Schriftelijke vragen over Grijze Wolven in Enschede
Na een verbod in Frankrijk en een mogelijk verbod in Duitsland van de extreem-nationalistische groepering Grijze Wolven wil ook de Tweede Kamer actief onderzoeken of een dergelijk verbod in Nederland mogelijk is. Grijze Wolven vaak actief onder de radar en onder de vlag van een Turkse organisatie, stichting of vereniging die ook nog eens Nederlandse subsidies ontvangen. Het CDA Enschede wil van het college weten of en welke activiteiten er zijn van de Grijze Wolven in Enschede.
Citaat uit de De Volkskrant van 22 november jl.: “volgens de motie van CDA, SP, VVD en D66 zijn de Grijze Wolven een ultranationalistische beweging die ‘ernstige spanning veroorzaakt in de Nederlandse maatschappij en bevolkingsgroepen tegen elkaar opzet’. Het voorstel werd aangenomen met alleen de stemmen van de fractie van Denk tegen (1).”
Een groepering als de Grijze Wolven mogen wat het CDA in Enschede betreft geen enkele vorm van directe of indirecte subsidies ontvangen. Ze zijn een gevaar voor de Nederlandse samenleving. Het bevordert niet de integratie en zet groeperingen tegen elkaar op. Het CDA wil daarom weten of er lokale manieren zijn om vroegtijdig dergelijke Turkse ultranationalistische ontwikkelingen tegen te gaan en eventueel te verbieden. Dit geldt ook voor andere Turkse organisaties, stichtingen en verenigingen directe of indirecte betrokkenheid hebben met de Grijze Wolven.
Daarom stelt het CDA de volgende vragen aan het college van burgmeester en wethouders:
- Is het college bekend met en wat is de mening over de recent aangenomen motie in de Tweede Kamer over een onderzoek naar verbod op Turkse organisaties die gelinkt worden aan de extreem-nationalistische Grijze Wolven? (1)
- Zijn er op dit moment verdachte ontwikkelingen bij Turkse organisaties, stichtingen of verenigingen in Enschede die mogelijke banden hebben met de Grijze Wolven? Hoe groot is deze groep en met welke activiteiten houden ze zich bezig?
- Worden er (of zijn er in het verleden) direct en/of indirect subsidies verstrekt aan Turkse organisaties, stichtingen of verenigingen in Enschede die (achteraf) mogelijke banden hebben met groeperingen als de Grijze Wolven? En met welk doel zijn/werden de subsidies uitgegeven?
- Op welke wijze gaat het college toezien dat een dergelijke ongewenste groepering nu en in de toekomst op geen enkele manier meer in aanmerking komt voor directe en/of indirecte subsidies?
- Welke mogelijkheden zijn er om op lokaal niveau dergelijke groeperingen met ultranationalistische ontwikkelingen te verbieden noch tegen te gaan en welke stappen zijn er op lokaal eventueel al genomen?
Mart van Lagen, raadslid CDA Enschede
Het college heeft tot 14 december as. de tijd om deze schriftelijke vragen te beantwoorden.