Interpellatiedebat en motie van wantrouwen
Gisteravond werd op verzoek van de vier oppositiepartijen CDA Steenwijkerland, CPB Steenwijkerland, GroenLinks Steenwijkerland en D66 Steenwijkerland een interpellatiedebat aangevraagd. Een middel dat niet vaak toegepast wordt. Namens de CDA fractie voerde Steven Boersma het woord. We vroegen hem na afloop van het debat om een reactie.
Waarom vroegen jullie een interpellatiedebat aan?
Na de raadsvergadering over de huisvesting van de sociale dienst, kwamen er bij ons, maar ook bij de andere oppositiepartijen, vermoedens dat er informatie achtergehouden was. We wilden weten of dit al dan niet bewust gebeurd is.
Een interpellatiedebat is best een zwaar middel, waarom kozen jullie niet voor bijvoorbeeld schriftelijke of mondelinge vragen?
Het is inderdaad een zwaar middel, maar het achterhouden van informatie is ook niet iets kleins. Door een interpellatiedebat kun je zowel met raadsleden onderling, als ook met de wethouder, de discussie aangaan. Wanneer er onduidelijkheden zijn, kun je ter plekke om extra duidelijkheid vragen. Ook krijg je zo een goed beeld hoe ook de andere partijen, in dit geval met name de coalitiepartijen er in staan.
Was er inderdaad informatie achtergehouden?
Ja, wethouder Bijl van BGL heeft toegegeven dat er informatie voor de raadsvergadering bekend was, die niet naar de raad gestuurd is. Dat ging om de vraagprijs van het pand waar de IGSD nu in zit. Dit pand kostte volgens de wethouder tijdens de raadsvergadering nog 3 miljoen euro, terwijl ze op dat
moment al wist dat de vraagprijs al gedaald was naar 2,5 miljoen euro. Het verzoek om de vraagprijs van het pand kwam voort uit een door de raad breed aangenomen amendement van de VVD in januari.
Was dat het enige wat er niet goed was gegaan?
Nee, dat was niet het enige. Er was ook nog een vraag over het al dan niet inzichtelijk zijn van een taxatierapport voor raadsleden. Voor de raadsvergadering was Gidion Hoorn van de CPB bij de griffie geweest om dit rapport in te zien, maar er werd aangegeven dat er geen rapport in te zien was, terwijl de wethouder in de politieke markt had aangegeven dat er wel een rapport zou zijn. Na de raadsvergadering was ons raadslid Gerrit Vinke er ook nog geweest en die kreeg ook te horen dat er geen rapport te zien was. Maar twee dagen na zijn bezoek, bleek er ineens wel een rapport te zijn en dat rapport had een datum van 20 februari.
Hoe reageerde de wethouder hierop?
De wethouder hield eerst voet bij stuk en zei dat het rapport inzichtelijk was geweest voor raadsleden. Echter, na de verklaring van zowel Gidion Hoorn, als Gerrit Vinke, moest ook zij toegeven dat het niet in te zien was geweest voor raadsleden en dat ze dat ook al wel gehoord had. Toch een opvallende draai.
Het debat mondde, na een lange schorsing, uit in een motie van wantrouwen, waarom?
Op basis van de antwoorden van de wethouder hadden wij geen vertrouwen meer dat de wethouder dit dossier tot een goed einde gaat brengen. De wethouder heeft, of het nou bewust is of niet, informatie achtergehouden die van essentieel belang is geweest in de discussie. Dat vinden wij onacceptabel. Een politieke doodzonde. En daar past wat ons betreft dan ook maar een conclusie bij. Een motie van wantrouwen. Dat we zelfs steun kregen van Wim Stapel van de VVD, een coalitiepartij, gaf wel aan dat dit ook binnen de coalitie duidelijk is geworden dat hier zaken echt niet goed zijn gegaan.
Hoe gaat het nu verder?
Er was geen meerderheid voor de motie, dus de wethouder mag verder. Maar er is wel een duidelijk signaal afgegeven, dit moet niet nog een keer gebeuren. Daar zullen we als CDA ook scherp op blijven. Uiteindelijk is het gemeenschapsgeld wat we uitgeven, dat willen we wel op een volledige en verantwoorde manier doen.