‘Het CDA wil de kinderen die nu nog op de islamitische school het Cornelius Haga in Amsterdam zitten beschermen tegen antidemocratisch, jihadistisch gedachtegoed. Geen kind mag blootgesteld worden aan schoolbestuurders of onderwijspersoneel die zich keren tegen onze democratische rechtsstaat. Of je nu op een openbare, christelijke, islamitische of algemeen bijzondere school zit, je wordt toegerust op deelname aan onze open, democratische samenleving. Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs, maar dit grondrecht mag nooit gebruikt worden om de rechtsstaat te ondermijnen.’ Zo vatte onderwijswoordvoerder Michel Rog het CDA-standpunt kernachtig samen, in zijn inbreng in het debat over deze school.

Aanwijzingsbevoegdheid
Op dit moment heeft de minister in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs geen aanwijzingsbevoegdheid als een bestuurder zich maatschappelijk onverantwoord of antidemocratisch gedraagt. (Een aanwijzing is een opdracht om binnen een gestelde redelijke termijn een bepaalde gedragslijn te volgen, gericht op het beëindigen of ongedaan maken van een overtreding). Het CDA vindt dat een gemis, net als het ontbreken van de mogelijkheid om een bestuurder te schorsen. Daarom diende Rog samen met een aantal andere partijen een motie in, waarin het kabinet wordt verzocht zo snel mogelijk te zorgen dat de minister wel deze bevoegdheden krijgt.

Aanpassing Bibob-wetgeving en Gemeentewet
Op dit moment lijkt het onmogelijk om met de bestaande wetgeving het Cornelius Haga Lyceum te sluiten. Om toch onmiddellijk op te kunnen treden als de nationale veiligheid of de democratische rechtsorde in gevaar is, verzocht Rog via een tweede motie de regering om te onderzoeken of de Bibob-wetgeving en/of de Gemeentewet kunnen worden aangepast. Zodat ook onderwijsinstellingen, waarover informatie voorhanden is dat de nationale veiligheid wordt bedreigd dan wel de democratische rechtsorde, kunnen worden gesloten.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.