Het gaat niet goed met de Blokker. Deze bekende winkel, met huishoudelijke artikelen dat dateert uit eind negentiende eeuw, staat op omvallen. Het faillissement betekent waarschijnlijk lege panden in heel veel Nederlandse winkelstraten. Want de winkel in huishoudelijke artikelen zit tot in de haarvaten van onze samenleving.


Het doet best veel dat zo’n bekende Nederlandse winkelketen de deuren sluit. Allereerst natuurlijk voor de vele medewerkers en trouwe klanten. Daarvoor is het sluiten van de deuren een ramp. Maar ook voor verzamelaars van Douwe Egberts-punten. Zij zitten in onzekerheid nu de spaarpunten niet meer kunnen worden ingeleverd. Nu wil ik niet direct een vergelijking maken tussen de Blokker en bijvoorbeeld het kabinet, provinciebestuur of dit college, maar ik probeer er wel een paar lessen uit te trekken.

Rentmeesterschap
Waar dit voor een deel over gaat is de kernwaarde rentmeesterschap. Een rentmeester is iemand die iets beheert, om het uiteindelijk weer door te geven. Een rentmeester jaagt het bezit er niet door, maar beheert het zorgvuldig om het door te geven aan de volgende rentmeester. Dat geldt ook voor ons werk als raads- en collegeleden. We hebben dit alles geërfd van onze voorouders en te leen van de generaties die na ons komen. Dat vraagt dat we ook in onze omgang verder kijken dan ons eigen belang en onze eigen tijd. Tegenwoordig wordt het woord rentmeesterschap vooral gebruikt in de discussie rondom klimaatverandering en duurzaamheid. Het is echter veel breder dan dat. We beschermen wat van waarde is. We willen de wereld mooier achterlaten dan dat we hem gekregen hebben. Bij alles geldt dat het belangrijk is om naar de lange termijn te kijken en niet op korte termijn snelle slagen te willen maken. Dat moet vanuit de samenleving zelf komen, in plaats van bovenaf dit aan de samenleving op te leggen. CDA Dinkelland kijkt op die manier naar deze begroting voor de gemeente Dinkelland in 2025.

Mis je pas als je het nodig hebt
In de krant stond een column met als kop: ‘Blokker missen we pas als we iets nodig hebben’. De gemeente missen we niet pas als we iets nodig hebben. De gemeente is er altijd, van zwembad tot groenstrook en van maatschappelijke ondersteuning tot vergunningverlening. De gemeente is er voor de inwoners en niet andersom. De gemeente vervult een belangrijke rol in ons samen leven. We passen niet op de winkel, maar runnen samen, als inwoners van deze prachtige gemeente, de winkel. Stilstand is daarmee achteruitgang. Zelfs ‘mastodonten’ en ‘vaste waarden’ als Blokker kunnen niet stilstaan en doorgaan zoals ze dat altijd hebben gedaan. ''CDA Dinkelland roept ook het college op om in beweging te komen en te blijven, zorgen voor een juiste dynamiek en stappen voorwaarts zetten. Blijf niet stilstaan, want dan worden wij ook een Blokker. Niet alleen nu, maar ook voor de toekomstige generaties. Of misschien wel: juist voor de toekomstige generaties'', aldus CDA-fractievoorzitter Marc Smellink.

Hieronder vind je per onderwerp de inbreng van CDA Dinkelland bij de begroting voor 2025. Vragen, ideeën of opmerkingen? Laat het ons weten!

Financiën

Complimenten aan het college en de ambtelijke organisatie voor een sluitende meerjarenbegroting, met uitzondering van het ravijnjaar 2026. Een tekort dat overkomelijk is, terwijl het meerjarig saldo in 2027 en 2028 sluitend is maar niet overhoudt. Wij vinden nog steeds dat bezuinigen op het gemeentefonds onverstandig is en zet gemeenten voor het blok om te snijden in bijvoorbeeld voorzieningen. Onacceptabel, wat CDA Dinkelland betreft. Op dit gebied hoeven we weinig van de regering te verwachten, dus vraagt het van onze raad om verstandige keuzes te maken. Door een goede rentmeester te zijn. Wat daar ook bij hoort is het creëren van ruimte voor de volgende generatie. In ons geval ruimte voor een raad en college dat in 2026 zal aantreden.

De begroting is sluitend gemaakt door het verhogen van de toeristenbelasting, een wens van het CDA die door het college enkele maanden geleden nog is afgewezen, met daarnaast wat relatief simpele ingrepen. Er zijn absoluut nog geen keuzes of prioriteiten voorgelegd, iets waar de CDA-fractie wel op had gerekend. We kunnen dus stellen dat de gemeenschappelijke lijn van Blokker en het college is dat ze geen keuzes maken en doorgaan waar ze mee bezig zijn. Het college zou nu met de raad keuzes moeten maken en een helder beleid uitzetten. Dat gaan we volgend jaar pas doen, maar dan is het misschien te laat en moeten we mogelijk veel dieper snijden om de boel op de rit te houden. Het ravijnjaar komt niet als een verrassing. Het CDA ziet geen reden om nu bij te sturen, maar is wel kritisch op het door het college gekozen proces.

