Energieplan
In het bestuursakkoord is de volgende afspraak tussen de coalitiepartijen vastgelegd:
“Deventer wil energieneutraal zijn in 2030 en daar houden we aan vast! Dat betekent dat huishoudens en bedrijven in 2030 niet meer energie verbruiken dan binnen de gemeente met duurzame (niet fossiele) bronnen wordt opgewekt. Deze doelstelling is ambitieuzer dan in het klimaatakkoord is vastgelegd”.
In vervolg hierop heeft het college een energieplan aan de raad voorgelegd dat onder meer ruimte wil bieden voor realisatie van drie extra windmolens en 800 ha zonnepanelen in het buitengebied van Deventer.
Het CDA hecht aan de afspraken die in het coalitieakkoord zijn gemaakt. Het CDA onderschrijft de wenselijkheid dat Deventer in 2030 energieneutraal is. Om ongewenste klimaatveranderingen te voorkomen is het van belang dat de CO2 uitstoot wordt teruggedrongen.
Het CDA heeft echter ernstige kritiek op de wijze waarop in dit plan de doelen bereikt moeten gaan worden. Ervaring (ook in onze gemeente onder meer in Steenbrugge) wijst uit dat het een lastige opgave wordt om de ambitie van verduurzaming van de energie en warmtevoorziening te realiseren.
Dit geldt te meer daar er in onze stad geen bijzondere omstandigheden zijn, die het nemen van een voorsprong op de rest van Nederland rechtvaardigen. Er zijn geen ruime financiële mogelijkheden voorhanden, er zijn nog geen bijzondere geslaagde experimenten bij verduurzaming binnen onze stad gerealiseerd , er zijn geen commerciële partijen met bijzondere expertise waarmee wordt samengewerkt en er zijn geen winningsmogelijkheden voor CO2 vrije energiebronnen voorhanden.
Deventer beschikt alleen over een groot uitgestrekt buitengebied. Dit buitengebied is beschikbaar gekomen vanwege door hogere overheden opgelegde fusies met plattelandsgemeentes.
De plannen zijn niet getoetst op draagvlak en haalbaarheid bij potentiele partners/betrokkenen: grondeigenaren, projectontwikkelaars en burgers in het buitengebied. Eveneens blijft vrijwel buiten beschouwing de mogelijkheden van alternatieve duurzame energiebronnen naast windmolens en zonneparken.
Bovendien wordt er rekening gehouden met mogelijk technisch betere oplossingen in de toekomst, die het wellicht mogelijk maken om met minder belasting van natuur en milieu de verduurzaming te realiseren.
Ook bevat het plan nogal wat aannames, onder meer voor wat betreft de raming van energiebehoefte in de toekomst waarvan niet zeker is of deze valide zijn.
Onbegrijpelijk is het voor het CDA dat er geen afstemming binnen de regiogemeenten over dit plan heeft plaatsgevonden. Het plan dat thans voorligt, heeft wat ons betreft slechts de status van een verkenning. Er is geraamd hoeveel zonne-energie en windenergie er nodig is om de doelstelling te realiseren zoals die in het bestuursakkoord is vastgesteld. Alternatieven zullen zeker onderzocht moeten worden en nieuwe ontwikkelingen zullen moeten worden afgewacht.
Zeker de uitkomst dat bijna circa 15% van het beschikbare areaal van het buitengebied bestemd wordt voor zonneweiden is wat ons betreft niet acceptabel.
De geplande activiteiten, die ook in het plan zijn opgenomen ( onder meer realisatie warmtenet in Zandweerd en Rivierenwijk) in de eerste komende jaren hebben echter wel onze steun.
Het zal nog een uitdaging vormen worden om deze plannen tijdig te realiseren. Bovendien lijkt deze inzet voor verduurzaming in de eerstkomende jaren niet proportioneel uit te stijgen boven wat binnen de regio in het kader van het RES door Deventer moet worden gedaan.
Wij hechten er sterk aan de reductie van CO2 wordt gerealiseerd maar wel op een verstandige manier met voldoende draagvlak onder de bevolking.
Het college heeft onder meer toegezegd zich te zullen beraden op de status van het energieplan voor wat betreft de mix van zonne-en windenergie.
Pieter Hollemans, Raadsopvolger CDA-Deventer