08 juni 2020

Rijden er nog bussen na 1 januari in Overijssel?

Eind vorige maand werd duidelijk dat er onregelmatigheden waren geconstateerd door vervoersmaatschappij Keolis bij de aanbesteding van het busvervoer in Midden- en West-Overijssel. CDA-Statenlid Bart van Moorsel informeerde meteen wat er aan de hand was en wat dat voor gevolgen heeft dit heeft voor de continuïteit van het openbaar vervoer in Overijssel.

Onregelmatigheden kunnen een aanleiding zijn om een contract tussen de vervoerder, in dit geval Keolis, en de provincie te ontbinden. De provincie kan immers op basis van verkeerde informatie tot de keuze voor Keolis zijn gekomen. Het beëindigen van het contract kan ook grote gevolgen hebben voor de reiziger. Keolis had een scherp aanbod gedaan, waarbij er meer en betere bussen zouden worden geleverd die ook vaker zouden gaan rijden. De reiziger zou er dus op vooruit gaan.

Het is nu aan de provincies om op basis van gedegen juridisch advies tot een oordeel te komen of de relatie met Keolis in stand kan blijven. Voor CDA Overijssel staat daarbij voorop dat de reiziger niet de dupe mag worden en dat deze affaire niet tot meer kosten voor de provincie mag leiden. En natuurlijk moet er worden gehandeld binnen de kaders van de (aanbestedings-)wet.

Uit de antwoorden op de vragen die het CDA heeft gesteld blijkt dat de provincie een boete kan opleggen aan Keolis als afspraken niet worden nagekomen. Het opleggen van een boete is niet uitgesloten. Bij de verdere afweging moet ook worden betrokken dat er door de provincie al is geïnvesteerd in de voorzieningen die nodig zijn voor het opladen van de elektrische bussen die vanaf 1 januari 2021 in Overijssel zouden gaan rijden. Een desinvestering moet worden voorkomen. De provincie werkt nu verschillende scenario’s uit, die er allemaal op zijn gericht dat de bussen in Overijssel ook na 1 januari zullen blijven rijden.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.