Willem
01 juli 2019

CDA stelt schriftelijke vragen over mestfraude

De berichten gepubliceerd door NRC op donderdag 27 juni 2019 “OM: internationale criminele organisatie fraudeerde met mest” en eerder op 15 mei 2019 “Geen maïsafval maar verfslib en xtc-resten in de mest” zijn voor de CDA-Statenfractie in de provincie Utrecht aanleiding voor het stellen van een flink aantal vragen aan Gedeputeerde Staten.

Zij wil niet alleen weten wat er nu eigenlijk aan de hand is, maar vraagt ook naar de mogelijke gevolgen voor mens en dier. Zijn de afvalstoffen ook via de lucht verspreid? En wat zijn de mogelijke effecten op de bodem en het oppervlaktewater en daarmee voor de volksgezondheid van inwoners van de provincie Utrecht. Waarbij ook helderheid wordt gevraagd over de omvang van het gebied waar de mest, afkomstig van de firma Van de Groep, mogelijk is gebruikt.

De belangrijkste vraag is wat voor impact dit heeft op de huidige vergunning. Is het mogelijk om bij een veroordeling de vergunning in te trekken en is er een verband tussen het lopende BiBOB-onderzoek en de lopende verdenking. Allemaal vragen die nu direct door de CDA-fractie aan GS zijn gesteld.

U vindt de gestelde vragen hieronder:  

1. In het artikel “Geen maîsafval...” wordt gesproken over het feit dat aan het rapport “Co-vergisting: duurzame energie of afvallozing?” ook door provincies is meegewerkt. Behoort de provincie Utrecht hier ook toe? 

2. Zo ja, waarom is deze informatie niet gedeeld met PS? En bent u in dat geval bereid dit rapport alsnog met PS te delen? 

3. In het artikel “OM, internationale criminele organisatie fraudeerde met mest” wordt gemeld dat onder meer de firma Van de Groep uit Bunschoten wordt verdacht van het illegaal verwerken van dierlijke en industriële resten tot meststoffen. Wat betekent dit voor de lopende vergunning? 

4. In hetzelfde artikel wordt ook gemeld dat het bedrijf Biopetrol, dat biodiesel en farmaceutische glycerine produceert, illegaal afvalstoffen aan de firma Van de Groep zou hebben geleverd. Welke afvalstoffen betreft dit? En wat betekent deze werkwijze voor de lopende vergunning?

5. Is de RUD op de hoogte van deze werkwijze?

6. Welke actie wordt door de RUD genomen?

7. Kan GS aangeven welke gevolgen dit voor de volksgezondheid van de inwoners van Bunschoten kan hebben? Is het aannemelijk dat deze afvalstoffen ook via de lucht zijn verspreid? Kan GS ons informeren of de GGD inmiddels is geconsulteerd? En zo ja, wat het advies is van de GGD? En zo nee, waarom dit nog niet is gebeurd.  

8. Er zou o.a. geleverd zijn aan nabije veehouders. Is bij de provincie Utrecht, dan wel bij de RUD bekend welke veehouders dit betreft? Is er zicht op waar de vervuilde mest is uitgereden, wanneer en hoe vaak dit is gebeurd?  

9. Is bekend of hierdoor giftige stoffen in de bodem en het oppervlaktewater terecht zijn gekomen? Welke giftige stoffen dit betreft? En of heeft dit gevolgen voor de volksgezondheid in de provincie Utrecht? 

10. Het CDA heeft begrepen dat er een zogenaamd BIBOB-onderzoek plaats vindt naar VDG. Is er mogelijk samenhang tussen het uitvoeren van dit onderzoek en de hier bovengenoemde materie? 

11. Kan bij een veroordeling van VDG  de vergunning worden ingetrokken?  

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.