CDA-Kamerlid Henri Bontenbal (40): ‘Sluit die kolencentrales niet, maar doe er iets anders mee’

CDA-Kamerlid Henri Bontenbal (40): ‘Sluit die kolencentrales niet, maar doe er iets anders mee’

Kamerlid Henri Bontenbal probeert met een genuanceerd en soms technisch verhaal klimaatbeleid te maken. Maar zit de kiezer daar wel op te wachten, getuige de grote overwinning van BBB?
Henri Bontenbal (40) wijst naar de verkiezingsposter met Ruud Lubbers die aan de muur in zijn werkkamer hangt: “De man die mij elke dag zo vriendelijk aankijkt, had het ooit over ‘zijn karwei afmaken’. Hij is óók altijd met duurzame ontwikkelingen bezig geweest. In dat spoor zit ik graag met het CDA. Al is het misschien een wat grote ambitie: dat je dat karwei kunt afmaken.”

Dat zou bovendien op maakbaarheidsdenken duiden, iets waar het CDA-Kamerlid zich zo van afkeert. In plaats van grote plannen voor te spiegelen, moet een volksvertegenwoordiger zich volgens hem op de inhoud richten, binnen het mogelijke, en met de overheid, de samenleving en het bedrijfsleven tot het beste beleid komen.

Dat probeert de CDA’er, met een plan voor de resterende vier kolencentrales. Die moeten uiterlijk in 2030 sluiten, maar het kabinet moet volgens Bontenbal nú met plannen komen om ze om te bouwen, of de ruimte waar zij staan te gebruiken zodat ze bijdragen aan de energietransitie. Door er gascentrales op waterstof van te maken, door biomassa te stoken en de vrijkomende CO2 ondergronds op te slaan of door de locaties te gebruiken voor kleine, mobiele kerncentrales. Daarvoor sprak Bontenbal de afgelopen maanden met de exploitanten van de centrales en met onafhankelijke experts.

Waarom houdt een Kamerlid zich zo gedetailleerd bezig met de toekomst van deze centrales?
“Er is al een tijdje een gevecht gaande tussen het Rijk en de eigenaren van die kolencentrales. Beide hebben zich juridisch ingegraven. De kolencentrales zijn in hoger beroep gegaan om een schadevergoeding te krijgen, omdat de overheid de centrales wil sluiten. Dat is allemaal belastinggeld. Als dat alleen naar compensatie zou gaan, dan krijgt het Rijk er niets voor terug. Daarom heb ik minister Rob Jetten (klimaat en energie) al meermaals gevraagd in actie te komen.

“Ik snap wat de overheid doet, maar ik snap die exploitanten ook. Die worden hoorndol van steeds wisselend beleid. Dan moeten ze dicht, en dan roept weer iemand dat ze open moeten. Dan kun je als bedrijf niet investeren. Het gevolg is een heel onvruchtbare patstelling.

“De politiek is veel te veel bezig met de korte termijn. Denk na wat er straks nodig is. We zijn er heel goed in om onze oude schoenen weg te gooien zonder dat we nieuwe hebben klaarstaan. Die fout maakten we toen we ons afhankelijk maakten van Russisch gas, die maakten we rond Groningen en zo zijn er meer voorbeelden.

“Ik zal eerlijk zijn, ook de oproep van GroenLinks in Trouw om alle kolencentrales in 2025 dicht te gooien heeft mij getriggerd. Bij zo’n plan springen bij mij alle seinen op rood: hoe dan?! Heb je ook nagedacht welke rol die centrales of hun aansluitingen kunnen hebben in de toekomstige energievoorziening? Het punt is dat als je harder wilt verduurzamen, je meer elektriciteit nodig hebt. Omdat de industrie op duurzame elektriciteit gaat lopen, of op waterstof die ook met elektriciteit wordt opgewekt. Netbeheerder Tennet waarschuwt nu al voor problemen met de leveringszekerheid. Dat doen ze netjes en afstandelijk, met technische termen. Maar ze hijsen duidelijk de waarschuwingsvlag: als je voor het meest ambitieuze klimaatdoel gaat: 55 procent CO2-reductie in 2030, dan dreigt op sommige momenten stroomuitval.”

U vindt dat Jetten tot nu toe tekort schiet?
“Op dit punt wel. Zijn eigen ministerie schrijft dat er een plan moet komen voor de toekomst van de locaties van de kolencentrales. Ook met het argument dat de infrastructuur daar al ligt. Dus het Rijk zélf geeft allemaal hints, maar kopt die bal vervolgens niet in. Daarom kom ik ermee. Ik hoop dat het de minister inspireert en hem helpt.

