IJsseldelta: bakermat van de Westerse beschaving?
De Moderne Devotie verdient erkenning door UNESCO als immaterieel cultureel erfgoed, betoogt gedeputeerde Eddy van Hijum in zijn tweemaandelijkse column voor het CDA-Overijssel. Betrokken organisaties zouden zich hiervoor samen met regionale overheden hard moeten maken richting het kabinet, in aanloop naar de Internationale Hanzedagen van 2017 in Kampen.
In mei 2017 is Kampen de trotse gastheer van de 37e Internationale Hanzedagen. Dit is een jaarlijks terugkerend evenement van de Europese Hanzesteden, waarbij zowel wordt teruggeblikt als vooruitgekeken. Het Hanzeverbond is in de middeleeuwen ontstaan als een netwerk van handelssteden rond de Noordzee en Oostzee. De Overijsselse Hanzesteden Kampen, Hasselt, Zwolle en Deventer wisten volop van de bloeiende handel te profiteren en ontwikkelden zich tot welvarende en machtige steden. Vandaag de brengt de "nieuwe Hanze" - opgericht in 1980 in Zwolle - jaarlijks ruim 180 steden uit 16 landen bijeen om het cultuur-historisch besef levend te houden en nieuwe vormen van internationale samenwerking te stimuleren.
Moderne Devotie
Interessant is dat in de beschouwingen over de economische bloei en het succes van de Hanzesteden toenemende aandacht is voor de culturele context. De Hanzesteden werden niet alleen gekenmerkt door handelsgeest, maar de stedelijke samenlevingen maakten ook op het gebied van onderwijs, cultuur en religie een sterke ontwikkeling door. Dankzij de bloeiende handel groeide in de steden een relatief welvarende middenklasse, die zich geleidelijk aan steeds onafhankelijker opstelde tegenover het wereldlijk en kerkelijk gezag. In het bijzonder kan worden gewezen op de Moderne Devotie, een vernieuwingsbeweging binnen de Katholieke Kerk die ontstond in de IJsseldelta. De grondlegger van deze beweging, Geert Groote uit Deventer (1340-1384), keerde zich in felle bewoordingen tegen uitwassen binnen de Kerk zoals wangedrag van priesters en geldverspilling. Daarnaast stichtte hij in zijn stad leefgemeenschappen, gericht op geloofsbeleving, studie en werk. Dankzij het onderwijs, de opkomst van de drukpers en de Hanze verspreidde het gedachtengoed zich snel. De Latijnse scholen in Deventer en Zwolle oefenden daarnaast aantrekkingskracht uit op leerlingen in heel Europa. In het begin van vijftiende eeuw kende de moderne devotie een groot aantal broeder- en zusterhuizen, stadsscholen en kloosters, tot ver binnen Noordwest-Europa. De meest tastbare erfenis van de beweging is echter het levenswerk van Thomas a Kempis, de 'Imitatione Christi'. Dit boek werd na de Bijbel het meest gelezen en gedrukte boek in de christelijke literatuur. De recente vertaling in gewone taal van Mink de Vries (2008) draagt hier ook weer aan bij. Het boek is vooral een oproep tot onvoorwaardelijke navolging van Jezus, en tot de bescheiden en sobere leefstijl die daar volgens de moderne devoten bij hoort.
Cultureel erfgoed
De laatste jaren is de belangstelling voor de Moderne Devotie sterk toegenomen. Er zijn diverse boeken over de beweging verschenen, werden tentoonstellingen georganiseerd en er vonden meerdere symposia plaats. In 2011 tekenden de burgemeesters van Deventer en Zwolle zelfs een 'verdrag van Windesheim', waarin beiden de intentie uitspreken om het cultuurhistorisch erfgoed en gedachtegoed te bewaren, levend te houden en actuele betekenis te geven.
Maar wat is dan precies die culturele erfenis, en hoe kunnen we deze onderhouden? In onze steden staan gebouwen en beelden die ons aan vervlogen tijden herinneren, en verwijzen namen van instituten en straten naar Geert Groote en Thomas a Kempis. In wandelgidsen en op internet zijn thematische wandelingen te vinden door de stadscentra. En tussen Deventer en Zwolle kronkelt het 'Geert Grootepad' zo'n honderd kilometer langs plaatsen met historische betekenis, zoals Diepenveen, Windesheim en Bergklooster. Op het gebied van cultuurhistorie is er voor de geïnteresseerde inwoner en toerist dus inmiddels wel het nodige te beleven.
