Pittig Statendebat over Orkest van het Oosten
In de laatste Statenvergadering van 2015 is pittig en uitvoerig gediscussieerd over de financiële problemen van het Orkest van het Oosten, voorheen Het Symfonieorkest. Alle partijen keken uitermate kritisch terug op wijze waarop het orkest invulling heeft gegeven aan hun businessplan waarvoor de provincie een investeringssubsidie beschikbaar had gesteld. Hiermee werd tevens de subsidierelatie met de provincie afgekocht.
In de opvatting van het CDA is er achteraf gezien sprake van een irreëel businessplan: onrealistische sponsorverwachtingen in combinatie met veel te hoge artistieke ambities. De Raad van Toezicht had veel eerder moeten ingrijpen en is verantwoordelijk voorde hoge beloning van de directeur. Het CDA wil daarom niet verder met deze RvT.
De provincie (Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten) moet zich zelf ook een spiegel voorhouden. Te gemakkelijk werd een uitermate ambitieus businessplan zonder een risicoanalyse of haalbaarheidsonderzoek omarmd. Het orkest moet gaan werken aan een nieuwe toekomst. Zich met reële ambities richten op Overijssel en zich weer veel meer als (koor)begeleidingsorkest manifesteren en zo de band met de samenleving versterken.
Voor het jaar 2016 wordt wellicht een beroep gedaan op het restant van de toegezegde subsidie. Het CDA is in beginsel bereid plannen positief te benaderen mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden.
Voor het CDA is het heel belangrijk dat:
- het orkest actief samenwerking of fusie aangaat met de Nederlandse Reisopera en het Gelders orkest;
- de bedrijfsvoering aanpast en een heel reëel businessplan presenteert dat extern getoetst wordt;
- er hele concrete afspraken worden gemaakt over tussentijdse controles op de financiële ontwikkelingen en verloop van het businessplan.