07 november 2019

Algemene beschouwingen

Voorzitter,

 

 

Het lijdt geen twijfel dat de komende jaren de gemeentelijke begroting onder druk komt te staan. We noteren zelfs twee negatieve jaren in de meerjarenraming en dat zijn geen veelbelovende prognoses. Wij kijken met gemengde gevoelens terug op het afgelopen jaar en we zien de komende jaren niet veel anders tegemoet. Er blijft wat ons betreft teveel boven de markt hangen. We noemen 3 voorbeelden:

1. woningbouw en de daarbij behorende uitbreiding van het woningcontingent

2. het accommodatiebeleid

3. Het sociaal domein.

 

1.     Woningbouw: Als CDA hebben we er meerdere keren op gehamerd, maar er lijkt maar weinig los te komen in Haarlem. Dit terwijl onze wethouder de weg daar toch heel goed kent en haar invloed kan laten gelden. We worden nauwelijks meegenomen in de voortgang en we weten niet goed waar we aan toe zijn als het extra woningcontingent betreft. Wij realiseren ons dat de stikstofproblematiek het bouwend Nederland er niet gemakkelijker op maakt, maar dat betekent niet dat we een afwachtende houding moeten aannemen. Voorzitter, ondanks de uitbreiding van 500 extra woningen te bouwen vanaf 2026, zult u begrijpen dat wij deze noodkreet niet nog twee of drie keer gaan herhalen.

 

2.     Accommodatiebeleid: zo’n beetje elke raadsvergadering komt dit beleid ter sprake, maar nog altijd ligt er geen voorstel op tafel. Dit duurt wat ons betreft te lang. Bepaalde vraagstukken kunnen voor ons losstaan van beleid, maar dan verwachten we wel concrete actie en voortgang en vooral dat laatste is van belang. Als het bijvoorbeeld gaat om de sporthal in Wognum vinden we het zeer moeizaam gaan. Ook het dorpshuis in Abbekerk hebben wij niet als een soepel proces ervaren. Tevens kent het consequenties voor het verduurzamen van het maatschappelijk vastgoed. De uitvoering van ons amendement van vorig jaar laat daardoor langer op zich wachten.

 

3.     Sociaal domein en onderwijs: We zijn tevreden dat het college realistisch gaat begroten en de grip op de uitgaven wil vergroten. Dit laatste met name door datamanagement en het terugdringen van externe inhuur door zelf professionals in dienst te nemen. Ook zijn we blij dat het innovatiebudget vanaf 2020 weer wordt ingezet, want hier zijn eerder al mooie resultaten mee bereikt. Als CDA hebben wij steeds aangedrongen op het verbinden van jeugdhulp met onderwijs. We zijn blij te lezen dat hierover nu zelfs op regionaal niveau afspraken over worden gemaakt. Het is goed om terug te lezen dat bij het Pact 7.1 onze wens om onderwijs, zorginstellingen én vertegenwoordigers van cliënten te betrekken, wordt uitgevoerd.

 

 

Voorzitter, Als het gaat om de financiële huishouding, dan kent u ons van onze positief-kritische kant, maar we constateren dat we dit keer kritischer zijn dan anders. Als het gaat om rentmeesterschap, dan horen we veel winstwaarschuwingen vanuit het college. Geachte Raad, weet waar u mee bezig bent en welke keuzes u maakt!” oftewel bezint eer ge begint. Keuzes maken, doen we geheel naar goed poldergebruik, dus we gaan niet zomaar over één nacht ijs. Het college maakt naar ons idee veelal eenzijdige keuzes. We zien vooral investeringen in de organisatie. Het personeelsbudget wordt verhoogd, maar tegelijkertijd zien we de reserve personeel maar met € 30.000,- per jaar afnemen. Daarnaast komt een aantal personeelsposten structureel terug. Dat is niet zo vreemd, maar het kan wat ons betreft met name op overhead een tandje minder.

Hoewel het weerstandsvermogen nog altijd zeer acceptabel is en Medemblik een kerngezonde gemeente is, vindt ook de CDA-fractie dat ons zorgvuldigheid past. Niettemin zijn er goede plannen die we op waarde moeten beoordelen en niet moeten veroordelen. Een goed voorbeeld daarvan is de herinrichting van De Muiter in Medemblik en een toekomstig voorbeeld kan zomaar de extra zaalsportvoorziening in Wognum zijn. Het is de kunst om balans te zoeken, want investeringen moeten gelijk op gaan. Het is het welbekende kip-en- het-ei verhaal. Wel budget en plannen, maar geen mensen voor de uitvoering en vice versa. De financiële druk die we de komende jaren het hoofd moeten gaan bieden, hoort daar wat ons betreft bij.

 

Met die gedachte in het achterhoofd, zet het CDA onder andere in op cultuur. Cultuur is –net als sport- belangrijk voor de samenleving. Het zorgt voor saamhorigheid en verbinding. Vandaar ons amendement om het budget met € 50.000,- te verhogen. Hoorden we de wethouder recentelijk niet zeggen: ‘inzet op minder overhead en meer op bedrijfsvoering?’ Nou, voorzitter, die uitspraak past ons als gegoten.

 

Voor wat betreft de motie hondenbelasting stellen we voor nog deze raadsperiode te starten met de afbouw van het innen van deze belasting, maar wij kiezen ervoor dat niet direct per 2020 te laten ingaan.

We memoreren ook het gemeentelijk, overdekte zwembad in Wervershoof. Vorig jaar heeft onze fractie niet ingestemd met het amendement om de investering van het zwembad op € 12 miljoen te maximaliseren. We zijn nu een jaar verder en zie waar we nu staan. De komst van een nieuw zwembad staat serieus op losse schroeven. Wat ons betreft geen rem op het zwembad, maar mogelijk een financiële heroverweging van bijvoorbeeld de MFA in Abbekerk

 

Met betrekking tot duurzaamheid zetten we koers naar een energieneutraal Westfriesland. Daarvoor is het Westfries Energie Kompas ontwikkeld en is er een Regionale Energie Strategie opgesteld. We stellen ambitieuze doelen en vinden het een goede zaak dat inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties hierbij betrokken worden door het organiseren van lokale energietafels.

 

Voorzitter,

Onverminderd staat ons op velerlei gebied veel te wachten. Resumerend vindt de CDA-fractie dat  wij samen met het college de voorgenomen ambities en verwachtingen waar moeten maken. We doelen daarbij onder andere op de uitvoering van het eerder genoemde accommodatiebeleid en de woningbouw. Het wordt echt zaak om lopende dossiers concreet te maken en tot uitvoering te brengen.

Ed Meester

Fractievoorzitter

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.