Wat heeft de N340 aan christelijke politiek?
In het beginselprogramma van het CDA staat dat we een partij zijn waarbij ons politiek handelen geïnspireerd wordt door het evangelie. Wat heb je hieraan in discussies die ogenschijnlijk los staan van normen en/of waarden. Die vraag krijg ik regelmatig. Ik moet eerlijk toegeven dat ik dit mezelf ook meerdere keren heb afgevraagd, omdat we met name in de provinciale politiek veel van die onderwerpen kennen. Voorbeelden hiervan zijn de discussies rondom de N340, de EHS of de omgevingsvisie.
Mijn opvatting is dat hoe technischer je deze technische onderwerpen bekijkt, hoe minder toegevoegde waarde je als volksvertegenwoordiger hebt. Voor een technische analyse van deze dossiers heb je immers meer aan 1 ambtenaar die hiervoor heeft gestudeerd dan aan 47 betrokken, maar niet gespecialiseerde vrijwilligers die de mening van het volk moeten vertegenwoordigen. Toch schieten we als volksvertegenwoordigers vaak in een technocratische reflex. De kans dat we hiermee het werk van de ambtenaren overdoen is groot. De kans dat de plannen van deze repetitie alleen maar slechter worden is nog groter.
Onze kans om waarde toe te voegen aan deze onderwerpen als voksvertegenwoordigers is het toevoegen van zachte randjes aan deze harde onderwerpen. Dit zijn de welbekende normen en waarden. Ik pretendeer niet dat de christelijke partijen het alleenrecht hebben om een vleugje normen en waarden toe te voegen aan harde dossiers. Dit is echter wel het terrein waar we ons bij uitstek kunnen laten gelden. Hoe we dit kunnen doen? Om bij alle onderwerpen die voorbij komen antwoord te geven op de volgende vragen:
Ben ik betrouwbaar/consistent?
Welke afspraken heb ik in het verleden gemaakt? Wat heb ik in het verleden over dit onderwerp gezegd? Oftewel, “laat uw ja een ja zijn en uw nee een nee” Dit betekent niet dat we geen voortschrijdend inzicht kunnen hebben, maar we zullen altijd recht moeten doen aan standpunten en handelingen uit het verleden.
Ben ik rechtvaardig?
Hiermee bedoel ik expliciet niet, voldoe ik aan de regeltjes? We zullen onszelf altijd de vraag moeten stellen of de besluiten die wij nemen in zichzelf rechtvaardig zijn of rechtvaardigheid bevorderen.
Kom ik voldoende op voor de zwakkeren?
De kracht van een democratie kenmerkt zich niet door het goed luisteren naar de meerderheid. De kracht van een democratie kenmerkt zich door de bescherming van de zwakkeren of de minderheid. De overheid dient immers een schild zijn voor de zwakkeren.
Scheep ik mijn kinderen niet op met mijn problemen?
De aarde is niet van ons, we hebben hem slechts in bruikleen. Wij als overheid moeten daar als geen andere naar handelen, stimuleren de plannen die wij maken de burgers en bedrijven om dit ook te doen?
Pak ik de samenleving geen kansen af?
Met andere woorden, gaan wij als overheid niet aan de slag met uitdagingen die individuen of gemeenschappen beter en/of liever zelf oplossen. Zorg dat iedereen zijn of haar eigen talenten ten volle kan benutten.
Als wij als CDA bij alle dossiers deze vragen blijven stellen en hier bovendien op bijsturen ben ik ervan overtuigd dat we als geen ander van meerwaarde kunnen zijn op de technische dossiers zoals we deze in de provincie kennen.