Het vastgelopen pad naar een belastinghervorming
Het Nederlandse belastingstelsel is zeer complex. Soms begrijpt zelfs de belastingdienst het niet. Een complex stelsel is lastig uit te voeren, leidt tot veel fouten en irritatie en is dus economisch ook ineffecient.
Het stelsel moet dus eenvoudiger. Dat is al een tijd duidelijk.
Staatssecretaris Weekers presenteerde in 2011 zijn toekomstvisie op een nieuw belastingstelsel. Een van de plannen was een uniform btw tarief. Ofwel een verhoging van de belasting op boodschappen met 13%. Al achter de schermen hadden CDA en PVV aangegeven dat niet te willen vanwege grenseffecten en wij gaven dus aan dit niet te willen. Hij zette het toch als mogelijkheid in het plan en dat stuitte dus op forse bezwaren.
De Kamer nam toen het initiatief en middels de motie-Dijkgraaf (2011) werd het kabinet gevraagd om een studiecommissie in te stellen voor een nieuw belastingstelsel.
Dat rapport kwam er in twee stappen. Een tussenrapportage (die beschikbaar was voor de formatie ) en een eindrapport van de commissie-Van Dijkhuizen in juni 2013. Dit rapport doet een serie concrete voorstellen. Een klein aantal voorstellen werd overigens al ingevoerd. En het plan voor de huishoudentoeslag sneuvelde omdat het onuitvoerbaar was.
En toen werd het stil. Normaal geeft het kabinet na een aantal maanden een reactie op zo’n rapport. Ondanks herhaalde toezeggingen van zowel Weekers als zijn opvolger Wiebes, is er nooit een reactie op dat rapport gekomen. Het kabinet heeft daar waarschijnlijk wel meer dan een jaar over vergaderd.
Deze zomer wilde de regering toch zelf met een plan komen. Dat ging kennelijk redelijk chaotisch.
Eerst sloegen VVD en PvdA een aantal piketpalen over onder andere belasting op vermogens. In het debat gaf Pechtold (wiens steun nodig is in de eerste Kamer, ten minste tot mei 2015) aan dat hij twee keer door de regeringspartijen uitgenodigd was en dat het twee keer was afgezegd. Toch was er een keer gesproken over een nieuw stelsel.
Toen we de USB-sticks kregen met de embargostukken was daar geen enkel stuk over belastingen te vinden.
Pas op Prinsjesdag zelf werd het belastingplan openbaar, evenals een brief over de toekomst van het belastingstelsel. Na meer dan drie jaar plannen, schetst de regering daarin alleen maar denkrichtingen en mogelijkheden. Dilemma’s en voorbeelden. Maar in ieder geval geen concreet plan of een keuze tussen twee concrete plannen.
Dat is dan ook de reden dat de Kamer een concreet plan vraagt na zoveel nadenken binnen het kabinet.
Overigens is het interessant te zien dat de regering belastingen ziet als een instrument om te prikkelen. De doelstelling: rechtvaardig belastingen innen naar draagkracht wordt in zijn geheel niet genoemd. Die prikkels leiden in zijn algemeenheid niet tot een eenvoudiger stelsel. Dus de doelstellingen van de regering lijken soms tegenstrijdig en daarom is het zo belangrijk om een concreet plan te zien, dat je dan kunt toetsen op eenvoud, uitvoerbaarheid en economische effecten.
De aanvullende eisen van een aantal partijen vandaag doen dat ook niet. Zo is de box-3 belasting op vermogen (gewoon 1,2% van wat je bezit) heel eenvoudig. Een vermogenswinstbelasting (elk jaar belasting betalen over de winst en dan belasting terugkrijgen als je verlies lijdt op aandelen) heel veel ingewikkelder.
Mocht de regering overigens vaart willen maken met belastinghervorming, dan kan het zo onze plannen pakken en gebruiken.
Ons rapport uit 2009 over de sociale vlaktax (eigenlijk twee schijven)
Onze begroting uit 2015, waarin ze een behoorlijke eerste stap zetten op weg daarnaar toe.
En ja we zijn ook eerlijk: wij zullen belasting op arbeid verlagen, net als de accijnzen (vanwege grenseffecten). Dat betalen we door minder overheid, maar ook met meer belasting op zuinige auto’s (waarop je de afgelopen jaren belastingvoordeel op belastingsubsidie kon stapelen).