Bewoner weet best wat wijk nodig heeft en geef wijkverenigingen een duidelijke taak
In het debat van maandag 16 september besprak de gemeenteraad de beleidsnota Zwolse Wijkverenigingen. Raadslid Nicolet Hoorn voerde hier namens het CDA het woord en benadrukte nog maar eens het belang van stichtingen en verenigingen. Ook stelden we vragen over nog onduidelijk beleid en hoe we ervoor zorgen dat alle inwoners zich gehoord kunnen voelen. Naar aanleiding van onze vragen heeft de wethouder toegezegd dat er een eerste rondetafelgesprek kan komen met de wijkverenigingen voordat de raad een besluit neemt over het voorstel.
Nederland is één grote vereniging waar we samen verantwoordelijk zijn voor onze wijk, dorp en elkaar. Dit is 1 van de kernuitgangspunten van het CDA. Corporaties, stichtingen en verenigingen zijn het kloppend hart van onze democratie; het zijn mini-democratieën waar leden het laatste woord hebben en bestuurders dienstbaar zijn uit verantwoordelijkheid. Toch zien we het aantal vrijwilligers de laatste jaren afnemen en één van de redenen daarvoor is dat er enorm veel regeldruk op hen afkomt. Vanuit dit gezichtspunt is het CDA blij met het voornemen van het college om besturen van wijkverenigingen te gaan ondersteunen bij hun taken. Het is goed dat het aanvragen van subsidies vereenvoudigd wordt, dat er 1 centraal punt komt waar je subsidies kunt aanvragen en dat de gemeente daar ondersteuning bij aanbiedt. Maar de vraag is of het wenselijk is dat daar gelijk veel nieuwe taken aan worden toegevoegd.
Als CDA hebben wij vragen over wat vandaag voorligt; een wat onduidelijk 2 sporenbeleid.
Ten eerste het beleid om Zwolse Wijkverenigingen beter in positie te brengen en ten tweede een onderzoek om de bewonersinvloed op de besteding van wijkbudgetten te vergroten middels een platform Bewonersinitiatieven. Het is ons onduidelijk hoe die 2 zich ten opzichte van elkaar verhouden. Want met het nieuwe beleid zet de gemeente in op, ik citeer “het sterker positioneren van de wijkvereniging als aanspreekpunt voor bewoners met een initiatief in de wijk borgen van de positie van wijkverenigingen voor nu en in de toekomst” En aan de andere kan wordt de besteding van wijkbudgetten middels een platform onderzocht. CDA wil van de wethouder weten of deze kan aangeven hoe deze twee sporen, en hoe de wijkvereniging en het platform zich ten opzichte van elkaar verhouden.
Vanuit het beginsel dat men in de wijk het beste weet wat in de wijk nodig is, lijkt het een goede zaak om de wijk zelf te laten kiezen welke initiatieven men uitgevoerd wil zien en welke niet. Toch vraagt het CDA zich bij het voorliggende stuk af hoe de transparantie van alle mogelijkheden voor alle wijkinwoners geborgd is. Hoe zorgen we ervoor dat ook de mening van de ongeorganiseerde en van minder mondige inwoners voldoende meeweegt in de keuzes die wijkvereniging maken? Kan de wethouder daar iets over zeggen?
Regie hebben over hoe de subsidiebedragen in een wijk besteed worden kan de creativiteit in een wijk enorm bevorderen. 1 +1 kan 3 zijn als mensen zelf de handen uit de mouwen steken. Ook slimme keuzes, het leggen van verbanden tussen verschillende projecten kan daarbij helpen. Transparantie van de verschillende belangen die bij deze projecten spelen kan daarbij onderbelicht blijven. Net als het belang van het overall-beleid van de gemeente. Kan de wethouder aangeven hoe deze transparantie en het overall-beleid geborgd kan worden/ participeert in de wijkplannen?
Tenslotte bereiken ons berichten dat niet alle organisaties in de wijken blij zijn met de voorgestelde opzet van 1 wijkvereniging per wijk die namens allen keuzes kan maken. De communicatie over de nieuwe opzet lijkt zich te beperken tot de wijkverenigingen en de participatieraad. Het is goed dat inwoners meer betrokken worden bij de initiatieven in hun wijk, het is goed dat de gemeenteorganisaties ondersteunt bij de uitvoering van hun taken, maar overall leeft bij het CDA het idee dat op dit moment onduidelijk is wat er precies van de wijkverenigingen gevraagd gaat worden, hoe de belangen van verschillende partijen geborgd gaan worden en of de kleur van de verschillende deelwijken voldoende tot zijn recht komt als er gewerkt gaat worden met slechts 1 wijkvereniging per wijk.