27 januari 2011

Archeologienota

Gemeenten hebben een wettelijke taak rekening te houden met archeologische waarden van een gebied. Daarvoor is een archeologische verwachtings- en advieskaart  opgesteld waarop aangegeven is waar de kans op archeologische resten in de grond aanwezig is. Wanneer je in zo’n gebied gaat graven is in bepaalde gevallen vooraf een archeologisch onderzoek verplicht.

De discussie over de archeologienota in de gemeenteraad ging vooral over hetgeen er niet in stond, namelijk het voorwoord. Hier is veel en lang over gesproken, uiteindelijk zijn drie partijen een tekst overeengekomen. Het gaat om verschillende opvattingen over de ‘leeftijd’ van de aarde . Wij hebben ons daar niet mee bemoeid, maar zijn wel vooraf gekend in de tekst waarmee we in konden stemmen. Klik hier voor het voorwoord.

Eigenlijk vinden wij het niet zo interessant om te weten hoe oud gevonden beenderen of stenen zijn. Wat voegt het toe?  Inhoudelijk is de CDA fractie vooral content met de geringe maar welkome verruiming van de vrijstelling van van 40 naar 50 centimeter en 100 in plaats van 50 vierkante meter, zoals dat in het oorsponkelijke voorstel stond.

Dat er mensen zijn die waarde hechten aan mogelijke waardevolle vondsten kunnen wij ons voorstellen. We hebben er begrip voor dat eventuele vondsten soms van betekenis zijn voor de geschiedenis. Voordat graafwerkzaamheden aanvangen moet in bepaalde gevallen, in een gebied met een archeologische verwachting, een archeologisch onderzoek gedaan worden. Dat moet nu dus wanneer dieper dan 50 cm gegraven met een oppervlakte van honderd vierkante meter. Wanneer de grond al ‘verstoort’ is, hoeft een dergelijk onderzoek niet plaats te vinden. Nu bestaat onze gemeente een paar honderd jaar, is al een paar keer verplaatst, kortom de grond is al behoorlijk verstoord. Maar daarover verschillen de meningen...

Wanneer iets van waarde gevonden wordt, is het in bepaalde gevallen acceptabel dat werkzaamheden tijdelijk worden opgeschort. Maar dat moet wel tijdelijk en redelijk zijn. Waar we geen begrip voor hebben is dat een eigenaar moet betalen voor een onderzoek waar hij zelf volstrekt geen belang bij heeft. Dit allemaal in het kader van de verstoorder betaald, maar die verstoorder is meestal niet de ‘vervuiler’ of degene niet ervan profiteert. Helaas hebben wij daar geen invloed op, maar het is niet onze keuze.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.