05 januari 2021

Vaccineren…

We buitelen in het nieuwe jaar over elkaar heen. Op de drempel van het oude naar het nieuwe jaar, onder druk van de overbelaste zorg, ontstond er een discussie: “wie eerst….”. Minister de Jonge kreeg het zwaar te verduren en moest zich gisteren verantwoorden voor de Tweede Kamer die terugkwam van reces. Want we waren niet de eerste in Europa die vaccineerden, maar we waren het laatst. Hoe kon dit gebeuren?

De feiten op een rijtje:

  • Op 21 december werd het vaccin goedgekeurd door het Europese Geneesmiddelen Bureau.
  • Het vaccin kwam in Nederland op 26 december en wordt opgeslagen in Oss.
  • We krijgen 2,49 miljoen doses van het Pfizer vaccin in het eerste kwartaal. Dat betekent dat we 1,25 miljoen Nederlanders kunnen vaccineren.
  • Men had niet voorzien dat het vaccin van Pfizer/BioNTech als eerste zou worden goedgekeurd.
  • Op 6 januari wordt er nu in gezamenlijkheid gestart met het vaccineren.

We moeten ons wel realiseren dat, hoe graag we ook willen, er nog niet zo heel veel te vaccineren valt. Er is nog maar capaciteit om 1,25 miljoen mensen te vaccineren. Dan maakt snelheid ook weer niet zoveel uit. We willen het niet horen, maar het is wel de realiteit waar we mee te maken hebben.

Het stuk in de Stentor van afgelopen zaterdag 2 januari heb ik enigszins met verbazing gelezen. Op de foto is te zien hoe de IJsselhallen in Zwolle worden ingericht als priklocatie. Er kunnen 36 mensen per uur gevaccineerd worden over 3 lijnen. Dus 12 mensen per uur, per lijn. Natuurlijk met in achtneming van alle regels. Daarbij wordt aangegeven dat zij maximaal 266 doses per dag kunnen vaccineren. In de eerste weken hebben we te maken met de verdeling van schaarste. Ik kan mij niet aan het beeld onttrekken dat er erg overgeorganiseerd is.

In ons zorgsysteem staan we voor belangrijke keuzes. De coronapandemie geeft de kwetsbaarheid van de zorg weer. De marktwerking is doorgeschoten en de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg is niet alleen met geld op te lossen. We zullen moeten luisteren naar de mensen die werkzaam zijn in de zorg. Wat drijft hen en waarom hebben zij dit vak gekozen? Wat maakt het zwaar en waardoor haken mensen af? Waar liggen de uitdagingen? Gelukkig laten zij zich tijdens deze pandemie horen en terecht. Helaas kunnen we het niet één, twee, drie oplossen.

Het kabinet werkt zich ondertussen een slag in de rondte. Van reces is voor sommige bewindslieden geen tijd. Ik heb groot respect voor hen, vanaf maart proberen zij een antwoord en oplossingen te vinden voor de enorme crisis waarin wij ons bevinden. Natuurlijk gaat niet alles goed en kan het beter, maar onder de gegeven omstandigheden, “goa d’r moar an stoan”, zoals we dat op zijn Sallands zeggen.

Bekend van onmacht en boosheid is dat we dat graag projecteren op de ander. Ook nu gebeurt dat. Het kabinet stelt de regels vast en ook de routerichting voor het vaccineren; binnen de beperkte mogelijkheden die er zijn. We kunnen boos op hen zijn, het er niet mee eens zijn, onze onmacht tonen. Eigenlijk zouden we blij, trots en opgelucht moeten zijn dat we op 6 januari beginnen, nog binnen het jaar van het uitbreken van de pandemie. Trots op de wetenschappers, trots op de samenwerking en op de economische gesteldheid van ons land. Wij hebben de mogelijkheid om zoveel vaccins in te kopen en op meerdere paarden te wedden.

Er zijn veel landen waar deze discussie helemaal niet speelt. Daar is niet de discussie van; “wie eerst”. Er is namelijk geen vaccin en het komt er voorlopig ook niet. Dan schaam ik mij diep. Wat zou het fijn zijn als we anders leerden kijken.
Kijk naar onze zorgmedewerkers die dag en nacht voor ons klaar staan,
Ons leger dat ondersteuning biedt in de zorg en bij de voedselbanken,
Trots op onze wetenschappelijke kennis,
En trots op al die Nederlanders die hun beste beentje voorzetten om van deze crisistijd iets te maken.

Veel mensen zullen het misschien oneens met mij zijn. Het is een utopie, maar wat zou het mooi zijn als de Tweede Kamer zij aan zij zou zeggen; we zien dat er dingen niet goed gaan. Waar kunnen we helpen, want met elkaar lossen we deze crisis op. Inderdaad een utopie, de verkiezingstijd is begonnen!

Aaltje Booijink Jonkman

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.