eigenlijk dat we meer inzicht willen hebben wat dit betekent voor een bepaalde locatie, indien deze in aanmerking komt voor omzetting in een woonbestemming.
En tot slot. Wat doen we met nog bestaande bouwrechten bij een wijziging van de bestemming? Het college wil dit separaat beoordelen, wij vinden dat dit in de kaderstelling meegenomen moet worden.
Vorenstaande vraagstukken maakt dat onze fractie er (onderling) nog niet uit is of dit de juiste kaders zijn. Ook andere fracties waren er duidelijk nog niet uit. Besluitvorming is daardoor uitgesteld tot na de zomer, nadat eerst nog een keer beeldvormend over deze problematiek is gesproken.
Overig
In de raadsvergadering is ingestemd met extra kosten voor nieuwe huisvesting van de jeugdgezondheidszorg in Nieuwe Niedorp. De huidige locatie voldoet en voldeed niet aan de eisen. Dit leidt ook tot jaarlijks hogere exploitatielasten.
De notitie cultuur is door de raad vastgesteld. Een Cultuurplatform wordt ingesteld en een website met een cultuuragenda wordt gelanceerd.
De bomenlijst behorende bij de Algemene Plaatselijke Verordening is vastgesteld. In die lijst staat voor welke bomen een kapvergunning nodig is. Buiten de orde, maar op vragen van GL is door het college toegezegd dat particulieren door de gemeente te leveren bomen op eigen grond kunnen plaatsen, indien dit op gemeentegrond niet lukt. Dit betreft bomen voor elke geboorte in de gemeente, zoals in de coalitie afgesproken. Hoe dit in zijn werk gaat, werkt het college nog nader uit.
Bestemmingsplannen zijn vastgesteld voor Kluisgat 5 te Wieringerwerf (kenniscentrum WMC) en Erfgoed Mostert in Westerland (vestigen hospice) en is een grondexploitatie geopend voor de herontwikkeling van de locatie De Dentele in Westerland (bouw enkele woningen).
Tot slot is door de raad een motie vastgesteld, die door de twee jongste raadsleden (Lars Ruiter en Daan Pruimboom) was voorbereid. Strekking van de motie is het ondernemen van een aantal activiteiten om jongeren meer bij de politiek te betrekken. Onze fractie heeft deze motie mede ingediend, naast VVD, OHK en SHK.
Sjaak Vriend
Fractievoorzitter CDA Hollands Kroon