09 februari 2011

CDA Overijssel past visie op LOG-gebieden aan

Theo Rietkerk: “Alleen ruimte voor gezins- en familiebedrijven in Landbouw Ontwikkelingsgebieden Overijssel”

 

Het CDA Overijssel wil dat alleen gezins- en familiebedrijven zich kunnen vestigen in de Landbouw Ontwikkelingsgebieden (LOG’s). Dat zegt lijsttrekker Theo Rietkerk.  “En daarbij mag dan alleen gebruik worden gemaakt van bestaande agrarische bouwkavels in het gebied. “Geen grootschalige nieuwvestigingen dus. Wij willen geen roze golf uit Brabant. Het is belangrijk dat Overijsselse bedrijven, die in de knel komen,  een nieuwe plek kunnen krijgen. Zorgvuldig passend bij het landschap en rekening houdend met alle eisen op het gebied van gezondheid, milieu en dierenwelzijn.”

Nu duidelijk is dat vanuit de eigen regio minder behoefte is aan Landbouw Ontwikkelingsgebieden (intensieve veehouderij)  dan  voorheen werd gedacht, heeft het CDA Overijssel haar standpunt bijgesteld. “We zitten niet te wachten op een invasie van bedrijven van elders. Daarom kunnen we (zo nodig) toe met kleinere LOG’s en minder  bedrijven per gebied”, licht Theo Rietkerk de koerswijziging toe. “Dat maakt het ook mogelijk om de bedrijven op grotere afstand van bewoningsconcentraties en natuur te realiseren, waardoor de leefbaarheid van de omgeving wordt gewaarborgd.”


Leefbaarheid en perspectief voor de landbouw

“Wat het CDA Overijssel betreft komen alleen regionaal gebonden bedrijven in aanmerking voor vestiging op een LOG. Het gaat om gezins- en familiebedrijven, die door bijvoorbeeld door natuur of door winning van schoon drinkwater in de knel komen. Of om gezins- en familiebedrijven, die op hun huidige plek niet kunnen doorgroeien om te kunnen overleven ”, aldus de lijsttrekker.  “Uitgangspunt daarbij is dat verplaatsing naar een LOG alleen kan door gebruik te maken van de reeds bestaande agrarische bouwkavels in het gebied, waar nu ook bedrijven op gevestigd zijn. Bijvoorbeeld: als in een LOG-gebied een bedrijf stopt, kan op die plek een regionaal gezins- of familiebedrijf zich vestigen. Alleen in heel uitzonderlijke gevallen zouden we één of maximaal twee nieuwe gezins- of familiebedrijven op nieuwe kavels willen toestaan, omdat het echt niet anders kan. Maar dat moet dan wel voldoen aan alle voorwaarden en er  moeten heel  goede argumenten voor zijn. Maar ook dan geldt: geen nieuwvestigingen vanuit andere streken in het land. Op deze manier wordt de leefbaarheid van de omgeving geborgd en kunnen we tegelijkertijd toch de landbouw ook perspectief bieden. Want er zijn agrariërs, die ook in de toekomst willen blijven boeren. En daar moet ruimte voor zijn, want de landbouwsector hoort bij Overijssel.”


Gemeenten moeten haast maken

Vanuit de provincie zal het CDA sturen op dit nieuwe beleid. “Dan gaat het om de hoofdlijnen. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor de lokale invulling. Zij bepalen in het bestemmingsplan de bouwvolumes: oppervlaktes, hoogten en diepten. En de voorwaarden voor de landschappelijke inpassing: de beeldkwaliteit, rekening houdend met de kenmerken van het betreffende gebied.  Ik roep de gemeenten, die dat nog niet goed geregeld hebben op, haast te maken. Alleen dan kun je blijven regisseren,  want anders moet je straks zaken toestaan, die je eigenlijk niet wilt”, aldus Theo Rietkerk.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.