U had het over te vroeg je oude schoenen weggooien. Is het verbod op het stoken van kolen per 2030 dan achteraf misschien niet zo handig geweest?
“Ik sta er nog steeds achter. Maar je kunt niet zeggen: we stoppen met kolen en dan zijn we klaar. Daarna heb je stappen a, b, c en d nodig.

“Als het Rijk dat niet doet, dan gaan die bedrijven zelf plannen maken. Wat voor hun op die plek het meest interessante is. En dat is niet per se energieopwekking. Dan moet de overheid elders elektriciteitsproductie gaan plannen. Terwijl in het coalitieakkoord is afgesproken dat er ondergrondse CO2-opslag komt. Dat moet vlakbij die centrales gebeuren. Als je geen gebruik maakt van de huidige locaties, dan wordt het duurder, en dan kom je op plekken waar geen vergunningen of elektriciteitskabels zijn. Dan wordt 2030 vrijwel onhaalbaar.”

Willen sommige eigenaren van kolencentrales niet vooral een uitkoopsom hebben van de overheid?
“Ik heb ze allemaal gesproken en ik denk dat ze er iets anders inzitten. Daarom moet Jetten ook uit zijn juridische loopgraaf komen en met hen praten. Niet op ambtelijk niveau, maar op topniveau.

“Ook de exploitanten zijn boos. Maar ik denk: het zijn allemaal volwassen mensen, en ik merk dat ze allemaal de energietransitie willen realiseren. Het Rijk wil de publieke belangen borgen: verduurzaming, leveringszekerheid. Die bedrijven willen een toekomst en niet in een soort sterfhuisconstructie terecht komen. Het zou onnodig zijn als ze er niet samen zouden uitkomen.”

Een paar centrales wilt u ombouwen naar gascentrales. Gas zal de komende jaren vermoedelijk vooral vloeibaar LNG zijn, wat uit landen komt als Qatar. Heeft de oorlog in Oekraïne niet geleerd dat je met sommige regimes niet moet samenwerken?
“Ja, LNG komt uit Qatar, en het is ook nog vervuilender dan gas uit Groningen. Maar je moet uitzoomen. Stroom uit gas is iets schoner dan uit kolen. En wij exporteren veel elektriciteit. Als wij hier geen gas gebruiken, dan betekent dat dat buurlanden soms voor nog vervuilendere elektriciteitsproductie gaan kiezen. En gascentrales gaan straks op waterstof draaien.

“In de politiek beloven we heel veel en stellen we constant doelen. Maar we zijn in Nederland niet goed in de uitvoering. Er is hier in Den Haag de rare gedachte dat als je een doel stelt, de werkelijkheid zich vanzelf in die richting beweegt zonder dat je er iets voor hoeft te doen. Bijvoorbeeld door te roepen dat je kolencentrales wilt uitschakelen in 2025, maar vervolgens niet te bedenken welke stappen nodig zijn om de leveringszekerheid te borgen.”

U vond het plan van GroenLinks over de kolencentrales onrealistisch.
“Ja, dat is even lekker een kop in de krant. Voor je achterban is het lekker dat je een ferm standpunt hebt ingenomen net voor de verkiezingen. Maar je kunt het niet waarmaken en het is ook niet goed doordacht. Heb je de samenleving dan mooier gemaakt en heb je de energietransitie geholpen? Ik denk het niet.

“Het is ook een beetje cynisch. We hebben net een energiecrisis achter de rug, waarin we besloten het plafond voor kolenstook te schrappen, vanwege de hoge gasprijzen. En dan zeg je een paar maanden later: het kan toch weer wel! Dat is jojobeleid, geen robuust klimaatbeleid wat je dertig jaar kunt volhouden.

“Bovendien creëer je teleurstelling, want een overheid kan de dingen waartoe zij oproepen niet waarmaken. Dan komt er een soort cyclus van wantrouwen: je stelt een doel waarvan je in je achterhoofd weet dat het niet kan. Experts zeggen dat ook. Maar je roept het toch en vervolgens ga je zeggen: de overheid wil niet. Je bent dan wantrouwen aan het zaaien en dat vind ik giftig. Dat gif krijg je er op een gegeven moment niet meer uit. Je kunt het op de korte termijn doen, maar op de lange termijn komt het als een boemerang terug naar de politiek.”

Over doelen gesproken: is 55 procent, of 60 procent CO2-reductie in 2030 heilig voor het CDA?
“In het coalitieakkoord staat dat we extra veel doen richting 60 procent om die 55 procent te halen. Dat is het doel. Minimaal 55 procent.”

Is 55 procent heilig?
“Een robuuste energietransitie die iedereen kan meemaken en ons commitment aan het Parijsakkoord gestand doet, is voor mij ontzettend belangrijk. Ik vind het stoere taal om allemaal dingen heilig te verklaren. Laten we gewoon gaan bouwen jongens, er is zoveel te doen. Sinds ik in de Kamer begonnen ben heb ik zeven actieplannen geschreven. Die gaan nooit over doelen. Wel over groen gas uit mestvergisting, elektriciteitsnetten en waterstof. Zo wil ik politiek bedrijven, de rest vind ik afleiding.”

