04 maart 2020

Afscheid Ardin Mourik als Statenlid

Tijdens de Statenvergadering van woensdag 4 maart 2020 heeft Ardin Mourik afscheid genomen als Statenlid. Bekijk hier zijn afscheidsspeech of lees de tekst hieronder.

Alleen gesproken woord geldt

Meneer de voorzitter, lieve collega’s,

Toen ik zo’n vier jaar geleden woordvoerder mobiliteit werd namens de CDAfractie vroeg ik aan mijn voorganger: ‘Vertel eens even wat zo’n beetje de CDAvisie op mobiliteit is…?’ Hij keek me een beetje raar aan en zei toen half grappend: ‘Nou je kijkt gewoon wat de VVD doet en daar sluit je zo’n beetje bij aan en dan met extra aandacht voor de regio’. Dit zeg ik niet om mijn voorganger te diskwalificeren, noch het CDA, want op hoofdlijnen kon ik dit advies best wel aardig volgen. Toch vond ik het mijn taak om iets van een eigen visie te ontwikkelen. En dat was helemaal nog niet zo makkelijk. Het CDA is op dit soort onderwerpen toch wat pragmatisch ingesteld, voor elk wat wils zeg maar. Gaandeweg ben ik een paar thema’s op het spoor gekomen die ik verder wilde brengen: bereikbaar OV ook in de buitengebieden, veilige fietsroutes langs provinciale wegen en meer aandacht voor verkeersveiligheid. En…het CDA staat niet voor alleen asfalt, louter de fiets of puur OV, maar ik denk wel dat het tijd was en is om als CDA meer kleur te bekennen en bijvoorbeeld nadrukkelijker in te zetten op modern, flexibel en vraaggericht OV-aanbod.

Binnen de soms strakke kaders van het vorige coalitieprogramma en bijvoorbeeld het knellende kader van de OV-concessie was het niet makkelijk om daar flink op te scoren, maar ik heb het toch hier en daar geprobeerd. Vaak op de achtergrond in overleg met lokale afdelingen van het CDA en met vertegenwoordigers van gemeenten en zo nu en dan wat meer in de spotlights. Ik ben er dan ook trots op dat het gelukt is, om samen met de nieuwe coalitiepartners die punten verder te brengen en nu ook om te kunnen zetten in concreet beleid met de benodigde financiën. En ik ben ervan overtuigd dat mijn opvolgers binnen de CDA-fractie daar iets moois van gaan maken. Zich hard blijven maken voor veilige fietsroutes voor onze schoolkinderen, veilig en goed OV ook in de oude en nieuwe uithoeken van onze provincie en ga zo maar door.

Ik noemde net al even dat ‘werken op de achtergrond’. Eigenlijk is nu juist dat wat me zo goed beviel aan het Statenlidmaatschap. Als Statenlid mag je natuurlijk scoren voor je partij en soms even shinen in de media, maar ik vind het zelf de charme dat er ook een veel ‘rustiger’ en meer bestuurlijk deel zit aan ons werk. Althans, zo heb ik het opgevat en ik ben ervan overtuigd dat daar dus ook de kracht zit van het middenbestuur. Soms vond ik dat we dat hier een beetje vergaten en deden we wat mij betreft teveel mee in de hijgerige politiek van alledag en wilden we scoren ten koste van de inhoud en soms wellicht ten koste van de organisatie en mensen. Laten we daar geen gewoonte van maken. Juist dat voor buitenstaanders misschien wat saaie, maar volgens mij dus het constructieve bestuurlijke karakter van de Provincie is juist zo krachtig. Daar komen verbindingen tot stand met gemeenten, het Rijk en allerlei publieke en private organisaties. Die rol, naast de kerntaken van de Provincie, moeten we wat mij betreft niet onderschatten en kon wel eens aan belang toenemen als we kijken naar grote dossiers zoals de aanpak van het klimaat, energie, woningbouw en ook mobiliteit.

Ik vond het een voorrecht dat ik hierin mocht participeren en een kleine bijdrage mocht leveren. Dat kon dankzij het vertrouwen van mijn partij, de geweldige fractie en de kiezer. En natuurlijk met behulp van de goede ambtelijke ondersteuning alhier. Daar ben ik dankbaar voor. Dank voor alle zichtbare en onzichtbare steun en inzet die ons werk als Statenlid mogelijk maakt.

Dat alles ga ik dus missen. Ik was niet aan deze statenperiode begonnen om er nu al mee te stoppen, dat lijkt me evident. En toch kan er ineens een helder moment komen, waarop je weet wat je te doen staat. Dat moment voltrok zich bij mij eind vorig jaar, toen ik voelde dat ik moest kiezen voor het thuisfront, voor mijn lieve kinderen. Daar ligt mijn eerste roeping en als het erop aan komt mijn enige!

Dit afscheid hier valt samen met verdriet en teleurstelling in mijn persoonlijke leven. Ergens voel ik me ook een verliezer. En verliezen doen we liever niet. En daarom sta ik hier ook met gemengde gevoelens. Wat mij geraakt heeft in de periode rond mijn besluit, is het liedje van Claudia de Breij uit haar Oudejaarsconference. Ik heb er al een paar keer over gepreekt…(nog zo’n hobby van me…) Ze moest eens weten ☺. Dat liedje heet: ‘Proost op de verliezers…’ Echt prachtig en een aanrader om terug te luisteren.

Verliezen maakt je ziel zacht, en je hart groot’ zingt ze. En dat hoop ik voor mezelf en voor ieder van ons die met verlies of teleurstelling te maken kreeg of krijgt. Zo bezien is alles waar ik nu doorheen ga, inclusief dit moment hier, misschien wel gewoon een nieuw begin. Om het met de slotwoorden van De Breij te zeggen: ‘wij hebben wel verloren, maar wij zijn het niet!

Lieve mensen,
Heb het goed,
Adieu

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.