Er zijn grote verschillen tussen scholen in het percentage vmbo'ers dat doorstroomt naar het havo. CDA woordvoerder Michel Rog tijdens het Vragenuurtje een verklaring hiervoor aan minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs).

Rog: “De NOS heeft bericht dat op de ene helft van de vmbo-scholen de helft van de vmbo'ers doorstroomt naar het havo en op de andere helft helemaal niemand. Mijn vraag is wat hier nou de reden voor is. Kunnen deze verschillen ook worden verklaard uit risicomijdend gedrag? Gaat het om scholen die het niet aandurven een leerling door te laten stromen uit angst dat hierdoor de resultaten van de school naar beneden worden gehaald?”

Het CDA vindt dat leerlingen in gelijke gevallen dezelfde kans zouden moeten krijgen op doorstroom naar een hoger niveau. Rog: “Maar wie bepaalt of een leerling kans heeft of niet? En hoe staat het met de afspraken van de sector zelf? Er was een toeleidingscode; leerlingen met gemiddeld een 6,9 zouden altijd mogen doorstromen. Hoeveel scholen wijken af van deze code?”

84% van de scholen houdt zich aan de doorstroomcode, gaf minister Slob aan. Leerlingen met een gemiddeld examencijfer van 6,8 of hoger mogen op basis van hun vmbo-diploma naar havo 4. Scholen die toch aanvullende eisen stellen, worden daarop aangesproken. Slob is bezig met het vastleggen van het doorstroomrecht in de wet.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.