Meer duidelijkheid voor bewoners huizen langs kanaal Almelo-De Haandrik
De afgelopen jaren, maanden en weken hebben de verschillende leden van de Statenfractie van CDA-Overijssel met eigen ogen kunnen zien hoe de bewoners langs het kanaal Almelo-De Haandrik getroffen zijn en hoe velen als gevolg van de schade aan hun woning in de penarie zitten. Het CDA heeft altijd op het standpunt gestaan dat de provincie naast de inwoners moet staan om oplossingen te vinden voor de problemen.
‘Als we het in Overijssel hebben over noaberschap, dan moeten we ons realiseren dat de provincie eigenaar is van het kanaal en dat de bewoners langs het kanaal onze buren zijn, die je te hulp schiet als ze hulp nodig hebben. Zo zijn we als CDA het debat in gegaan’, aldus de woordvoerders Ben Eshuis en Bart van Moorsel.
Een debat dat ging over een voorstel van het college van Gedeputeerde Staten dat veel goede elementen bevatte. Zo is er nu geregeld dat iedereen die schade heeft die geheel of gedeeltelijk is te wijten aan het handelen van de provincie, ook is het aandeel van de provincie maar heel beperkt, zijn schade volledig vergoed krijgt. Ook worden alle kleine schades onder de 5.000 euro zonder enige discussie vergoed.
De discussie in het debat ging over de vraag wat we doen we als provincie met de gedupeerden die schade hebben boven 5.000 euro en waarvan niet duidelijk bewijsbaar is wat de oorzaak is. Daarvan is niet honderd procent uit te sluiten dat de schade is veroorzaakt door de provincie, maar het is ook mogelijk dat het bijvoorbeeld komt door droogteschade als gevolg van lage waterstanden. Het kan om schade gaan die wel een gevolg is van bijvoorbeeld de baggerwerkzaamheden, maar wat nooit meer aantoonbaar is.
‘Voor dat soort schades was het voorstel van het college om gedupeerden een lening van 200.000 euro te verstrekken en dat er een hypotheek zou worden gevestigd op het huis. Naar de mening van het CDA help je mensen daar niet mee. En we zijn dan ook blij dat we uiteindelijk na een lang debat en enkele schorsingen alle partijen zich achter een wijziging van het voorstel konden scharen waardoor dit onderdeel van het voorstel van tafel gaat.’
Provinciale Staten hebben het college unaniem de opdracht gegeven om op dit punt met een nieuw voorstel te komen en dat uiterlijk 1 oktober voor te leggen, zodat ook deze groep gedupeerden snel duidelijkheid heeft hoe de provincie hen kan helpen. Daar is door het college van Gedeputeerde Staten positief op gereageerd.