Lokale lasten

We moeten een goede rentmeester zijn voor onze inwoners. We willen inwoners zo min mogelijk belasten, maar als de gemeente niet kan voldoen aan haar basistaken is zij genoodzaakt om een beroep op inwoners te doen. Het snijden in voorzieningen, die vervolgens niet of nauwelijks terugkeren is geen goed rentmeesterschap. De CDA-fractie is daarom al jaren van mening dat de toerist ook evenredig kan bijdragen aan al het moois waar ze in onze gemeente en regio van kan genieten. Dat is in het belang van onze inwoners, ondernemers en ook de toerist zelf. CDA Dinkelland is daarom blij dat het college tot inkeer is gekomen en voor een stijging van de toeristenbelasting kiest. Het meerjarig saldo in deze begroting is op de verwachte opbrengsten van de toeristenbelasting gebaseerd. Het is dus niet een voornemen, maar een duidelijke afspraak waar we over besluiten. Het is rechtvaardig ten opzichte van onze inwoners en zorgt ervoor dat de begroting in 2027 en 2028 sluit.

Daarnaast constateert CDA Dinkelland dat dit college de lokale lasten laat oplopen, voor een meerpersoonshuishouden met een eigen woning met 74 euro. Met een amendement op de afvaltarieven wil de CDA-fractie dit, vergeleken met het collegevoorstel, eenmalig verlagen met € 30,50. Dit heeft te maken met de meerkosten van papierinzameling, 13 euro per aansluiting, die ten laste van de voorziening komen terwijl dit niet volgens het eerder genomen raadsbesluit is. Ook willen we het financiële voordeel van € 17,50 op het boxenmodel van ROVA niet terug laten vloeien in de voorziening, maar ten gunste van inwoners laten komen.

Woningbouw

Woningbouw, één van de belangrijkste onderwerpen deze periode. CDA Dinkelland blijft het elke keer zeggen dat het niet normaal is dat jongeren tot hun 30ste genoodzaakt bij hun ouders wonen. Het realiseren van woningen, met name voor starters en senioren, duurt lang. De gemiddelde ontwikkeltijd in de gemeente Dinkelland is vier jaar. Er zijn enkele voorbeelden, zoals Rossum-Noord, waar dit nog langer duurt. Voor een deel is het door alle procedures onvermijdelijk, toch proberen we ruimte te zoeken hoe dit sneller kan. Daarnaast is de financiering voor met name starters een probleem. Veel woningen, waarvan we denken dat het voor starters geschikt is, zijn toch niet te betalen. Daar ligt een opgave voor ons als gemeente. We complimenteren het college met de programmering, waar de harde en zachte plannen samen tot een goed perspectief leiden. Toch is dit nu nog een papieren werkelijkheid. We willen voorkomen dat het ‘veel op ’t venster, weinig in de winkel’ betekent. De werkelijkheid daarbuiten is namelijk schrijnend. Bijna wekelijks spreken of appen we met jongeren die graag uit huis willen of samen willen wonen, dat gewoon simpelweg al jaren niet lukt. We houden vinger aan de pols en zien erop toe dat het college de beloofde ambities kan realiseren.

Buitengebied

De toekomst van de agrarische sector en daarmee het landelijk gebied lijkt onzekerder dan ooit. Als gemeente zijn we grotendeels afhankelijk van andere overheden. We constateren dat de landelijke overheid de doelen laat bestaan, maar het geld om die doelen te behalen en boeren verder te helpen is weg. Dat vindt CDA Dinkelland kwalijk. Wij zijn blij met de toezegging van het college om in het buitengebied aan de slag te blijven en te ondersteunen waar dit mogelijk is. Daarmee werken we aan een balans tussen enerzijds een toekomstbestendige agrarische sector en bedrijvigheid in het buitengebied en anderzijds het borgen van een uniek landschap. Wij verwachten van het college dat we toewerken naar een heldere visie voor het buitengebied, dat we ook in deze raad bespreken. Kortom, er is veel werk aan de winkel.

Gezondheid

Ook het uitvoerbaar en betaalbaar houden van maatschappelijke ondersteuning en gezondheidszorg is belangrijk. We hebben te maken met een sterk vergrijzende regio en een tekort aan personeel in de zorg en welzijn neemt toe. Het is goed dat de regio inzet op meer preventie en het versterken van de sociale basis. We blijven aandacht vragen voor de druk op mantelzorgers en schrijnende eenzaamheid. Eergisteren was het de Dag van de Mantelzorg. De CDA-fractie ziet dat het college bijeenkomsten organiseert, en dat is goed. Hoe zorgen we ervoor dat we de druk op mantelzorgers kunnen verlichten? En hoe blijven we inzetten op de aanpak van eenzaamheid?

Tot slot hoorden we vorige week dat het leefbaarheidsfonds, dat we als raad destijds tot een half miljoen hebben verhoogd, al voor 71 procent is gebruikt. Een mooie stand, want het is belangrijk dat we initiatieven uit de samenleving waarderen en faciliteren. Het leefbaarheidsfonds is een mooie manier om dat te doen. We wachten de evaluatie met smart af en gaan graag in gesprek over hoe we dit in de toekomst, wellicht nog breder of effectiever, kunnen inzetten.

Gemeente en samenleving

Uiteindelijk zijn we hier niet om op de winkel te passen. We willen onze inwoners en ondernemers verder helpen. Onze gemeente ontwikkelen en beter maken waar dat kan. Dat vraagt ook om een goede relatie met onze inwoners. Met het doorontwikkelen van MijnDinkelland2030 naar 2040 zetten we daarvoor een goede eerste stap. De CDA-fractie vindt ook dat we alleen met het veranderen van de naam en continueren van het project er niet zijn. We moeten opnieuw met de inwoners en kernenraden een stip aan de horizon bepalen. De wethouder heeft toegezegd hiermee bezig te zijn en wij verwachten dat hij hier de raad bij betrekt.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.