Gemeenschap
Ingewikkelder wordt het als we proberen om de 'waarden' te benoemen die ons via de moderne devotie zijn bijgebracht en bijgebleven. Hierbij wordt al snel een verband gelegd met eigenschappen als verbondenheid en bereidheid tot samenwerken. Zo schrijft de economische monitor van de regio Zwolle (2015) de "intrinsieke en ambitieuze bereidheid tot samenwerken" in de regio mede toe aan een "regionaal DNA dat sterk gekenmerkt wordt door moderne devotie". Ook de Deventer ondernemer Harry Webers stelt in zijn ambitiedocument 'de Nieuwe Hanze' dat de unieke Hanzewaarden nog steeds in het DNA van de steden zitten, mede dankzij het immateriële erfgoed op gebied van religie/spiritualiteit. Naast ondernemerschap, durf en lef doelt hij hiermee op verbondenheid, samenwerking, burgerzin en gemeenschapszin. Zelf heb ik tijdens een symposium over de actuele betekenis van de Moderne Devotie in Zwolle in 2012 getracht een verbinding te leggen met het gemeenschapsdenken in de politiek. De vraag is of we zo niet teveel bezig zijn de beweging voor hedendaagse karretjes te spannen.
De Moderne Devotie was namelijk niet in de eerste plaats een maatschappelijke of een politieke, maar een spirituele beweging. De eerste devoten kozen voor samenleven in kleine broeder- en zusterschappen van het 'gemene leven', geïnspireerd door de eerste christengemeenschappen. Zij voerden een gemeenschappelijke huishouding, voorzagen in het eigen onderhoud door te werken en verleenden zorg aan armen en zieken. Maar bovenal richtten zij zich op een vroom geestelijk leven, gericht op een persoonlijke toenadering tot God (Devotio Moderna = innerlijke vernieuwing). Daarbij werd radicaal afstand gedaan van alle wereldse zaken die de navolging van Christus in de weg zouden kunnen staan, in het diepe besef dat de sterfelijkheid, zondigheid en onwetendheid van de mens tot grote bescheidenheid noopt. Volgens historicus Herman Pleij heeft deze permanente zelfrelativering binnen de gemeenschappen van de Moderne Devotie bijgedragen aan de afkeer die we in onze cultuur nog steeds kennen van hoogmoed en verbeelding ("doe maar gewoon"). Wie de 'Imitatio' van Thomas a Kempis leest - in mijn geval de versie in 'jonge taal' - ontdekt echter wel méér dan alleen een lesje nederigheid. Het boek leest als een oproep om je te richten op de dingen die er écht toe doen en je niet te laten afleiden door zaken die je van de kern afleiden. Bij deze permanente zoektocht naar de waarheid horen ook omgangsvormen in het sociale verkeer zoals goed luisteren, nadenken voordat je iets doet/zegt, eerlijk zijn en niet te snel oordelen over anderen. Geen onbelangrijke waarden voor wie respectvol samenleven nastreeft.
Persoonlijke beleving
Nog wezenlijker is echter dat de Moderne Devotie de persoonlijke geloofsbeleving centraal stelde, in plaats van door de Kerk voorgeschreven doctrines en rituelen. In die zin kan de beweging als voorloper worden beschouwd van de Reformatie en het (christelijk) Humanisme, al verschillen historici van mening over de de vraag in hoeverre je deze bewegingen rechtstreeks met elkaar in verband mag brengen. Hoe dan ook vormde de Moderne Devotie een betekenisvolle breuk met de situatie waarin mensen het "heil" slechts konden ontvangen via een bemiddelende rol van de Kerk, hetgeen de Kerk als instituut een stevige machtspositie gaf over het individu. Geert Groote keerde zich fel tegen praktijken binnen de Kerk die volgens hem haaks stonden op de boodschap van het Evangelie. De toenemende argwaan tegen deze ondermijning van het waarheidsmonopolie leidde er toe dat de bisschop van Utrecht een preekverbod voor diakenen instelde. Dit alles kon niet verhinderen dat 'lekenvroomheid' steeds meer de plaats innam van interpretatie door geestelijken. Door jongeren op te leiden en teksten in de volkstaal te verspreiden gaf de Moderne Devotie steeds meer mensen rechtstreeks toegang tot "de bron". Niet alleen tot Bijbelteksten overigens, maar ook tot klassieke geschriften van kerkvaders als Augustinus en Griekse en Romeinse auteurs zoals Socrates en Cicero.
