08 september 2012

Pensioenen

CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt is donderdag 6 september op de koffie geweest bij eurocommissaris Michel Barnier voor Interne Markt. Omtzigt is trots dat hij toegang heeft gekregen tot de autoriteit. ‘Het komt bijna nooit voor dat een parlementariër van een lidstaat binnenkomt bij een eurocommissaris,’ zegt hij.

Gespreksonderwerp: het Nederlandse pensioenstelsel, en vooral de toezichtregels voor pensioenfondsen. Barnier broedt op de herziening van een Europese richtlijn, waardoor Nederlandse pensioenfondsen aanzienlijk hogere buffers moeten aanhouden dan nu het geval is. De eurocommissaris wil aan pensioenfondsen even strenge buffereisen stellen als aan verzekeraars. Idee is om een gelijk speelveld te creëren voor verzekeraars en pensioenfondsen. De buffereisen voor verzekeraars zijn wereldwijd vastgelegd in het zogeheten Solvency II-convenant.

De consequenties zijn pijnlijk voor pensioenfondsen. Die zouden fors extra moeten korten op de pensioenrechten, of de pensioenpremies drastisch moeten verhogen. Of een combinatie van die twee impopulaire, en voor de Nederlandse economie schadelijke maatregelen.

De financiële belangen zijn enorm. Het gaat om 11 procent van de pensioenfondsverplichtingen van naar schatting 900 miljard euro. Dan praten we dus over bijna 100 miljard euro die pensioenfondsen extra moeten reserveren. Dat betekent dat pensioenpremies ‘uitgesmeerd over tien jaar met 10 miljard euro per jaar moeten worden verhoogd’, Nu storten werkgevers en werknemers samen circa 25 miljard euro per jaar in de pensioenfondsen. Tien miljard extra is niet op te brengen: het is 3 procent van alle lonen.

Pieter Omtzigt, door de Tweede Kamer benoemd tot pensioenrapporteur stelt zich principieel op. ‘De fundamentele vraag is waarom Brussel zich bezig moet houden met toezichtkaders,’ zegt hij. ‘Dan zou Brussel ook aansprakelijk worden als het misgaat in de sector?’

Omtzigt vervolgt: ‘Er zit 850 miljard euro in de Nederlandse pensioenpotten. Dat is meer dan in het nieuwe permanente Europese noodfonds, ESM.’

Barniers argument dat er een gelijk speelveld voor pensioenfondsen en verzekeraars moet komen, pareert Omtzigt door erop te wijzen dat een verzekering een financieel product is. Een pensioen is geen product, maar een arbeidsvoorwaarde, en daar heeft Brussel niets mee te maken. Omtzigt probeert al enige tijd aandacht te krijgen van Barnier. Hij vindt nu Kamp aan zijn zijde.

Verwacht Omtzigt een concessie? ‘De kans dat Barnier het voorstel uit zichzelf van tafel haalt, is niet erg groot,’ zegt hij. Daarom tracht hij ten minste 9 van de 27 Europese parlementen achter zich te krijgen.

Als hij eenderde van de parlementen weet te mobiliseren, kan hij een zogeheten gelekaartprocedure starten. Dan is Barnier verplicht zijn plannen te heroverwegen. Als Omtzigt erin slaagt om de helft van de lidstaten achter zijn lobby te krijgen, kan hij Barnier dwingen om zijn plan in te trekken.

Belangrijkste probleem voor Omtzigt: tijdsdruk. Pas als Barnier zijn definitieve voorstel op tafel legt, kan Omtzigt gele kaarten gaan verzamelen. ‘En dan heb ik maar acht weken de tijd om Europa door te reizen en de parlementen te mobiliseren.’ Dat is formeel zo geregeld. Omtzigt – nummer 39 op de lijst van het CDA – hoopt na de verkiezingen met voorkeurstemmen in de Tweede Kamer terug te komen.

Omtzigt heeft Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland, Denemarken en Finland als bondgenoten. Hij hoopt op steun van een paar Centraal-Europese landen. Europarlementariër Ria Oomen (CDA) probeert in het Europees Parlement, waar over het definitieve voorstel wordt gestemd, een tweede horde voor Barnier op te werpen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.