26 februari 2017

Interview Piet van Tellingen

  • (Robert-Jan: )Beste Piet,de aanleiding voor ons gesprek is de uitreiking van de gouden CDA speld voor je verdienste en inzet voor het landelijke en het plaatselijke CDA de afgelopen vijftig jaar. Je hebt deze gouden speld uitgereikt gekregen afgelopen 16 december 2016 in het Oude Raadhuis in Assendelft uit handen van CDA afgevaardigde en fractievoorzitter CDA Provincie Noord-Holland, Heleen Keur en namens de landelijke voorzitter van het CDA, Ruth Peetoom, die een video-boodschap voor je had ingesproken. Had je dit nog verwacht (of stiekem toch nog op gehoopt) ... je wilde namelijk eigenlijk helemaal geen afscheid in het openbaar of zo volop in de schijnwerper geplaatst worden?

(Piet): Ik had dit totaal niet verwacht, ik was helemaal verrast en overdonderd. Ik had het helemaal niet zien aankomen. Ik was er met een leugentje om bestwil naar toe geloodst door mijn vrouw. Mijn dochter belde mij van te voren wel op, dat vond ik vreemd, maar ik dacht dat het een gewone reguliere CDA borrel of ontmoeting zou zijn. En opeens zie ik daar mijn vrouw en kinderen en kleinkinderen aanwezig. Toen dacht ik wel, hee, wat gek. En toen was er die uitreiking van die gouden speld. Ik had er dus eerlijk gezegd niet op gerekend, maar ik ben er nu achteraf wel erg blij en content mee. Maar om op je vraag terug te komen… nee, ik had het inderdaad niet verwacht dat speciaal ik hem zou krijgen. Er zijn zoveel andere mensen die zoveel goed werk doen en deden voor het CDA, die hem misschien nog wel veel meer verdienen of verdiend hebben dan ik. En bedenk wel, ik heb ook een tijdje in de raad gezeten en een betaalde functies voor het CDA gedaan. Eigenlijk ben ik de afgelopen 15 jaar het meest met de plaatselijke politiek geweest. In 2002 ben ik van mijn 61ste tot aan mijn 75ste in 2016 soms fulltime met het CDA Zaanstreek bezig geweest en was het ook meer dan een dagtaak. Maar andere mensen hadden zo’n speld ook verdiend, zoals Herman Oomen....

  • In de korte biografische schets die je mij gegeven hebt, schreef je dat je al heel jong en jeugdig, je was nog maar 16 jaar oud,  politiek betrokken was en in de politiek terecht gekomen bent. Hoe is dat zo gekomen, was daar een speciale aanleiding of reden voor of was dat zomaar…?  

Ja, dat klopt, ik was inderdaad nog heel jong, 16 jaar. Dat is denk ik mede gekomen doordat ik opgegroeid ben in een typisch Gereformeerd gezin kort na de Tweede Wereldoorlog. We lazen thuis iedere dag de krant, de Trouw, mijn vader was lid van de NCRV en lid van de Antirevolutionaire Partij en je deed de boodschappen in het nog totaal verzuilde Nederland bij de Gereformeerde bakker, de gereformeerde groenteboer en – slager en noem zo maar op. Ja, de politiek is mij, in zekere zin, met de paplepel ingegoten. Ik ben dus inderdaad al met mijn 16e politiek actief geworden eerst bij de ARJOS, de jeugdafdeling van de ARP en later bij de ARP en het CDA.

Maar was er ook een directe aanleiding om in de politiek te gaan?

Ja, in 1956 was er de Hongaarse Opstand onder het toenmalige Stalinistische Sovjetregime, die uiteindelijk bloedig en met harde hand en veel geweld werd neergeslagen. Ja, dat maakte op mij wel een diepe indruk, moet ik zeggen, als jongeman. Thuis werd er ook altijd wel aan tafel heftig gediscussieerd en gedebatteerd, dus ja, dat begon al heel vroeg. Ik was niet alleen lid van de ARJOS, maar ik was ook actief, zelfs voorzitter van de Gereformeerde Jeugdvereniging Laetitia, behorend bij de Gereformeerde Oosterkerk van Zeist. Ik weet nog wel een leuke anekdote. Toen ik op de HBS heb ik in het voorlaatste jaar van mijn schooltijd een scriptie geschreven over de geschiedenis van de ARP. Ik las overigens al heel vroeg het boek van prof. Oud over de parlementaire geschiedenis van Nederland. Ik kreeg van mijn geschiedenisleraar daar destijds een heel goed cijfer, een acht voor. En toen mocht ik daardoor één of twee repetities (proefwerken) overslaan. Toen ik dus zo’n 16 of 17 jaar oud was, heb ik met een aantal vrienden de ARJOS afdeling Zeist opgericht. Ik ben daar toen samen met andere heel actief in geweest en daar heel vel werk verzet. En je moet weten, het was een tijd waarin nog nauwelijks veel telefoonverkeer was, geen mobiel, geen internet, geen t.v., zoals nu, je haalde al je nieuws en wetenswaardigheden uit het lezen van kranten. Zo ging dat in die tijd….

