Reactie uit de Fractie over de Markt van Purmerend

De markt van Purmerend is een belangrijk en historisch onderdeel van onze stad. Naast het wekelijkse aanbod van diverse producten zorgt de markt ook voor gezelligheid en ontmoeten. De markt is meer dan handel en heeft een grote maatschappelijke waarde. Wij lezen dat marktkooplieden in onzekerheid verkeren over de duur van de standplaatsvergunning. Marktkooplieden doen vaak flinke investeringen en bouwen een vaste klantenkring op. Voor hen is het belangrijk dat zij zekerheid hebben zodat ze de investeringen ook kunnen terugverdienen. Ook voor de bezoekers is het van belang dat populaire marktkramen niet zomaar verdwijnen. Het CDA heeft hierover vragen gesteld aan het college.

Vragen:

1. Hoe is in Purmerend het toekennen van standplaatsvergunningen voor ambulante handel vormgegeven? 
2. Op welke wijze geeft het college invulling aan de dienstenrichtlijn en jurisprudentie ter zake het verstrekken van in aantal beperkte vergunningen standplaatsen en de beperkte tijdsduur daarbij. 
3. Welke maximale tijdsduur kennen de door de gemeente afgegeven standplaatsvergunningen? 
4. Betrekt de gemeente de terugverdientijd van investeringen die ondernemers moeten doen bij de afweging omtrent het bepalen van de beperkte tijdsduur voor een standplaatsvergunning? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze? 
5. Maakt de gemeente daarbij gebruik van gedifferentieerde vergunningsduur (grote of kleine bedrijven, soort branche) 
6. Is het college van B&W met de CDA-fractie van mening dat:
   • het van belang is om de ondernemers die afhankelijk zijn van een standplaatsvergunning perspectief te bieden
   • het relevant is dat bij de vergunningsduur de terugverdientijd van investeringen van ondernemers in aanmerking wordt genomen? 
7. In november zal de VNG bij een juridisch evenement voor gemeenten uitgebreid aandacht besteden aan dit onderwerp waarbij praktijkcases worden behandeld en best practices: is het college van B&W voornemens hier zelf of met een ambtelijke vertegenwoordiging bij aanwezig te zijn?

Fred Koot