Zet Enschede de stad op slot voor lokale ondernemers die groeien?
In de nieuwe “Visie werklocaties” wordt gekozen voor het versterken van het structurele groeivermogen van de economie en de strategische opgaven van Enschede. Gekozen wordt voor kwaliteit boven kwantiteit, maar ook de ontstane mismatch tussen vraag en aanbod van bedrijventerreinen wordt aangepakt.
Wat zijn de feiten? In totaal heeft Enschede bijna 600 hectare uit te geven bedrijventerrein (waarvan ruim 520 hectare al is ingevuld), ofwel circa 4% van het totale oppervlak van de gemeente. Het huidige aanbod van bedrijventerreinen (stand 1 juli 2018) is circa 78 hectare, maar dat is inclusief de planvoorraad op de tot bedrijventerrein bestemde Usseleres van 56 hectare. Direct uitgeefbaar is slechts circa 20 hectare; grotendeels op de Josinkes en het Euregio bedrijventerrein. Dit betreffen veelal ook nogal versnipperde kavels met beperkingen.
Wat leren ons deze cijfers? Enschede heeft nog maar een heel beperkte voorraad (nog geen 3,5% van het totaal) en loopt het risico op middellange termijn “nee” te moeten verkopen aan lokaal groeiende bedrijven en nieuwe vestigers.
Dit is een voor het CDA ongewenste situatie die we begin van deze eeuw ook al hebben meegemaakt, waardoor zelfs door de vuurwerkramp getroffen bedrijven niet geholpen konden worden. De bestemming van de Usseleres tot bedrijventerrein is daarvan na een jarenlange discussie het gevolg geweest.
Samen met andere gemeenten en de provincie Overijssel zijn afspraken gemaakt om het in regionaal verband geconstateerde overschot aan werklocaties terug te brengen. Enschede zou daarbij het grootste offer moeten brengen met het afboeken van ruim 40 hectare op de Usseleres, met een groot financieel verlies voor de gemeente.
De regionale economie heeft zich de afgelopen 2 jaar goed ontwikkeld en dat heeft dan ook geleid tot afname van de voorraad, bijvoorbeeld nogal fors op XL Park. De samenwerkende bedrijventerreinen in Enschede geven ook aan dat we moeten oppassen Enschede niet op slot te zetten.
Het CDA ondersteunt de gedachte van het College om met goede onderbouwing slechts een deel van de Usseleres nu af te boeken en een strategische voorraad voor de toekomst te behouden. Daarnaast moet voor de korte en middellange termijn de oostkrans van de es soelaas bieden. Met verbazing hebben wij gezien dat de coalitiepartners, onder aanvoering van BBE en D66, het College die ruimte niet willen geven en nu al afscheid van de Usseleres als bedrijfsbestemming (en daarmee de laatste strategische voorraad) willen nemen.
Nieuwe vestigers met een ruimtevraag van 5.000 tot 10.000 m2 en lokale bedrijven die willen groeien naar een dergelijke omvang moeten dan op termijn elders in de regio maar een plek zoeken. Voor het CDA en vele lokale ondernemers een niet acceptabel scenario; wij hebben dan ook tegen dit voorstel gestemd.
Ton ten Vergert, CDA Raadslid