Het herbergen van vluchtelingen is naastenliefde
door: Jeroen Piksen
Nederland wordt geconfronteerd met een enorme toename van vluchtelingen en de daarop volgende asielverzoeken. Momenteel stromen 1800 vluchtelingen per week Nederland binnen. Iedereen onder dak brengen is een forse opgave, waarvoor ons land trouwens al veel vaker heeft gestaan. In 1914 vluchtten 1 miljoen Belgen naar Nederland, dat toen 6,2 miljoen inwoners telde. Ook toen was er veel zorg en weerstand onder bevolking maar de liberale premier Cor van de Linden wist de ontstane problemen te kanaliseren en op te lossen. Rond de laatste eeuwwisseling werden jaarlijks ongveer 80.000 asielzoekers per jaar in de centrale opvang van het COA geplaatst.
De rol van de provincies komt ,meer dan in het verleden, in beeld. Provincies moeten er op toezien dat gemeentes de hen toebedeelde opgave voor huisvesting van statushouders (zij die voor tenminste 5 jaar een verblijfsvergunning hebben) waar maken. Gelukkig kunnen we vast stellen dat Overijssel, in tegenstelling tot vele andere provincies, deze opgave waar maakt. In oktober was reeds 93% van de 2000 te huisvesten statushouders gerealiseerd. Daarnaast kan de provincie (gedeputeerde staten) dwingend optreden door de bestemming van bepaalde gebouwen in gemeentes te wijzigen met het oog het huisvesten van vluchtelingen. Het CDA gaat echter uit van het probleemoplossend en samenwerkend vermogen van gemeentes, dus niet van drang en dwang.
Het CDA-Overijssel wil royaal en loyaal mee werken aan de door het rijk aan de provincie opgelegde huisvestingstaken. Wie wel en niet wordt toegelaten tot Nederland bepaalt het rijk. Uit naastenliefde willen we vluchtelingen herbergen. Niemand mag op straat slapen. Het CDA is heel blij dat in onze provincie honderden burgers, kerken en verenigingen zich het lot van vluchtelingen aantrekken en geheel vrijwillig praktische hulp bieden. Maar we weten ec ook dat veel mensen zich enorm bezorgd maken en zij vragen zich of de consequenties van het opnemen van zoveel vluchtelingen in de toekomst te overzien zijn: angst voor andere godsdiensten en culturen, veiligheid, mislukking van integratie, extremisme en radicalisering. Het CDA neemt deze zorgen ook serieus en vindt dat deze benoemd mogen worden.
Het CDA-Overijssel is voorstander van kleinschalige opvang, dus veel minder dan 1000 personen per locatie. Uit een recent CDA-bezoek aan een opvanglocatie van 220 personen in Ootmarsum blijkt zonneklaar dat angsten en zorgen bij de bevolking kantelen naar betrokkenheid en actieve steun, bijvoorbeeld door gepensioneerde onderwijzers die Nederlandse les geven, sportverenigingen die vluchtelingen uitnodigen mee te doen, begeleiding bij wandelactiviteiten etc. Verveling is de bron van ongewenst gedrag, spanning en zelfs depressie.
Bij het bepalen van locaties is transparantie een voorwaarde. Evenals betrokkenheid en inspraak van de lokale bevolking. Wij willen geen “Oranje-gevoel”: 1500 vluchtelingen in een dorp van 150 inwoners.
Op 11 november zal er in de vergadering van de Provinciale Staten een initiatiefvoorstel worden ingebracht waar ook het CDA achter staat. De kern van dit voorstel is dat de provincie de ideeën en initiatieven van burgers en organisaties bundelt, door het instellen van een “Marktplaats voor Noaberschap”. We hopen hiermee een hele goede bijdrage te leveren aan het welzijn van de vluchtelingen in Overijssel en ook support te geven aan alle vrijwilligers. Het CDA hoopt echter ook dat vluchtelingen, net zoals de Belgische vluchtelingen in 1918, uiteindelijk de weg naar hun vaderland terug vinden om daar hun bestaan te hervatten en waardevol te zijn voor de heropbouw van hun vaderland. Wellicht nemen zij dan iets van ons “Noaberschap” mee.