Ik vraag het omdat het CDA in het stikstofdossier het 2030-doel ter discussie stelde.
“Ik stel de 55 procent niet ter discussie. Maar ik zou willen dat mijn politieke vrienden die zo druk zijn met doelen, zich bezig gaan houden met uitvoerbaarheid. Ondertussen zegt men dat het CDA achter de wagen is gespannen als het om klimaatbeleid gaat. Mijn concrete plannen zijn deels opgevolgd door Jetten. Dus ga me niet vertellen dat het CDA achterloopt. Ik strijd constant tegen dat imago. Ik vind dat wij het meest leveren als het om duurzaamheid gaat. Heel veel van de plannen uit onze klimaatvisie zijn in het coalitieakkoord terecht gekomen.”

Voelt u voldoende steun in uw partij? Na de verkiezingen klonk onder CDA’ers het geluid dat de kiezer tegen het stikstofbeleid had gestemd en dat het misschien ook een tandje minder kon met het klimaat.
“Dat geluid kan je altijd vinden in onze partij. Maar ik praat in heel veel zaaltjes over de energietransitie. Daar heb ik allemaal prachtige gesprekken en voel ik heel veel steun voor mijn verhaal.”

Ook hier in Den Haag?
“Ja, ik heb hier altijd alle ruimte gekregen. Als fractie schrijven we allerlei visies; over klimaat, stikstof, landbouw, het gezin. En die worden breed gesteund.”

Heeft u al veel nagedacht over het grote verkiezingsverlies? BBB scoorde met een verhaal tegen het stikstof- en milieubeleid, wat veel raakvlakken heeft met uw portefeuille.
“Ik heb de afgelopen dagen veel zitten malen, met allerlei mensen gesproken. Wat heeft de kiezer gezegd? Ik denk dat er nog veel draagvlak is voor klimaatbeleid. Maar dat het fout gaat in de uitvoering. De coalitie wil bij de verduurzaming vooral inzetten op de mensen met de laagste inkomens. Die moeten als eerste gaan merken dat de verduurzaming er voor hen is. Als mensen straks van hun woningcorporatie dubbel glas, een geïsoleerde spouwmuur en een hybride warmtepomp krijgen, gaan zij tientallen procenten minder gas verbruiken. Zonder dat de huur omhoog gaat.”

Dus de verkiezingen kwamen te vroeg voor het CDA en uw genuanceerde verhaal?
“Misschien wel. Maar ik blijf er wel consequent mee doorgaan. Ik denk dat mensen willen dat we aan de slag gaan, en niet allerlei principediscussies voeren. Ik zie waardering van de kiezer voor politici die zich niet gek laten maken door oneliners.”

In de Eerste Kamer worden BBB en de aanstaande fusiefractie van PvdA en GroenLinks de grootste partijen. BBB zegt dat er geen stikstofprobleem is en trekt wetenschappelijke kennis in twijfel. U verwijt de linkse partijen klimaatpopulisme. Zit de kiezer wel te wachten op uw genuanceerde verhaal?
“Hebben PvdA en GroenLinks de verkiezingen echt gewonnen? Ja, zij bleven even groot en de andere middenpartijen verloren meer. Maar als het kabinet zo onder druk staat en je wint niet, dan weet ik niet of je tevreden kunt zijn.

“Er wordt veel gezegd over een kloof. Ik denk dat er vooral een kloof is tussen technocratisch Den Haag dat plannen, megatonnen, procenten en doelen over de samenleving uitstrooit en de dingen waar de samenleving elke dag mee bezig is. Mensen willen gedegen, rustige politiek. Geen geschreeuw. Praat over iets waar je verstand van hebt, presenteer plannen waar je over nagedacht hebt.”

U vliegt klimaatbeleid heel technisch aan. En u werkt veel samen met de VVD en ChristenUnie. Ligt technocratie dan niet op de loer? Hoe ziet de kiezer het verschil tussen die coalitiepartijen?
“Ja, daar kan spanning ontstaan. Maar dat hoeft niet. Mijn verhalen zijn breder dan alleen energie en klimaat. Het gaat ook over welke rol je toekent aan de markt, en aan de overheid. Daar zit een verschil met die partijen. Ik hoop dat ons klimaatverhaal laat zien dat wij rentmeesterschap heel serieus nemen.

“Tegelijkertijd is samenwerken hartstikke goed. Met de VVD, CU of andere partijen. Dat is ook de schoonheid van de Nederlandse politiek.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.