Geurbeleid moet bijgesteld worden
Tijdens de raad van 8 maart hebben de woordvoerders RO met wethouder Jaspers Faijer gedebatteerd over het geurbeleid dat aangepast moet worden. Zoals wij het bekijken zal er nog steeds veel mogelijk zijn op het gebied van woningsplitsingen. Tot voor kort hanteerde Staphorst voor karakteristieke en monumentale panden aan de streek geen beperkende afstand tot een agrarisch bedrijf. Dat mag niet langer zonder meer, maar blijft mogelijk mits een aanvaardbaar woon- en leefklimaat wordt aangetoond. In tegenstelling tot andere fracties zijn we niet heel erg negatief, maar we moeten wel een modus vinden om dat ‘aanvaardbaar woon- en leefklimaat’ aan te tonen. Dat moet zo objectief mogelijk omdat anders willekeur op de loer licht, uitdaging dus!
De wethouder toonde een positieve grondhouding om de nog vijf liggende aanvragen met een positieve grondhouding in behandeling te nemen. Voor de CDA fractie was de reactie van de wethouder meer in lijn van het coalitieakkoord dan het voorstel uitstraalt. De wethouder heeft op aandringen van CDA woordvoerder Brinkman toegezegd het voorstel te laten herschrijven naar een ‘ja mits’ houding in plaats van ‘nee tenzij’. Gezien deze positieve houding van de wethouder was een motie van de SGP overbodig.
Enkele fracties wilden het oude beleid voortzetten. Het CDA ook wel, maar dat mag niet omdat het beleid op onderdelen in strijd is met de Wet Geurhinder en Veehouderij. Niets doen is ‘Kop in het Zand Politiek’ volgens Herriët Brinkman in reactie op de bijdrage van Jan Talen van Liberaal Netwerk.
Onderstaand de bijdrage van Herriët Brinkman:
In ons coalitieakkoord hebben we opgenomen dat we willen zorgen voor voldoende woningbouw. We hebben opgenomen dat we een constructieve houding willen waar samen met de burger naar mogelijkheden wordt gezocht. En we hebben opgenomen dat we project De Slagen verder moeten ontwikkelen. Drie parels uit ons coalitieakkoord die met elkaar samenhangen. En die ook samenhangen met het geurbeleid.
Kijken we met een helicopterview naar de huidige situatie, dan zien we dat in de kern van Rouveen volop gebouwd wordt. In Staphorst daarentegen ligt De Slagen op slot. Wil je als starter op de woningmarkt in Staphorst wat, dan ga je of naar Rouveen (wat voor een aantal mensen vreemd genoeg toch wat lastig ligt), of je bent aangewezen op een bestaande woning of je kiest ervoor een boerderij langs Streek te splitsten en te verbouwen. Doordat wij op dit moment nog niet voldoen aan de punten uit ons coalitieakkoord van voldoende woningen en vlottrekken van De Slagen ligt er een te grote druk op de woningsplitsingen en dus nu op ons geurbeleid. Het is belangrijk om dit grotere kader in gedachten te houden bij de Verordening Geurhinder.
Dan concreet ons geurbeleid. Gezien de voortekenen waren wij er bang voor dat woningsplitsingen binnen 50 meter van een boerderij vanaf nu niet meer mogelijk zouden zijn. Wij zijn daarom blij dat dit niet het geval is. Woningsplitsing blijft mogelijk. Niet meer als een standaard recht, maar wanneer aangetoond wordt dat er een goed woon- en leefklimaat mogelijk is vlakbij de boerderij dan blijft splitsing mogelijk. Dan kom ik hierbij wel op het derde punt uit ons coalitieakkoord dat ik aanhaalde: een constructieve houding waarin samen met de burger naar mogelijkheden wordt gezocht. Dus positief tegenover een aanvraag staan en niet direct zeggen: nee, het kan niet, tenzij u dit en dit doet. Wat ons dan bevreemd is dat in het collegeadvies over de huidige aanvragen staat: ‘de aanvragen die door het college ‘on hold’ zijn gezet weigeren, tenzij sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse’. Dit geeft ons geen vertrouwen dat vanuit dit huis de huidige aanvragen positief bekeken gaan worden. Gezien ons coalitieakkoord had er moeten staan: ‘de huidige aanvragen die ‘on hold’ zijn gezet vergunnen, mits een goed woon- en leefklimaat aangetoond wordt’. En omdat het aantonen van een goed woon- en leefklimaat in dit verband nieuw is, moeten we hier zo positief mogelijk mee omgaan. Kan de portefeuillehouder toezeggen dat de basishouding tegenover de huidige aanvragen positief zal zijn en er alles aan gedaan wordt om deze vergunningen te verlenen? Concreet hierbij de vraag: hoe kan worden aangetoond dat er een goed woon- en leefklimaat is? Is dit op basis van objectieve punten en/of metingen?
Deze problematiek rond het geurbeleid is aangemeld als experiment in het kader van de Crisis- en Herstelwet. Wanneer de enige uitkomst hiervan kan zijn dat er meer mogelijk gemaakt wordt, dus het opnieuw toestaan van woningsplitsingen binnen 50 meter, dan wat ons betreft prima om aan een dergelijk experiment mee te doen. Maar wanneer er ook uit kan komen dat er juist nog minder mogelijk is dan wij nu denken, dan lijkt een pas op de plaats ons beter. We horen graag een geruststelling van de portefeuillehouder dat deze pilot alleen meer mogelijk kan maken en niet minder.
Ons laatste punt gaat over het buitengebied. In de aanmelding voor het genoemde experiment wordt genoemd dat er geen aanleiding is om voor het buitengebied een geurverordening op te stellen. Hier is de normering van de wgv van toepassing. Maar diezelfde wet zegt dat het uitgangspunt buiten de bebouwde kom 50 meter is, maar dat de gemeente hier met een eigen geurverordening van af kan wijken door dit tot minimaal 25 meter te verlagen. Dit lijkt ons zeer wenselijk om op te nemen in de geurverordening, omdat ons wel knelpunten in het buitengebied bekend zijn. En wanneer we binnen wettelijke kaders de afstand mogen verlagen, moeten we deze kans zeker niet laten liggen. Hoe kijkt de portefeuillehouder hier tegenaan?
Kortom, wij zijn niet ontevreden over de aanpassing van ons geurbeleid. Voor het buitengebied zien wij zelfs ruimere mogelijkheden dan ons beleid nu toestaat. Wel missen we de positieve houding tegenover de 6 aanvragen die er nu liggen om die te vergunnen.
-