17 september 2013

Het kabinet Rutte-II verhoogt de belastingschijf van 42% stiekem naar 45% en zelfs 49%.

Zo verhogen Zijlstra en Samsom het belastingtarief voor middeninkomens naar 49%. Voor hogere inkomens naar 59%. En ook voor mensen vlak boven het minimumloon naar 45%.

Alleen het toptarief (voor de echt hoge inkomens) blijft 52%

Het belastingtarief voor de meeste werkende Nederlanders is nominaal 42%. Iedereen die tussen € 19.645 en  € 55.991 verdient, betaalt 42% belasting.(technisch: belasting en sociale premies).  Dit is het overgrote deel van werkend Nederland. Immers het minimumloon ligt iets boven € 19.000 per jaar

Als je meer belasting wilt binnenhalen, kun je natuurlijk de tarieven verhogen. Dat klinkt heel erg onsympathiek en heet nivellering

Je kunt ook de inkomensafhankelijke zorgpremie fors verhogen. Ook dat is een manier van openlijk nivelleren. Die manier is echter niet overal even populair gebleken het afgelopen jaar.

Je kunt ook in het geheim de percentages omhoog schroeven en dat is wat er deze jaren gebeurt.

In Nederland hebben we een groot arsenaal toeslagen en aftrekposten. We hebben ook een fors aantal heffingskortingen. Dit zijn bedragen die je in mindering mag brengen op je belasting.
Iedereen krijgt de algemene heffingskorting. Die is €2001 waard. Het is het besef dat iedereen een stuk inkomen mag verdienen zonder inkomstenbelasting te betalen. Vroeger was dat in de vorm van een belastingvrije voet.

Iets boven het minimumloon? 45% belasting

De regering stelt in haar plannen voor dat die heffingskorting inkomensafhankelijk worden. Je krijgt hem straks alleen nog maar in zijn geheel als je maximaal € 19.645 per jaar inkomen hebt.

Verdien je meer? Dan moet je de een stuk inleveren, te weten 2% van wat je meer verdient. Vanaf 2016 zelfs 3% van wat je meer verdient.

Dit betekent dus als je €20.000 verdient en een loonsverhoging krijgt van €100, je meteen €42 extra belasting betaalt en daarbovenop €2 minder algemene heffingskorting krijgt. Je betaalt dus totaal €44 extra belasting en zelfs €45 vanaf 2016. Je houdt zelf maar €55 over.

Is dat alles? (Anderhalf modaal = 49% belasting)

Nee hoor: nu al (sinds de wet uniformering loonbegrip) wordt een andere heffingskorting afgebouwd. Dat is de korting die je krijgt om te compenseren voor de noodzakelijke kosten die je maakt om te kunnen werken: de arbeidskorting.
Die wordt met 4% afgebouwd op het traject tussen €40.248 tot €69.573.

Als je in 2015 €45.000 verdient en een loonsverhoging krijgt van €100, dan betaal je dus €42+€3+€4 = €49 extra belasting. Je houdt zelf €51 over.

En een nog hoger inkomen?  (Twee keer modaal = 59% belasting)

Tussen €55.991 en €69.573 is het nominale tarief nu 52%. Door de afbouw van de heffingskortingen is het effectieve tarief in 2015 daar 58%.
En in 2016 wordt dat 59%, als de kabinetsplannen doorgaan.

Topinkomens? Dat blijft 52%

Voor de echte topinkomens is er niets meer om af te bouwen. De grenzen varieren van jaar tot jaar, maar boven de €125.000 is het belastingtarief gewoon 52%

Hoeveel houd ik dan echt over?

Dit verhaal hierboven geldt voor kostwinners met kinderen en alleenstaanden.
Op dit moment is het belastingtarief nog wat lager voor alleenstaande ouders en voor de minst-verdienende partner bij tweeverdieners. Maar ook daar stijgen de tarieven en marginale drukken door plannen met kindregelingen. Het voert hier te ver die uit te leggen.
Niet-werkenden krijgen de arbeidskorting niet en 65+ers betalen geen AOW-premie, zodat ook zij minder betalen.

