Op bezoek bij een sportvisser uit Doesburg
Vrijdag 27 januari was ik op bezoek bij Paul Peters. Paul is lid van Visclub ‘De Liemers’ en Hengelsportvereniging Doesburg.
Als tienjarige in een gezin van 13 ging Paul graag een ‘visje vangen’, zoals hij het noemde. Meestal met een bamboestok aan het water. Nu zit hij in de wedstrijdcommissie van Visclub ‘De Liemers’ en organiseert hij vele wedstrijden. De reden dat ik bij hem aanschuif is dat ik als CDA lijsttrekker benieuwd ben naar het sportvissen en hoe zij de rol van het waterschap Rijn en IJssel zien. Er ging een wereld voor me open.
Een viswedstrijd houdt in dat je vier uur lang vist en ervoor zorgt dat je het meest aantal kilo’s vis vangt. Hierbij is mij wel uitgelegd dat er vele regels zijn. Bijvoorbeeld: maximaal 20 kg in een visnet en juiste afmetingen voor de netten om de vissen enigszins vrijheid te geven. Ook moet je minimaal vijftien meter als vissers uit elkaar zitten en tellen snoekbaars, snoek, paling en meerval niet mee. Deze mogen direct terug in het water. Na afloop is degene die het meeste aantal kilo’s gevangen heeft de winnaar. Ik heb beloofd naar de Koningswedstrijd te komen kijken. Een goede gelegenheid om eens een wedstrijd te kunnen ervaren.
Ik zie tijdens dit gesprek een glunderende Paul met pretlichtjes in de ogen, de sfeer in de visgroep bij zo’n wedstrijd is geweldig. Paul: “We zijn fanatiek en willen het meeste aantal kilo’s winnen. Aan de kopse kant van het water zit je het beste en bij het loten (vooraf aan de wedstrijd wordt er geloot om de plek aan het water, DR) hoop je dat je een goede plek hebt bemachtigd. Daarna is het zaak van het juiste voer en er voor zorgen dat de wind niet van de verkeerde zijde komt.” Verder leer ik dat Zuid- Westen wind het beste is en dat vissen een gevoelige blaas hebben en en luchtdruk voelen.
Ik vraag Paul hoe het water in Doesburg is en hoe hij vindt dat het beheerd wordt. Hij geeft aan dat hij tevreden is. De oevers worden goed bijgehouden door het waterschap en daar zijn ze als vissers blij mee. Wel zien ze een toename aan zwerfafval bij de oevers in de afgelopen jaren, daar schikt hij wel van. Ook is de waterkwaliteit verbeterd, zo kan hij beamen.
Bij de sluis van Doesburg is het een stuk helderder water. Daar kan je alleen vroeg in de ochtend goed een visje vangen, later op de dag trekt de vis er weg. En je ziet dat er minder sop is bij de sluis. Vroeger was de maandag wasdag en dan zag je een enorme hoeveelheid sop (schuimkoppen) liggen, maar dat is echt aanzienlijk minder. Wel is er minder vis geeft hij aan, wellicht door de meervallen die wanneer zij hun bek openen in een keer een vis verorberen. Daarom zie je meer groepen vissen zwemmen die beschermen elkaar, waardoor de meerval minder goed de vissen kan pakken. Als Paul kijkt naar de gevangen vis, ziet hij gezonde vissen. Ik vraag hem of hij vist met een weerhaakje? “Nee hoor. Alleen met gewone haakjes. Wel zo fijn voor de vis!”
Ten slotte leer ik nog wat over visrecht, waar je mag vissen met een lidmaatschap van een hengelsportvereniging of visclub. Ook hebben we het over het zogenaamde ‘looprecht’. Want soms moet je over een perceel van een agrariër en dan spreek je een looproute af en overleg je netjes wie wanneer en hoe je erover heen mag. En wist u dat mensen met tentjes aan de waterkant vaak karpervissers zijn. Een karper bijt niet zo gemakkelijk dus deze vissers zitten soms dagen, vandaar een tentje. Vissen met een tentje mag overigens alleen met een nachtvistoestemming. Ik vraag hem nog naar een verbetering die hij zou willen zien. Daarop antwoordt hij: “De vijverkanten van de Ooivijver, die kunnen wel eens verbeterd worden.” Daar ga ik snel maar eens naar vragen.
Danielle Robbertsen-Boon, lijsttrekker