In het kabinet
Op 10 januari stond het nieuwe kabinet op het bordes. We wisten dat een grote klus op ons wachtte. Alleen de eerste en de laatste dag van het ministerschap zijn leuk, zei Wiegel. Daartussen is het vooral keihard werken. In het coalitieakkoord zit heel veel uit ons programma. Daar zijn we elke dag mee bezig. Karien heeft de opdracht om de arbeidsmarkt eerlijker te maken. Hanke bewaakt en versterkt onze democratie. Hugo zet volkshuisvesting weer op de kaart. Vivianne maakt ons land, de economie en mobiliteit duurzamer en Marnix zet al zijn kennis in om het belastingstelsel te verbeteren. Toch is de wereld van vandaag een andere dan op de dag van ons aantreden. De coronapiek lag net achter ons toen de oorlog in Oekraïne uitbrak. Het leert ons eens te meer dat vrede, veiligheid en democratie nooit vanzelfsprekend zijn. Onze waarden staan op het spel en de gevolgen gaan we allemaal merken. Maar ook onze eigen samenleving staat onder hoogspanning. De scheidslijnen van de globalisering lopen dwars door onze samenleving. De ongelijkheid neemt toe en parallel daaraan de onvrede en korte lontjes. Het kabinet voelt de grote opdracht om te leveren en zo bij te dragen aan het herstel van vertrouwen. Aanwijzen wat fout gaat, kan iedereen. Het gaat erom dat we oplossingen bieden voor de grote vraagstukken van deze tijd. Alleen zo kunnen we de eenheid en de saamhorigheid van ons land behouden en de grote uitdagingen van deze tijd aan. Samen!
In ons land
Als ik met de auto door het land rijd, raakt het me als ik in de weilanden de Nederlandse vlag ondersteboven zie hangen. Het is een teken van protest van boeren. Dat doet me veel. Ik begrijp hun zorgen. Iedere boer is verknocht aan zijn bedrijf, zijn of haar grond en dieren. Boer zijn is geen beroep maar een manier van leven. Het stikstofvraagstuk staat voor een groter probleem in onze samenleving, waarin het steeds moeilijker is om je in een ander te verplaatsen. De stikstofopgave is geen kaartje met doelstellingen. Het gaat om de vraag hoe we met de boeren en de mensen op het platteland een transitie kunnen maken die bijdraagt aan het herstel van kwetsbare natuur en een perspectief biedt op een gezonde toekomst voor onze landbouw. Als we zo’n grote opgave vragen van onze boeren, moeten we naast hen staan. Dat is hier niet goed gegaan. Dat moet anders. Daarom ben ik blij dat we met het agronetwerk, onze bestuurders in de provincie en met onze Kamerleden zelf een plan gaan maken hoe het wel kan. We hebben als partij de mensen, de denkkracht en de ideeën. Oplossingen liggen altijd in het midden en beginnen met het gesprek, om elkaar te begrijpen en een stap vooruit te zetten. Samen!
In de wereld
Op 10 mei liep ik door de lege en verwoeste straten van Irpin. Ik kan me niet herinneren dat ik eerder zo zeer de akeligheid van de oorlog heb gevoeld. Vrouwen en kinderen waren gevlucht, de mannen waren daar om de stad te verdedigen. De oorlog in de Oekraïne is een keerpunt in de
wereldgeschiedenis. Lange tijd geloofden we dat de liberale democratie het einddoel was. Deze oorlog toont het tegendeel. Het is een strijd tussen
democratie en autocratie; tussen recht en macht. In de straten van Irpin voel je je als mens nietig tussen de schade van het brute oorlogsgeweld.
Maar het motiveert me om als minister van Buitenlandse Zaken, namens ons land een bescheiden bijdrage te leveren aan een betere wereld. Piet de Jong zei dat een politicus geen grotere taak heeft dan bij te dragen aan vrede en recht. Dat geldt in onze samenleving, maar nog meer in de wereld van nu. De afloop van de oorlog is ongewis, maar het verloop heeft al veel ondenkbare zaken in beweging gebracht. Het bracht de Europese Unie dichter tot elkaar met het kandidaat-lidmaatschap voor Oekraïne als resultaat. Finland en Zweden treden toe tot de NAVO en met andere landen brengt ook ons land de Defensie uitgaven richting de NAVO-norm van 2%. Nu moeten we ons voorbereiden op ernstige economische
gevolgen en een maximale inzet plegen om onze energievoorraden voor de winter op peil te brengen.
De oorlog vraagt ook internationaal om samenwerking. In Europa, in de NAVO en met andere landen die onze waarden delen. Na Rusland dreigen nieuwe conflicten. De geopolitieke verhoudingen zijn grondig en definitief veranderd. Daar moeten we ons als Nederland met onze bondgenoten op voorbereiden. Samen!
‛Samen is voor mij het nieuwe CDA-woord. Minder ik, meer wij’
In de partij
Dit korte overzicht laat zien dat deze tijd vraagt om ons CDA-verhaal van empathie, wederkerigheid en verantwoordelijkheid. Om een sterke samenleving waar mensen zich thuis voelen, erkend en gezien. Waar we omzien naar elkaar en zorgen voor elkaar. Wij zijn de ‘partij van allemaal’, zei iemand op de Dag van de Christendemocratie. Ik ben het daarmee eens. Een partij van stad en platteland, jong en oud. Omdat Nederland van ons allemaal is en we het aan elkaar verplicht zijn om daar het beste van te maken. Samen is voor mij het nieuwe CDA-woord. Minder ik,
meer wij. Het is ons antwoord op de onvrede en het wantrouwen. Met die boodschap gaan we aan de slag. Op weg naar de PS- en waterschaps-
verkiezingen van 2023.