[Katholiek Nieuwsblad, 10 februari 2012]
De Arabische Lente is voor christenen in het Midden-Oosten veelal een kille winter.
Ongerust en soms met weinig begrip voor de lokale situatie kijk het Westen naar de Arabische Lente. De gehoopte doorbraken blijven uit en dagelijks zien we de machteloosheid van de wereldgemeenschap ten opzichte van Syrië.
Wanneer dictators gevangen worden, begint de zoektocht naar een nieuwe nationale identiteit. De islam ligt voor de hand als nationaal bindmiddel. Intern is de verdeeldheid echter groot: sjiieten en soennieten bestrijden elkaar en groepen als de alevieten en ahmadi's worden niet eens als moslims erkend. Wel leiden pogingen tot het vormen van zo'n nationale identiteit tot een veel moeilijkere positie van religieuze en etnische minderheden.
Druk op christenen
De druk op christenen is enorm toegenomen. De koptische gemeenschap in Egypte lijdt zichtbaar en Pakistaanse christenen hebben de constante dreiging van draconische blasfemiewetten.
Het christendom wordt gemarginaliseerd in het Midden-Oosten. Waar Paulus ooit bloeiende gemeenschappen stichtte en aantrof, resten nu kleine groepjes. In Turkije is het aantal christenen in een eeuw teruggelopen van een kwart van de bevolking naar minder dan 1 procent. En zelfs die ene procent heeft geen gelijke rechten. Ondanks internationale protesten onteigent Turkije bijvoorbeeld de gronden van het Syrisch-orthodoxe Mor Gabriel-klooster.
En de oecumenisch patriarch in Istanboel mag zijn eigen titel niet voeren en heeft moeite visa en paspoorten te krijgen. Zijn seminarie in Halki is ondanks een bindende uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mensen nog steeds gesloten. Dit alles na een genocide en de verdrijving van grote groepen christenen nadien.
Gelijke munt?
Soms zijn we in het verleden te naïef geweest wanneer door de Turkse overheid betaalde imams hier naartoe gestuurd werden of wanneer andere overheden hier moskeeën financierden.
Maar moet je met gelijke munt terugbetalen? Ik geloof dat het Westen juist aantrekkelijk is vanwege zijn vrijheden en tolerantie, die voortkomen uit het christendom en het humanisme. Die waarden overboord zetten en kiezen voor een fundamentalistische antihouding en angst is een slechte weg. Beter zou het zijn als wij onze eigen waarden herontdekken en zien waar we zelf voor staan en er dan ook naar leven. Die waarden en de bijbehorende normen moet je dan wel concreet maken, uitdragen en collectief naleven. Daar heeft het nog wel eens aan geschort.
Waarom gaat de koningin op staatsbezoek wel een moskee binnen, maar nodigt zij in Nederland een islamitisch staatshoofd niet uit voor een bezoek aan de St.-Jan in Den Bosch, een plaats waar Nederlanders al eeuwenlang hun geloof beleven?
Waakzaam zijn
Dan hoop ik wel dat een deel van Europa niet gaat overhellen naar een fundamentalistisch secularisme waarin godsdienst slechts in de eigen huiselijke kring vrij beleefd kan worden. Afgezien van het feit dat ik als een gelovig persoon graag plaats zie voor religie in het publieke domein, zou dat ook betekenen dat onze relatie met andere gelovige delen van de wereld nog moeizamer zou worden.
De komende maanden moeten we extra waakzaam zijn. Neem Syrië. De familie Assad heeft herhaaldelijk zijn brute gezicht laten zien en de slachtpartijen moeten gestopt worden. Toch worden zij niet automatisch gestopt wanneer het regime valt. Sterker nog, er is een gerede kans dat minderheden als christenen en alevieten, die door de heersende godsdienstvrijheid in Syrië aan het huidige bewind gekoppeld worden, acuut in de problemen komen en vluchten.
Bij elk toekomstplan moeten mogendheden die willen ingrijpen dat scherp voor ogen hebben. Niet door achteraf vluchtelingenstromen in goede banen te leiden, maar door vooraf duidelijk te kijken wie gesteund worden en welke plannen zij hebben. Want als Westen hadden we beter moeten weten toen we de bevrijding van Irak een kruistocht noemden (Bush) of de taliban steunden tegen de Russen in Afghanistan.
Bondgenoten
We zouden veel meer de moslims hier tot bondgenoot moeten maken. Zij kunnen getuigen van de ruimte die godsdienstvrijheid hen geeft om zich te ontplooien. De overgrote meerderheid van de moslims in ons land siddert bij de gedachte dat zij maar mogen kiezen voor één soort geloofsbelevening of religieus ideaal, de fundamentalistische interpretatie die volgens sommige Nederlandse politici de enige geldige is in de islam.
Onze eigen angst en onzekerheid zijn onze slechtste raadgevers.
Pieter Omtzigt is lid van de Tweede Kamer voor het CDA en van de Raad van Europa.