CDA stelt vragen over Onderhoud Enschede
De Enschedese CDA fractie ontvangt signalen van meerdere hoveniersbedrijven dat de wijze waarop de gemeente Enschede het onderhoudswerk in de openbare buitenruimte op de markt uitzet flink aan het veranderen is. Waar aanvankelijk het Stadsdeelbeheer regelmatig particuliere bedrijven uitnodigden te offreren lijkt nu Onderhoud Enschede B.V. niet alleen de eerste optie te zijn voor het onderhoud maar pakt nu ook alle nieuwe werken op. Onderhoud Enschede lijkt daarvoor fors te investeren in gebouwen en materieel. Voorts worden gekwalificeerde vakmensen overgenomen van particuliere hoveniersbedrijven om bijvoorbeeld de nieuwe machines te kunnen bedienen.
De verzelfstandiging van Onderhoud Enschede BV in 2015 was een uitvloeisel van de wens om de gemeentelijke organisatie compact en meer flexibel (CFO) te maken. Uitvoerende activiteiten zouden zoveel mogelijk bij marktpartijen worden neergelegd, met de verplichting om daarbij ook een aantal mensen met een beperking tot de arbeidsmarkt in te schakelen. De gemeente Enschede blijft als 100 % aandeelhouder van Enschede beleidsverantwoordelijk voor de activiteiten van Onderhoud Enschede.
Het CDA Enschede heeft daarover de volgende vragen:
- Wil het College de Raad informeren over de jaarlijks gedane investeringen van onderhoud Enschede B.V. in machines en gebouwen en de personeelsomvang in de periode 2015 - 2020 ?
- Ligt er bij het Stadsdeelbeheer Enschede de verplichting dat het onderhoudswerk in de openbare ruimte zoveel mogelijk aan Onderhoud Enschede B.V. wordt uitbesteed? In hoeverre worden daarbij de inkoop- en aanbestedingsregels gevolgd?
- In hoeverre speelt de prijs-kwaliteit verhouding nog een rol bij uitbesteding aan Onderhoud Enschede ten opzichte van particuliere aanbieders?
- Herkent het College de door verschillende hoveniersbedrijven geconstateerde trend dat Onderhoud Enschede een steeds groter deel van het uit te besteden werk naar zich toe weet te trekken en hoe verhoudt dit zich tot de CFO ambities?
- Loopt de gemeente niet het risico op een veel hogere kostenpost voor onderhoud en aanleg van de openbare ruimte als er nauwelijks nog toetsing aan marktprijzen plaats vindt?
Ton ten Vergert, raadslid CDA Enschede