In krantenberichten las ik dat er zich in Nederland inmiddels 200 wolven hebben gevestigd. Daarnaast zijn er nog een aantal roedels die in de grensstreek wonen (zoals omgeving vliegveld Nordhorn-Klausheide) en regelmatig de grens oversteken.
Gisteren werd bekend dat dit jaar in heel Nederland zeker 55 wolven zijn geboren. Het grootste aantal welpen sinds de terugkeer van de wolf in ons land. Die wolven moeten natuurlijk ook eten en Roodkapje lusten zij niet echt. Dus willen zij nog weleens schapen aanvallen, die rustig in een weide lopen te grazen. Dat levert schade op voor de boeren en het nodige leed bij de schapen. Wolfwerende maatregelen helpen niet, daar zijn die beesten te sterk, te slim en te handig voor.
Veel natuurminnende mensen zijn blij met de komst van wolven naar Nederland. Het vergroot de diversiteit van flora en fauna en het helpt de voedselketen in het wild verder te herstellen. Dat zal ongetwijfeld zo zijn, maar de natuur in Nederland is schaars en biedt maar ruimte voor een beperkt aantal dieren.
Als het hem teveel werd, vluchtte hij naar het Enge Bos.
Overdaad schaadt. Dat zien we bijvoorbeeld ook in de discussie over arbeidsmigranten. Een beperkt aantal is goed voor de overspannen arbeidsmarkt, voor diversiteit en zorgt voor impulsen van onze economie. We hebben arbeidsmigranten nodig. Tegelijkertijd past een groot aantal niet in een overvol Nederland. Dit zorgt voor onrust in de samenleving en slechte voorzieningen voor de arbeidsmigrant zelf. Er is simpelweg geen ruimte of voldoende en geschikte huisvesting.
Vroeger was de Fabeltjeskrant op TV. Mijn fractiegenoten, die al langer meelopen, vertelden over één van de hoofdfiguren, Bor de Wolf. Bor hield niet van drukte, ruzies en problemen. Als het hem teveel werd, vluchtte hij naar het Enge Bos. Daar, in het verre buitenland, kwam hij weer tot rust. Misschien moeten we dat die wolven in Nederland ook maar in overweging geven.
Guus Tijdhof
Raadslid