  • Wat is het mooiste of gelukkigste wapenfeit uit je hele politieke carrière, waar kijk je met het meeste plezier naar terug of waar denk je met de meeste voldoening aan terug?

Nou ik denk dat dat wel die periode geweest is…. Dat ik als gewone jongeman die niet gestudeerd had en eigenlijk alleen maar de HBS gedaan had, opeens in 1966 landelijk secretaris van de ARJOS werd. Dat had mij blij en aangenaam verrast, eigenlijk nog meer dan de gouden speld die ik gekregen heb. Na de Arjos werd ik stafmedewerker van de ARP en in 1972 werd ik voorlichter van de ARP van de Tweede Kamerfractie.

  •  Wat is na het mooiste en gelukkigste wapenfeit, het moeilijkste of meest lastige in je hele politieke carrière geweest?...En wat maakte dat precies zo moeilijk, waarom was dat?

Ik had in 1978, toen ik al besloten had de baan als hoofd afdeling voorlichting van Zaanstad te accepteren, en ik dus op het punt stond de politiek te verlaten, als dieptepunt de val van de toenmalige politiek leider van het CDA, Willem Aantjes. Ik was toen de eerste voorlichter van de CDA fractie, en had een goede persoonlijke verhouding met Willem  Aantjes. Lou de Jong kwam bij verrassing met een vernietigend rapport over het oorlogsverleden van Willem Aantjes. Het bleek echter later de grootste miskleun van een gerespecteerde man te zijn. Kort samengevat: hij meldde dat Aantjes fout was geweest in de oorlog, dat hij kampbewaarder was geweest, maar later bleek uit het onderzoek dat hij gevangene in het kamp was. Maar toen was het leed politiek gezien al geschiede en de genadeklap voor Aantjes uitgedeeld. Aantjes moest weg en hij kwam niet meer terug.

  • Waarom ging je in 1978 weg?

De periode in de Tweede Kamer als voorlichter was een boeiende maar slopende tijd. De vorming van het CDA, het kabinet Den Uyl, de strubbelingen en hectiek in de ARP zelf. Willem Aantjes was als fractievoorzitter van de ARP en later het CDA niet onomstreden. Hij behoorde tot de kritische linkervleugel van de ARP en later het CDA. Het ergste wat ik heb meegemaakt, is dat ik in de vroege ochtend thuis kwam na veel vergaderen en praten met de pers, en ik die vroeg ochtend mijn vrouw feliciteerde met haar verjaardag, en gelijk om half twaalf meteen al weer naar een fractievergadering moest gaan, vaak belaagd door de pers.  

  • Waar heb je, Piet, het meeste in je politieke loopbaan en carrière van geleerd en kun je dat toelichten?

Ik denk dat het is wat je noemt: de zogenaamde ‘kunst is van het gelijk krijgen. Niet zozeer dat je je gelijk hebt is belangrijk, maar dat je de ander met goede argumenten en standpunten weet te overtuigen van je gelijk.

  • Kun je daarvan een concreet voorbeeld noemen?

Jazeker, het Inverdanproject in Zaandam. Ik ben daar als raadslid nauw bij betrokken geweest. Het CDA is altijd een groot voorstander geweest van dit plan. En CDA wethouder Nel Kroesen heeft een belangrijke rol gespeeld bij het realiseren van het plan. Dan moet je ook als raadslid steeds zorgen voor een draagvlak met de bevolking, alle betrokkenen en in de gemeenteraad. Niet een groepsbelang of partijbelang is wat Zaandam beter maakt, maar het algemeen belang. Ik heb mij als raadslid ook kwaad gemaakt op omwonenden rond Pascal Zuid die de VMBO school aldaar naar de Achtersluispolder wilden verbannen. Een school hoort echter in mijn visie thuis in de bewoonde wereld en niet in the middle of nowhere.