Andere inkomensafhankelijke regelingen maken het erger

Mocht je denken bij minimumloon: dan mag ik die €55 van de €100 verdiend tenminste houden, dan heeft u het mis. We hebben in Nederland nog vele inkomensafhankelijke regelingen die minder worden naarmate je meer verdient

-          Huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget

-          De WTCG-toeslag (tot hij wordt afgeschaft)

Verder zijn er regelingen waar je meer moet betalen als je meer inkomen hebt. Denk aan eigen bijdragen in de zorg of ouderbijdrage bij de studiefinanciering.

De regering is van plan de afbouw van een aantal van deze toeslagen te versnellen, zodat de marginale tarieven verder oplopen. En er komen nieuwe inkomensafhankelijke regelingen ook bij dit kabinet. Zo moeten ouders gaan betalen voor de gratis schoolboeken. Ouders met lagere inkomens krijgen compensatie, ouders met een hoger inkomen niet

De werkgever dan

Een loonsverhoging van €100 kost de werkgevers veel meer. Vanwege de premies voor de zorgverzekeringswet, de werkloosheidswet, de arbeidsongeschiktheidswet en pensioenlasten betaalt een werkgever al gauw minstens €125 om het loon met €100 te verhogen.

 Het gevolg: de werknemer houdt in bijna alle gevallen veel minder dan de helft over van wat hij verdient. Soms maar 30%.

Nivelleren is een feest, dat in Nederland soms erg uitbundig gevierd worden

Heeft de regering ook cijfers en berekeningen hiervan?

ja hoor! Lees dit rapport van november 2012 van het Centraal Planbureau.

Tijdens deze regeerperiode stijgt de marginale druk over de hele linie.

Dus vanaf 2017 ziet de marginale druk van de belastingen er zo uit (dus zonder toeslagen, zonder andere inkomensafhankelijke regelingen:

Marginale tarieven in 2017

2017

tabeltarief

€19.645 - €40.248

45%

(42%)

€40.248 - €55.991

49%

(42%)

€55.991-±€93.000

59%

(52%)

-±€93.000-±€110.000

56%

(52%)

Vanaf €110.000

52%

(52%)

Ik heb het nog niet kunnen vergelijken met Cuba of andere mooie socialistische heilstaten, maar volgens mij komen we een aardig eind in de richting.

------------------------------------------------------------------------

Bijlage: tabellen en grafieken uit het belastingplan 2014

In het belastingplan staat op pagina 7, 8 en 9 een toelichting op de verhoging van de arbeidskorting en het inkomensafhankelijk maken van de algemene heffingskorting en het verder inkomensafhankelijk maken van de arbeidskorting.

In 2014 wordt de algemene heffingskorting verhoogd van €2001 naar €2100. Echter al vanaf een inkomen van € 19.645 daalt de algemene heffingskorting met 2%. Dus als je €100 meer verdient, dan krijg je €2 minder heffingskorting. In 2014 stopt die daling bij € 55.991.

In 2015 stopt die daling pas als je geen heffingskorting meer over hebt. En in 2016 en 2017 wordt de afbouw versneld naar 3%.

 Hieronder heb ik de tabellen uit het belastingplan gekopieerd. Daarin zie je hoe beide heffingskorting steeds meer inkomensafhankelijk worden.

Tabel 3 Hoogte algemene heffingskorting bij een bepaald inkomen in 2013 t/m 2017 in €.

2013

2014

2015

2016

2017

20.000

2001

2093

2211

2267

2263

40.000

2001

1693

1791

1665

1670

60.000

2001

1362

1371

1055

1060

80.000

2001

1362

951

445

450

90.000

2001

1362

741

140

145

100.000

2001

1362

531

0

0

120.000

2001

1362

111

0

0

Figuur 2 Verloop arbeidskorting in 2013 t/m 2017 (rekening houdend met verwachte inflatiecorrectie)

 

Tabel 5 Hoogte arbeidskorting bij een bepaald inkomen in 2013 t/m 2017 in €.

2013

2014

2015

2016

2017

20.000

1723

2097

2228

2501

2667

40.000

1723

2097

2228

2501

2674

60.000

933

1325

1484

1775

1966

80.000

550

525

684

975

1166

90.000

550

367

284

575

766

100.000

550

367

184

175

366

≥110.000

550

367

184

0

0

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.