CDA en ChristenUnie willen weten hoe Overijssel inspeelt op het nieuwe Interbestuurlijk Programma van het Rijk
De fractievoorzitters Jan Westert (ChristenUnie) en Martin Reesink (CDA) hebben vragen gesteld aan het college van GS over het nieuwe Rijksprogramma om samen met provincies en gemeenten te investeren in nieuwe maatschappelijke opgaven, zoals klimaat, vitaal platteland, energietransitie, toekomstbestendig wonen, en ondermijning . De beide fractievoorzitters willen weten of het college goed is aangehaakt, want zij zien kansen voor Overijssel.
Overijssel is in staat om met cofinanciering op een goede wijze in te spelen in de nieuwe vraagstukken voor de komende periode. Dan is het nodig dat er een goede inzet van het college op dat Interbestuurlijk programma wordt gepleegd. Westert en Reesink willen van het college weten hoe actief zij betrokken is in het Interprovinciaal Overleg. Het rijk heeft middelen beschikbaar, maar dan moeten ook de eigen investeringsagenda’s op orde zijn van de provincie. De beide fractievoorzitters zien daar nieuwe kansen. Die lijn sluit ook aan op de motie Reesink c.s. om voor de komende periode nieuwe maatschappelijke opgaven te definiëren in lijn met het recent uitgebrachte rapport van het Trendbureau over nieuwe tegenstellingen. ChristenUnie en CDA vragen van het college een brief, waarin zij hun inzet uiteenzetten en ingaan op de mogelijkheden voor Overijssel in de komende jaren. De beide fractie willen dat die inzet wordt betrokken bij de komende Perspectiefnota met het oog op de begroting voor 2019.