Afgelopen dinsdag vond in de Tweede Kamer het debat plaats over het aftreden van het kabinet wegens de toeslagenaffaire en het rapport ‘Ongekend Onrecht’ van de commissie-Van Dam. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt, die zich jarenlang in het dossier heeft vastgebeten, benadrukte in zijn bijdrage dat het belang en de compensatie van de gedupeerde gezinnen op de eerste, tweede en derde plek moet staan. Tienduizenden ouders en hun kinderen stonden machteloos tegenover een overheid die hen de vernieling in hielp, waar ze juist beschermd hadden moeten worden.
Daarnaast richtte Omtzigt zich op de fundamentele veranderingen die nodig zijn om het vertrouwen in de rechtsstaat te herstellen. In de overheid, in de rechtspraak, in het maatschappelijk middenveld, in de media, maar juist ook in de politiek zelf, inclusief de Tweede Kamer. Openheid moet weer de norm worden, macht moet tegenmacht ontmoeten, niet om het gevecht, maar om problemen onder ogen te zien en samen op te lossen. Omtzigt gaf in zijn eerste reactie op het kabinetsaftreden al aan dat dit ‘een lang proces zal worden. Een proces waarbij we samen die geschonden rechtsstaat herstellen, met een dienstbare overheid, die burgers niet vermaalt en vermorzelt, maar kansen biedt en de noden van mensen centraal stelt.’