CDA laat het Orkest van het Oosten niet vallen
In de commissievergadering “Sociaal en Cultuur” is uitgebreid gesproken over het voorstel van Gedeputeerde Staten (GS) om het orkest tot 2020 financieel te blijven ondersteunen. In totaal gaat het om ruim € 2 miljoen. Het orkest is gevraagd met goed onderbouwde voorstellen te komen die door deskundigen getoetst worden
Het orkest moet zich vooral richten op de eigen provincie Overijssel en als begeleidingsorkest de verbinding met de samenleving aan gaan. He CDA vindt de plannen realistisch, maar zeker niet zonder risico. Sponsoren kunnen afhaken, inkomsten kunnen tegenvallen of het door voeren van de afslankingsplannen kan vertraging op lopen.
In beginsel positief
De gevraagde financiële steun is nodig om te kunnen voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een jaarlijks rijkssubsidie van € 3. 5 miljoen voor de cultuurperiode 2017-2020. Het orkest werkt momenteel aan de uitvoering van een reorganisatieplan wat o.a inhoudt dat de orkestleden 30% van hun arbeidscontract inleveren en er gesnoeid wordt in de kosten van de bedrijfsvoering.
Het CDA staat in beginsel positief tegenover de voorstellen. Belangrijke overwegingen zijn onder andere:
- de grote betekenis van een goed cultuurklimaat als vestigingsfactor van bedrijven;
- het belang van professionele ondersteuning van amateurmuziek en cultuur educatie;
- de economische betekenis van het orkest met een budget van € 5.5 miljoen per jaar en ook de indirecte werkgelegenheid die hiermee te paard gaat.
- dat opheffing inhoudt dat Overijssel wellicht nooit weer een orkestvoorziening terug krijgt wat een rampzalige aderlating voor de hele cultuursector betekent.
Samenwerking
Het CDA vindt echter ook dat er een heel concreet streven moet zijn voor een fusie met het Gelders orkest en nauwe samenwerking met de Nationale Reisopera. In de regio Oost is er uiteindelijk maar voor één orkestvoorziening levensvatbarheid. Voorts mag extra steun worden verwacht van de gemeente Enschedé en de beide andere Netwerksteden Almelo en Hengelo. Zij hebben in een brief verwoordt groot belang te hechten aan het voortbestaan van het orkest,
Dat het orkest verder wil met een andere bestuurder en een andere raad van Toezicht is een logische keuze gezien de grote financiële problemen, die het gevolg zijn van een onrealistisch businessplan en veel te ambitieuze plannen.