Nu we het toch over denken, doen en handelen hebben: Waaruit bestaat volgens jou de “c” voor in de afkorting CDA. Want je schreef in je korte schets, dat Willem Aantjes het evangelie als richtsnoer en uitgangpunt voor het bedrijven van politiek liet gelden? Ben je het daarmee eens en hoe zie jij dat?

Ja ook voor mij geldt dat zeker, bijvoorbeeld voor het hele vreemdelingen- en asielzoekersbeleid. Alhoewel, men moet er wel ontzettend en uiterst voorzichtig mee zijn. Want jij weet net zo goed als ik, dat er ook andere mensen in andere politieke partijen zijn, die misschien ook wel christelijk zijn en vanuit een christelijk oogpunt handelen, maar over algemeen net even wat meer affiniteit hebben met die andere politieke stroming (liberalisme, socialisme) en dan toch een ander pad inslaan en opgaan. Wat ik ook belangrijk vind is dat je tradities hebt die je deelt met de ander. Belangrijk vind ik ook de traditie van de scheiding der machten van Montesqieu, de wetgevende, de rechtelijke en uitvoerende macht. Tegenwoordig wordt daar vandaag maar al te gemakkelijk mee gejongleerd… Ik ben blij dat het CDA dat niet doet en zich daar niet toe laat verleiden. Wat ik ook bij het CDA belangrijk vind is dat je een solidariteit hebt tussen de verschillende generaties. Zoals het belang van een goed pensioenstelstel. De strengheid op het gebied van de normen en waarden, die vind ik ook bij die C horen van het CDA en dat was ook het goede van Balkende. Je ziet ook die grote generatiekloof in de maatschappij, en soms ook bij eigen generatiegenoten van mij die ook heel erg egoïstisch kunnen zijn. Ik weet wel, je maakt je er tegenwoordig niet erg populair mee met zulk soort uitspraken. Zo heb ik in de campagne voor de verkiezingen in 2006 ooit een felle discussie gevoerd met een mede gepensioneerde die zijn huis verkocht had en in een veel goedkopere sociale huurwoning ging wonen om vervolgens dat geld te gebruiken voor veel verre en dure reizen. Maar zo’n huis is bedoeld voor een jonge starter of een jong startend gezin op de arbeids- en huizenmarkt en daar ging die man met zijn twee ton in zitten… Een ander voorbeeld vind ik de duurzaamheid ook op de langere termijn. Zo was ik onlangs bezig in dit wooncomplex om me te bezinnen om een project met zonnepanelen te beginnen. Toen redeneerden enkele buren van mij als volgt: ‘Nou ja, tegen die tijd dat we er rendement van kunnen gaan krijgen, zijn we misschien wel oud en wonen we hier niet meer of zijn we al overleden en dan hebben wij er zelf geen profijt meer van.´ Maar dan juist dan moet je denken ook aan de volgende en de toekomstige generaties. Ook al ben je dan 75 jaar oud, dat is iets wat je altijd goed voor ogen moet houden.

  • En dan de vraag, wat zou voor de lokale gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar in 2018 de belangrijkste thema’s en onderwerpen, speerpunten moeten zijn?

Nou, goede vertegenwoordigers en een goed programma..

Ja dat vinden alle partijen belangrijk, maar wees eens iets concreter alsjeblieft, noem eens drie belangrijke concrete punten op waarop het zwaartepunt moet komen te liggen.

Ja, dat is niet zo makkelijk. Nou als ik er dan drie punten uit zou moeten lichten:

  1. Allereerst woningbouw. Veel meer richten op doelgroepen zoals ouderen, jongeren. Niet zo maar weilanden vol plempen, maar ook kijken naar de omvorming van bestaande gebouwen. Je kunt ook meer dan in het verleden werkgebieden goed met woongebieden combineren.

  2. De grote sociale taak van de gemeente, die wordt uitgevoerd door de wijkteams. Goed kijken waar het beter kan. Het vormt het sociale hart van Zaanstad.

  3. Aandacht voor de wijken, die een impuls kunnen gebruiken. Poelenburg, maar ook gedeelten van Wormerveer, en oude wijken in Krommenie en Assendelft.

     

  • Nu we, Piet, toch bij de lokale politiek zijn aanbeland. Wat zie jij als grootste uitdading voor de politiek de aankomende jaren en aankomende tijd?

