Minder studenten en meer schulden
1986. Het jaar dat de basisbeurs wordt ingevoerd. Deze beurs zorgt ervoor dat iedereen kan studeren, ongeacht het inkomen van de ouders. Studeren mag niet iets zijn wat alleen voor mensen met hoge inkomens is. Het resultaat: toegankelijk hoger onderwijs en Nederland aan de top met een sterke kenniseconomie.
Achtentwintig jaar later wil minister Jet Bussemaker het stelsel veranderen. Zij kiest er voor om de basisbeurs af te schaffen en te vervangen door een leenstelsel. Maar met de introductie van het leenstelsel wordt het hoger onderwijs minder toegankelijk, wordt de schuldenberg van studenten hoger en worden de middeninkomens keihard getroffen in de portemonnee door lastenverzwaring.
Gevolgen invoering leenstelsel
De invoering van het leenstelsel leidt ertoe dat er tussen de tien- en twintigduizend studenten minder gaan studeren. Veel mbo’ers zullen afhaken en geen vervolgopleiding meer gaan doen. De minister zegt dat zij dit niet erg vindt. Het CDA vindt dit wel erg, niet omdat iedereen een HBO-studie moet volgen, maar omdat iedereen de kans moet hebben dit te doen wanneer hij of zij zich verder wil ontplooien.
Een schuld voor het leven
Wie gaat studeren onder het nieuwe leenstelsel moet accepteren dat hij of zij een flinke schuld gaat opbouwen. Bij een gemiddelde studieduur van vijf jaar zullen uitwonende studenten rekening moeten houden met een schuld van €32.000,-. Dat is dan nog exclusief rente. Voor meerjarige masters zal de totale schuld zelfs oplopen tot boven de €40.000,-. Dit betekent voor deze studenten dat zij een schuld voor het leven hebben.
Een leven lang aflossen?
Minister Bussemaker stelt dat een student die een HBO- of universitaire opleiding heeft afgerond 1,5 tot 2x meer verdient dan lager opgeleiden. Dat geldt wellicht voor een groot deel, maar diezelfde studenten zullen 35 jaar bezig zijn om hun studieschuld af te betalen. Het is bovendien zeer de vraag of zij allemaal zo’n zware lening kunnen dragen. Uit onderzoek van de HBO-monitor blijkt dat bijna 20% van de HBO-studenten na de studie geen baan vindt op afstudeerniveau. Zij hoeven dan hun schuld nog niet terug te betalen, maar dragen hun studieschuld wel als een loden last met zich mee terwijl de rente doortikt. Wanneer die schuld niet betaald kan worden draait de overheid en dus de belastingbetaler ervoor op.
Magere herinvestering
Tegenover een structurele bezuiniging van meer dan €800 miljoen op de basisbeurs, staat een investering in de kwaliteit van het hoger onderwijs van slechts €620 miljoen. De Raad van State heeft al vraagtekens geplaatst bij die herinvestering. Zij vraagt zich af in hoeverre de herinvesteringen ook echt gaan bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs.
Het is nog niet te laat
2014. Dat is het jaar dat de basisbeurs verdwijnt, als het aan de leenstelselcoalitie ligt. Het jaar waarin VVD, PvdA, D66 en GroenLinks kiezen voor minder studenten en meer schulden. Wanneer we over een aantal jaren het leenstelsel weer terug draaien omdat het zo slecht werkt, hoe zullen we dan terug kijken op de generatie die te maken heeft gehad met dit systeem? Zullen we dan met schaamte moeten constateren dat een generatie jongeren zich diep in de schulden heeft gestoken om te kunnen studeren? Dat een andere groep jongeren om financiële motieven heeft afgezien van een studie? Dat jongeren zijn uitgeweken naar het buitenland, omdat studeren daar goedkoper is? Dat onze kenniseconomie alleen maar verzwakt is, in plaats van versterkt? Wat het CDA betreft laten we het niet zover komen. We kunnen het tij nu nog keren. Laten we studeren belonen, niet beboeten!