29 augustus 2016

DBA (opvolger VAR) geeft nog veel problemen

Dit jaar is een overgangsjaar tussen de oude VAR verklaring voor ZZP'ers en de nieuwe wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties.
Wij krijgen nu veel signalen over een proces van modelcontracten dat volledig stilvalt en veel vage definities. Zo lijkt het erop dat ZZP in de bouw vrijwel onmogelijk wordt omdat er altijd wel een vorm van leiding/toezicht op de bouwplaats is.

Als deze onzekerheden niet tijdig worden opgelost, vrees ik dat veel opdrachtgevers in ieder geval tijdelijk geen zzp'ers zullen inhuren. Dat heeft grote gevolgen, vooral voor ZZP'ers. Vandaar deze Kamervragen:

ragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de onzekerheid over de uitvoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties

 

 

1.     Bent u bekend met de video van de Belastingdienst ‘Is werken via je eigen BV de oplossing om buiten loondienst bij je opdrachtgever te werken? 1)

 

2.     Deelt u de zorg dat door het begrijpelijke streven om een constructies met een eigen BV tegen te gaan onzekerheid ontstaat bij vele echte ondernemers die via een eigen BV werken?

 

3.     Op welke wijze moet een ondernemer met een eigen BV gaan controleren of er sprake is van een gezagsverhouding met de klant?

 

4.     Klopt het dat de Belastingdienst het standpunt heeft ingenomen dat zzp’ers op bouwplaatsen niet meer mogelijk zijn, omdat zij altijd onder leiding en toezicht staan?

 

5.     Zo ja, hoe kunt u dit rijmen met de toezeggingen tijdens de wetsbehandeling van de Wet Deregulering Arbeidsrelaties dat deze wet geen wijziging brengt in de definitie van werknemer en ondernemer en dat wie onder het VAR-regime ondernemer was, dat blijft onder de nieuwe wet? 2)

 

6.     Klopt het dat de Belastingdienst het standpunt heeft ingenomen dat zzp’ers niet met werknemers samen kunnen werken aan dezelfde klus? Kunt u uw antwoord toelichten?

 

7.     Als een opdrachtgever wegens krapte in de bezetting twee zzp’ers inhuurt om samen met twee metselaars in loondienst buitenmuren te metselen, betekent dit dan dat de zzp’ers in loondienst zijn bij de opdrachtgever?

 

8.     Als een grote private onderneming of een grote publieke organisatie, zoals de Rijksoverheid, wegens krapte in de bezetting of afwezigheid van specifieke kennis zzp’ers inhuurt om samen met ICT’ers in loondienst aan hetzelfde ICT-systeem te werken, betekent dit dan dat de zzp’ers in loondienst zijn bij de opdrachtgever?

 

9.     Zo ja, hoe kunt u dit rijmen met de in vraag 5 aangehaalde toezeggingen?

 

10.  Herkent u de signalen dat door de standpunten van de Belastingdienst zoals genoemd in de vragen 4 en 6 in de bouw een zzp-stop dreigt?

 

11.  Herkent u de signalen dat ook in andere sectoren het inhuren van zzp’ers fors terugloopt? Welke actie gaat u ondernemen om deze terugloop, die veroorzaakt wordt door onduidelijk overheidsbeleid, te stoppen?

 

12.  Kunt u aangeven welke factoren van belang zijn bij het beoordelen van loondienst cq ondernemerschap in de situatie dat een zzp’er als dienst aanbiedt om zieke werknemers of werknemers met verlof te vervangen?

 

 

13.  Hoeveel modelovereenkomsten zijn er de afgelopen drie maanden (1 juni – 1 september ) voorgelegd aan de belastingdienst? Hoeveel van de voorgelegde overeenkomsten zijn beoordeeld, hoeveel zijn akkoord bevonden en hoeveel zijn gepubliceerd?

 

14.  Waarom zijn er de afgelopen maanden bijna geen nieuwe modelovereenkomsten gepubliceerd op de website van de belastingdienst?

 

15.  In hoeverre vormen richtlijnen en procedures (bijvoorbeeld bij grote projecten) ter bevordering van de kwaliteit, integriteit en de veiligheid een belemmering voor de afwezigheid van een gezagsverhouding?

