03 november 2018

CDA stelt vragen over Provinciaal Inpassingsplan

Tanja Tuenter stelde namens de CDA-fractie vragen over het Provinciaal Inpassingsplan voor de Weerribben en de Wieden. De antwoorden van het college zijn binnen en luiden als volgt: 

1. Op grond van het stelsel in de Wet ruimtelijke ordening ligt het primaat van het ruimtelijk beleid bij de gemeenteraad. In hoeverre doet het PIP hieraan afbraak?

Antwoord: Op grond van de Wro kan de gemeente een provincie verzoeken de bevoegdheid voor het maken van een bestemmingsplan over te nemen. Van deze mogelijkheid heeft de gemeente Steenwijkerland gebruik gemaakt. Wij verwijzen u naar bijgaande brief die op 6 december 2017 aan de raad is verzonden. In deze brief informeren we de gemeenteraad over het ProvinciaalInpassingsplan.

2. Waarom is gekozen voor een PIP nu het plangebied geheel binnen de gemeente Steenwijkerland is gelegen?

Antwoord: De volgende argumenten waren voor het verzoek aan de provincie van belang (zie ook de brief van 6 december 2017):- Alle besluitvorming in één hand is voor de omgeving duidelijker;- De provincie is bereid de eventuele planschade te vergoeden, voor zover die betrekking heeft op de N2000-maatregelen, en maakt bij een inpassingsplan ook zelf de afweging; De gemeentelijke beleidsvrijheid is bij het nemen van de natuurmaatregelen zeer beperkt, het komt in feite neer op het uitvoering geven van besluiten van andere overheden;- De provincie is voor de realisatie van maatregelen gehouden aan wettelijke termijnen en zou een zeer korte termijn kunnen verbinden aan de vaststelling van het bestemmingsplan;- Andere gemeenten geven ook grotendeels voorkeur aan het inpassingsplan.

3. Op welke wijze is uw college betrokken bij het opstellen van de inrichtingsplannen en het PIP?

Antwoord: De gemeente is ambtelijk en bestuurlijk betrokken bij het opstellen van deinrichtingsplannen en het PIP. De gemeente neemt deel aan diverse ambtelijke werkgroepen en is lid van de bestuurlijke adviesgroep.

4. Wordt de ter inzagelegging van het PIP actief gecommuniceerd met belanghebbenden en inwoners in het gebied?

Antwoord: De terinzagelegging van het PIP is actief gecommuniceerd met belanghebbenden en inwoners van het gebied. De belanghebbenden zijn per brief benaderd en worden uitgenodigd voor een inloopspreekuur. Inwoners en andere betrokkenen zijn geïnformeerd via de pers en publicatiepagina’s in het huis-aan-huisblad van de gemeente. Er staat informatie op onze website.

5. Kan het college garanderen dat een bestemmingswijziging alleen op vrijwillige basis plaatsvindt indien er geen sprake is van eigen grond van de terrein beherende instantie?

Antwoord: De verantwoordelijkheid voor de bestemmingswijziging ligt bij de provincie. De provincie probeert in eerste instantie, en zo lang mogelijk, op vrijwillige basis de maatregelen te realiseren. Als dat niet lukt heeft de provincie de mogelijkheid een onteigeningsprocedure in te zetten. De provincie is gehouden aan het uitvoeren van de doelen voor de eerste periode (2023).

6. In hoeverre worden (agrarische) grondgebruikers financieel gecompenseerd voor de afname van gebruiksmogelijkheden (bv scheuren van graslanden) op grond van het aanlegstelsel bij de voorschriften?

Antwoord: De provincie kent een schadeloosstelling voor effecten die een gevolg zijn van de Natura2000 maatregelen die onder verantwoordelijkheid van de provincie worden gerealiseerd. Het scheurverbod is echter landelijk opgelegd. De provinciale heeft hier geen schadepot voor.

7. Is uw college bereid het belang van de leefbaarheid in het gebied nadrukkelijk onder de aandacht van de provincie te brengen door middel van het indienen van een schriftelijke inspraakreactie op het PIP en deze ter kennisname te brengen aan de raad?

Antwoord: We hebben bij de totstandkoming van het PIP kritisch en constructief adviezen uitgebracht in werk- en adviesgroepen. We hebben in dit voortraject geen aanleiding gezien om een zienswijze in te dienen. In de inspraakperiode zijn al wel vraagstukken mbt leefbaarheid naar voren gebracht, zoals bijvoorbeeld door Plaatselijk Belang Ossenzijl over de rondweg. We zullen deze vraagstukken in ieder geval betrekken bij de verdere planvorming in werk- en adviesgroepen. Daarnaast kunnen nieuwe inzichten leiden tot een nadere overweging over het wel of niet indienen van een schriftelijke reactie.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.