Aandacht voor boeren
Afgelopen 19 september ben ik weer aangetreden als lid van de Provinciale Staten. Vanaf de verkiezingen in april 2015 ben ik echter als commissielid bezig gebleven met het werk voor onze mooie Provincie Utrecht. Volgens mij is de komende tijd van groot belang keihard te werken aan de leefbaarheid van de kernen en de positie van de agrarische bedrijven in ons buitengebied.
We realiseren ons lang niet altijd dat de boeren het landschap door de eeuwen heen hebben gevormd tot het mooie gebied wat het nu is. Ook wordt door de boeren, naast hun werk voor hun bedrijf, veel onderhoud aan dat landschap gepleegd. Soms via door de Provincie ingestelde subsidieregelingen, maar vaak ook gewoon als onderhoud van het erf en de landerijen. Ons landelijk gebied zou er heel anders uitzien als zij dat niet meer zouden doen.
Als we dat zo willen houden, moet het voor jongeren wel aantrekkelijk blijven om de familiebedrijven voort te zetten. Dat is met de huidige opbrengstprijzen een groot probleem. Ook bedrijfsvergroting is lang niet altijd een begaanbare weg. Er zullen andere mogelijkheden moeten komen. Te denken valt aan verbreding van de bedrijven met bijvoorbeeld een recreatie- of een zorgtak op het bedrijf. Ook kan gedacht worden aan afzet in de eigen omgeving of overschakelen naar biologische werkwijze. Dit overschakelen is een moeizaam traject waarbij al twee jaar biologisch gewerkt moet worden voordat de hogere prijzen kunnen worden ontvangen. De opbrengsten van een hectare landbouwgrond is zonder kunstmest wel 30 tot 40 procent lager, dus tijdens de twee jaar overschakelen kunnen betreffende bedrijven wel een steuntje in de rug gebruiken. Mogelijk is hierbij voor de Provincie een taak weggelegd. Al een aantal keer is geprobeerd hiervoor mogelijkheden te zoeken, maar het zou mooi zijn de komende periode hierin concrete stappen te zetten.
Met vriendelijke groet,
Teus van Oosterom