De Moderne Devotie leidde niet tot een breuk binnen de Kerk, maar heeft wel een aantal latere hervormers beïnvloed. Zo studeerde Desiderius Erasmus van 1478 tot 1484 aan de Latijnse school in Deventer, en onderging ook Maarten Luther de invloed van de Moderne Devotie. Ook Erasmus en Luther verzetten zich tegen misstanden in de Kerk en legden de nadruk op de persoonlijke geloofsbeleving. Maar beide denkers bewandelden uiteindelijk verschillende wegen. De Reformatie van Luther leidde tot afscheiding(en) van de Rooms-Katholieke Kerk en daarmee tot pluriformiteit binnen de christelijke Kerk, met alle spanningen en twisten van dien. Erasmus en andere humanisten wilden de (eigen) godsdienst ontdoen van dogmatische scherpslijperij, en legden de nadruk op zelfontplooiing, redelijke dialoog en tolerantie. Het zou interessant zijn om nader te onderzoeken wat de directe én indirecte betekenis van de Moderne Devotie is geweest voor de individuele (geloofs-)vrijheid die we vandaag de dag beschouwen als een fundament van onze beschaving. Zo'n verkenning leert ons iets over de veranderende verhoudingen tussen individu, geloofsgemeenschappen, de Kerk als instituut en de Staat. Het leert ons tevens dat onze huidige democratische rechtsstaat geen neutraal en leeg vehikel is, maar (mede) de resultante van een eeuwenlange emancipatie van het individu die binnen het christendom zelf ontstond. Geloofsvrijheid werd in woord en daad bevochten op Kerk en Staat, en onderlinge religieuze tolerantie werd met vallen en opstaan uitgevonden. Door ons te verdiepen in de Moderne Devotie leren we de basis van de Westerse beschaving en de onderliggende waarden - en daarmee onze identiteit - kennen. Dat zou in de huidige overspannen verhouding tussen religie en rechtsstaat wel eens goed van pas kunnen komen.
Erkenning
Het gaat te ver om de IJsseldelta hier nu als bakermat van de Westerse beschaving neer te zetten. Maar een historische vindplaats van de kanteling naar (individuele) geloofsvrijheid is onze regio zeker. Daarom verdient de Moderne Devotie erkenning als immaterieel cultureel erfgoed door UNESCO, zoals reeds bepleit door Frits van Oostrom, hoogleraar Nederlandse letterkunde. Van Oostrom noemde de Moderne Devotie in een lezing in 2013 "de enige van oorsprong Nederlandse geestelijke stroming van waarlijk mondiale betekenis in ruimte en tijd". Zijn pleidooi kreeg de nodige bijval, maar heeft nog niet eens geleid tot opname in de Nationale Inventaris. Dit is het voorportaal van een internationale nominatie bij UNESCO door het kabinet, beheerd door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE). De Raad voor Cultuur werkt momenteel aan een voordracht van vijf kandidaten voor een internationale nominatie in 2016. Daarbij wordt een selectie gemaakt uit de brede Nationale Inventaris. In 2015 is op voordracht van de Raad slechts het ambacht 'molenaar' door het kabinet voorgedragen bij UNESCO. Het zou mooi zijn als betrokken organisaties uit de IJsseldelta de komende maanden samen de schouders zetten onder een voordracht van de Moderne Devotie. Omdat deze beweging tot op de dag van vandaag velen inspireert, en ons iets leert over wie we zijn. Een betere aanloop naar de Hanzedagen in 2017 kunnen we niet nemen.