Wat ik als de grootste uitdaging voor de komende tijd voor het CDA en de lokale politiek zie, is dat we weer meer herkenbaar moeten zijn in de stad. Dat kunnen de twee huidige raadsleden niet in hun eentje. Ik denk dat dat ook via het aanboren via nieuwe sociale media en sociale netwerken moet gebeuren. Dat we meer mensen (en Piet wijst naar mij) van jouw generatie erbij betrekken, mensen die met al hun haarvaten in de stad zitten. Wat dat betreft ben ik soms wel eens jaloers op politici van andere partijen. Zoals laatst onlangs organiseerde de SP een hele zaterdag met gesprekken in Poelenburg. Een goed bezochte dag die goed georganiseerd was door de SP. Ik ben het met hun standpunten niet eens, begrijp me goed, maar ik ben wel een tikkeltje jaloers op hun organisatiedrang, daarvan zou ik wensen dat ik die ook veel meer terug zou zijn bij het CDA. We komen immers met een goede kandidatenlijst en we voeren een redelijk goede campagne.

  • Beste Piet. We gaan het gesprek nu een beetje afronden. Wat mis eigenlijk het meest nu je niet meer politiek actief bent.

Het jammere vind ik dat ik steeds meer moet leren om afstand te nemen. Jarenlang was ik overal zo actief bij betrokken en bemoeide ik mij overal tegen alles aan en nu merk ik dat ik afstand moet nemen. Zoals het hele gedoe rond het cultuurhuis en dat malle idee om een wegviaduct in Krommenie te plaatsen, waar echt iedereen faliekant tegen is, en dus ook het CDA. … ja, dat afstand nemen vind ik moeilijk en lastig, zeker omdat ik jarenlang zo betrokken geweest ben, dan raakt het je, dan laat je het niet zomaar los…. Maar gelukkig lukt me dat wel steeds beter. Ik heb genoeg hobby’s en vrijwilligerswerk. Ik zing nog elke week maandag in de kerk in de cantorij van het Westzijderkerkkoor..en mijn verdere vrijwilligerwerk ook ZCFC, mijn voetbalclub en de het werk voor de Protestantse Kerk Nederland (PKN) te Zaandam…  ik houd ervan om een potje te schaken zo nu en dan en om tentoonstellingen en kunstexpositie’s te bezoeken, graag zou ik nog naar Leeuwarden en Dordrecht gaan. Dat soort dingen staat bovenaan mijn verlanglijst.  Maar ik moet mezelf wel meer in acht nemen, of leren in acht te nemen op deze leeftijd.

  • Dan nu echt de laatste vraag. Afgezien van alle politieke speerpunten die zo net de revue gepasseerd zijn met de landelijke parlementsverkiezingen van 2017 en de gemeenteraadsverkiezingen van 2018… wat zou jij aan de jongere generatie door willen geven en hoe zie je de toekomst voor je?

Zelf zie ik toekomst gematigd positief voor me. Alhoewel met Donald Trump en de Brexit, zie ik eigenlijk veel meer parallellen., merkwaardig genoeg, tussen de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw, dan de jaren 70 en 80 en dat beangstigd mij wel. Zoals nu ook in de VS waar hele groepen mensen worden buitengesloten om ras, huidskleur of afkomst… en dat landen zich steeds meer gaan isoleren van elkaar. Dan kan niet alleen leiden tot nodige frustraties en irritaties, maar dat kan dan ook leiden tot oorlogen. Europa brokkelt steeds verder af als bolwerk en staten gaan elkaar steeds meer op elk gebied beconcurreren. Dat stemt me wel enigszins somber, droevig en pessimistisch..

Maar over het algeheel ben ik toch positief gestemd. Ik ben in de volstrekte en stellige overtuiging dat we de toekomt ook zelf in de hand hebben. Telkens zie ik om mij heen wat voor een welvarend land we zijn. Op de verworvenheden van de rechtstaat ben ik trots. En op die fundamenten van die rechtsstaat kun je natuurlijk vernieuwingen aanbrengen, verrassende vormen van besluitvorming en rechtsgang. …. Als we dat doen met een grote bevlogenheid, betrokkenheid en openheid, zoals die er nu is. Dat we openstaan voor het burgerinitiatief. Dat we open staan voor goede initiatieven vanuit de burgerij…

Dan denk ik dat het wel goed komt in de komende jaren met het CDA als politieke partij, met de rol van Nederland in de wereld en zie ik die toekomst positief tegemoet en heb ik daar alle vertrouwen in. …

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.