 

16.  Op welke wijze dienen opdrachtnemers en opdrachtgevers te beoordelen of conform de modelovereenkomst ‘algemeen tussenkomst’ sprake is van een ‘langere duur dan gebruikelijk’? 4)

 

17.  Mag elke inspecteur een eigen interpretatie geven aan  ‘langere duur dan gelet op de aard van de werkzaamheden’ of zijn daarvoor duidelijke richtlijnen? Zo ja, kunt u die dan geven?

 

18.  Klopt het dat opdrachtnemers die volgens een modelovereenkomst werken geen ondernemer hoeven te zijn? 3) Zo ja, op welke wijze is dit aan de groep zelfstandigen met een VAR gecommuniceerd en hoe strookt dit met uitspraken als ‘Het is wel zo dat schijnzekerheid verandert in zekerheid; zekerheid vooraf.’? 5)

 

19.  Bent u bereid het begrip ‘langere duur dan gebruikelijk’ invulling te geven middels een beleidsbesluit of een aanvulling van de handreiking DBA om daarmee een gelijk speelveld te garanderen?

 

20.  Waarom kan een zzp’er die rechtstreeks een overeenkomst aangaat met een opdrachtgever wel voor onbepaalde tijd een opdracht kan uitvoeren 6) en een zzp’er die voor diezelfde opdracht gecontracteerd wordt via een intermediair niet?

 

21.  Kunt u aangeven tot welke oordelen of wijzigingen het instellen van de Commissie Modelovereenkomsten DBA geleid heeft?

22.  Is het de bedoeling dat er na invoering van de DBA minder mensen als ZZP’er werken?

23.  Verwacht u dat er in dit overgangsjaar veel mensen die nu als ZZP’er werken, hun opdrachten zullen kwijtraken vanwege de aanhoudende onzekerheid, die veel inhuurders kopschuw maakt, vanawege de forse boetes?

24.  Welk perspectief kunt u geven voor ZZP’ers die niet meer ingehuurd worden?

25.  Kunt u deze vragen een voor een en binnen de normale termijn beantwoorden?

 

 

 

1)    https://www.youtube.com/watch?v=kcj0bWuKpzo

 

2)    Bijvoorbeeld: 

‘In allerlei verschillende wetten, maar ook in de jurisprudentie, is bepaald wanneer iemand zelfstandige is en dus aanspraak kan maken op die fiscale arrangementen. De Belastingdienst doet niets anders dan die wet uitvoeren. Dat deden we op een manier die veel belemmeringen kende en dat gaan we nu op een andere manier doen. Er verandert niets aan die grenzen; dat wat toegestaan was, blijft toegestaan en dat wat niet toegestaan was, blijft niet toegestaan.’

‘Het wettelijk kader rond zelfstandigheid verandert niet; wie het was, blijft het en wie het niet was, wordt het ook niet. Het begrip «ondernemer-schap» wordt bepaald in allerlei verschillende wetten en jurisprudentie. Dat begrip ligt vandaag niet voor. Daar doen we niets mee.’

Wetgevingsoverleg d.d. 29 juni 2015, Kamerstukken II 2014-2015, 34 036 nr. 19.

 

3)    Antwoord van de Staatssecretaris van Financiën d.d. 28 april 2016, Kamerstukken II 2015-2016, aanhangselnummer 2411, onderdeel 10. 

 

4)    Het bewijsvermoeden van het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing indien Opdrachtnemer hoofdzakelijk werkzaam is voor Opdrachtgever op basis van (opvolgende) opdrachten van (gezamenlijk) langere duur dan gelet op de aard van de werkzaamheden gebruikelijk is), modelovereenkomst nr. 9015550000-09 | 19 – 10 – 2015.

 

5)    Wetgevingsoverleg d.d. 29 juni 2015, Kamerstukken II 2014-2015, 34 036 nr. 19. 

 

6)    Bijvoorbeeld ingevolge de algemene modelovereenkomst Geen verplichting tot persoonlijke arbeid, nr. 90515112643-2 | 21 – 03 – 2016. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.