Uitbreidingslocatie: Ruimte voor ca. 10.000 extra woningen in groene leefomgeving
Raadsdebat 13 mei aanvulling bouwstenen Omgevingsvisie
Vanavond bespreken wij in de raad de oogst van de bouwstenen die opgehaald zijn in het kader van de aanvulling van de omgevingsvisie. En dat is een rijke oogst. Complimenten voor de gedegen werkwijze. Al voelde het wat overweldigend bij het lezen. In de verstedelijkingsstrategie hebben we met de regio afgesproken dat we tot 2024 15.000 tot 20.000 woningen gaan bouwen. We hebben voldoende plancapaciteit voor de 10.000 woningen die we tot 2030 willen bouwen, uitgaande van een onzekerheidsmarge van 130% die we tot op heden hanteren.
Voor de opgave van 5000 tot 15000 woningen die we tussen 2030 en 2040 moeten bouwen is er volgens de stukken onvoldoende plancapaciteit en zijn er geen bijbehorende locaties. Landelijke ontwikkelingen laten zien dat de onzekerheidsmarge van te realiseren nieuwbouwplannen toeneemt. Als CDA volgen wij daarom graag het advies van de “duiding bouwsteen wonen” om na 2030 een onzekerheidsmarge te hanteren van 200% op binnenstedelijke locaties en 150% op buiten stedelijke locaties. Dat betekent dat er fors meer plannen moeten komen.
In het overzicht van de opbrengsten van deze bouwsteen wordt in vet gedrukt gewaarschuwd dat er een mismatch dreigt tussen vraag (groen-stedelijk) en aanbod (centrumstedelijk) (pag 3). Huishoudens zijn op zoek naar extra ruimte, zowel binnen als buiten de woning. Met nadruk wordt ook gewezen op het belang om de kwantitatieve groeiambitie met de kwalitatieve woonvraag uit het onderzoek mee te nemen in scenarioplanning. Het verwondert mijn fractie dat deze waarschuwingen niet terugkomen in de duiding van de bouwsteen wonen. De CDA-fractie ziet deze graag als kader toegevoegd en zet voor de periode na 2030 in op een verhouding 50% urbaan en 50% suburbaan.
Zelfs als we naast de Ceintuurbaarzone alle mogelijke verdichtingsmogelijkheden van scenario B zouden uitvoeren is er dan wel voldoende plancapaciteit om aan onze toekomsNge huisvestingsvraag te voldoen? Voor de CDA-fractie is het gros van deze plannen ook niet acceptabel. Nog verder verdichten, extra sportveldjes inruilen voor woningbouw, hoogwaardig binnenstedelijk groen inruilen voor verdere verstening, het doet voor mijn fractie afbreuk aan de randvoorwaarden die we aan verdichting hebben gesteld. (pag 1 duiding stadsscan). (Versterken en benutten groen/blauwe kwaliteiten, verdichting als impuls voor sterke en leefbare wijken). We moeten onder ogen zien dat we niet om een scenario van een uitbreidingslocatie van ca 10.000 woningen heen kunnen. Mijn fractie zal hiervoor een motie in dienen. Het is een mogelijkheid om laag bio divers groen te transformeren naar een hoogwaardige groene bio diverse leefomgeving. Dit zou gecombineerd kunnen worden met een extra treinstation en zo een vliegwiel voor de mobiliteitstransitie kunnen zijn (randvoorwaarde verdichten 2).
Dan kom ik bij mijn 2e punt, mobiliteit. Hoewel in Nederland meer en meer het STOMP principe wordt gehanteerd blijkt uit onderzoeken dat het autobezit tot 2050 niet af zal nemen. Door krappe parkeernormen te hanteren creëren we de burenruzies van de toekomst en er zijn straten en wijken in Zwolle waar we dat nu al zien gebeuren. Nu hoe‘ voor het CDA de auto niet standaard voor het huis te staan, maar zouden voldoende parkeermogelijkheden in de omgeving van de woning de leeYaarheid van de wijken niet juist ten goede komen? De CDA-fractie neigt er toe deze vraag posiNef te beantwoorden. Hoe kijkt de wethouder hier tegen aan?
Binnen onze fractie leven ook zorgen over de Ceintuurbaan. Door het afwaarderen van de singelzone komt er meer verkeersdruk op deze rondweg, die door de noodzakelijke bereikbaarheid van het ziekenhuis en de aansluiNng van de N35 op de A28 toch al zwaar belast is. Ziet de wethouder mogelijkheden om een extra rondweg aan de noordzijde van Zwolle als extra scenario mee te nemen, zoals ook VNO NCW vraagt?
Met betrekking tot de regionale economische ontwikkeling ziet het CDA regionaal een stevige ruimtevraag. Om de dagelijkse congestie in de ochtend naar en in de middag van de gemeente Zwolle niet nog groter te laten worden, wil het CDA oproepen om zoveel mogelijk van deze ruimtevraag te laten landen in gemeenten waar die woon-werkbalans omgekeerd is.
Tenslotte de infrastructuur voor energie en water.
Het aanbouwen van onze afhankelijkheid van fossiele energiebronnen en het minder stabiele weer heeft gevolgen voor ons dagelijks leven. Netcongestie, onvoldoende rioleringscapaciteit en onvoldoende waterbuffering, hittestress; het zijn allemaal problemen waar we de komende jaren meer en meer mee te maken zullen krijgen. Zwolle heeft in het coalitieakkoord de ambitie uitgesproken om al in 2040 aardgasvrij te zijn. Dit vraagt om een nieuwe infrastructuur. Als CDA ondersteunen het principe van zoveel als mogelijk lokaal opwekken en lokaal gebruiken, maar zien ook dat we de koppelingen met regionale en nationale netwerken nodig zijn. Zoals de noodzaak dat Zwolle meer Smart Energy Hubs gaat ontwikkelen en dat we aansluiting vinden op een landelijk waterstofnetwerk, allemaal van invloed op de omgeving. We kijken dan ook met belangstelling uit naar de uitwerking van de ambities waarvan er dit jaar in de raadsagenda genoeg van op de planning staan.