05 september 2017

Opnieuw vraagtekens bij proces besluit vliegroutes Lelystad Airport

De Statenfractie van het CDA kreeg in de week van 17 augustus de schriftelijke reactie van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor  Luchtvaart (KNVvL)  op de antwoorrden van gestelde vragen van de CDA Tweede Kamerfractie onder ogen. In deze reactie komt naar voren dat er feitelijke onjuistheden staan in de beantwoording door Staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu. Zo geeft de KNVvL onder andere aan dat de voorgestelde vlieghoogtes veel te laag zijn en dat er helemaal geen overleg is geweest over de verschillende aansluitvarianten. 

Woordvoerder Energie en Milieu Bouwien Rutten zegt hierover: "Ik schrik van berichten zoals deze. De zorgen over de vliegroutes naar Lelystad Airport houden de inwoners van Overijssel en de politiek al geruime tijd bezig. Steeds wordt ons verzekerd dat alles in goed overleg met alle partijen gebeurd. De reactie van de KNVvL laat zien dat dit niet het geval is. Graag wil ik van onze gedeputeerde weten hoe zij hier tegenaan kijkt en wat haar reactie is op de bevindingen van de KNVvL".   

Om hier meer duidelijkheid over te krijgen heeft de Statenfractie van het CDA samen met D66 schriftelijke vragen ingediend. 

De gestelde schriftelijke vragen: 

Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Overijssel, Het college/de Commissaris van de Koning wordt verzocht de volgende artikel 59-vragen schriftelijk te beantwoorden:

17 augustus 2017 kreeg het CDA de schriftelijke reactie van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvl) op de antwoorden van de op 21 juli door Omtzigt en Van Helvert (CDA) en Visser (D66) en op 2 augustus door Omtzigt en Van Helvert (CDA) onder ogen. In deze schriftelijke reactie geeft KNVvl weer dat er feitelijke onjuistheden in de beantwoording op deze Tweede Kamervragen door staatssecretaris Dijksma van het Ministerie van I en M staan. Zij lichten hun reactie toe op deze antwoorden. Als bijlage doen wij u de schriftelijke reactie van KNVvl toekomen, evenals de antwoorden op de gestelde kamervragen van 21 juli en 2 augustus jl.

De CDA statenfractie heeft over deze reactie van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvl) de volgende vragen aan Gedeputeerde Staten van Overijssel:

1. Is het college bekend met bovenstaand omschreven reactie van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvl)?

2. Op welke wijze heeft het college hier van kennis genomen?

3. Er van uitgaande dat het college van Overijssel deze reactie, toegevoegd als bijlage gelezen heeft, wat is uw mening hierover?

4. De KNVvl stelt in haar reactie dat de hoogtes van Lelystad verkeer op het idiote af laag is en zeker leidt tot extra vliegkosten en CO2 emissie. Welke waarde hecht het college van Overijssel aan deze mening van het KNVvl over deze vlieghoogtes?

5. De KNVvl stelt dat, in tegenstelling tot de suggestie van het Ministerie dat ieder alles had kunnen weten, geen van de aansluitvarianten gedeeld is met KNVvl of de GA sector. Kunt u aangeven óf, hoe en wanneer deze aansluitvarianten gedeeld zijn met de provincie Overijssel?

6. De KNVvl stelt in haar reactie dat er geen overleg heeft plaatsgevonden voor aansluiting van de hogere luchtlagen, noch met de KNVvl, noch met de GA sector. Heeft dit overleg wel plaatsgevonden met de provincie?

7. Indien u het antwoord op vraag 6 met ‘ja’ beantwoord, wanneer?

8. Indien u het antwoord op vraag 6 met ‘nee’ beantwoord, bevreemd u dat?

9. De KNVvl stelt in haar reactie dat het gesprek en een samenwerking aangaan tussen Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en een verscheidenheid aan luchtvaartpartijen volledig verzuimd is bij het ontwerp van de aansluiting op de hogere luchtlagen. Is het college van Overijssel bereid een onderbouwing op te vragen inzake deze stelling van het KNVvl aan de LVNL en het Ministerie van I en M?

10. Is het college bereid, los van de in te plannen informatiebijeenkomst in september, een afvaardiging van LVNL en KNVvl uit te nodigen voor het beantwoorden van vragen door Provinciale Statenleden op de eerstvolgende openbare commissievergadering in september van Energie & Milieu?

11. Is het college bereid om in het eerstvolgende gesprek met Staatssecretaris Dijksma, (vermoedelijk begin september 2017) een reactie te vragen op de schriftelijke reactie van de KNVvl over de door haar gegeven antwoorden op de Kamervragen van 21 juli en 2 augustus

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.