Kader Regionale programmering wonen en werken
De Staten werden gevraagd een oordeel te geven over het Kader Regionale programmering Wonen en Werken. Dit is de uitwerking van hoe de provincie in de toekomst de gestelde doelen denkt te verwezenlijken op het terrein van woningbouw en bedrijventerreinen.
Deze werkwijze is noodzakelijk geworden om de, misschien ooit inwerking tredende, Omgevingswet te verwerken in de provinciale regelgeving. Deze wet kent een andere werkwijze dan we tot nog toe gewend waren.
Het CDA is zeer te spreken over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan wat het “subsidiariteitsprincipe” wordt genoemd.
Nog los van de vraag of, hoe en wanneer de nieuwe wet ingevoerd gaat worden stemt het CDA in met de voorgestelde werkwijze. Niet top-down maar bottom-up.
Aandacht hebben we gevraagd voor een drietal zaken die in de dagelijkse praktijk van dit kader ongetwijfeld aan de orde zullen komen.
1. Meer huizen betekent meer inwoners, betekent meer vraag naar werkplekken en betekent meer mobiliteit. Alleen een integrale benadering van deze problematiek kan bijdragen aan de oplossing van mogelijke knelpunten.
2. Hoe zorgt de provincie voor een volwaardige behandeling en deelname van kleinere gemeenten aan de regionale processen. Anders gezegd: kan de provincie waarborgen inbouwen dat kleinere gemeenten niet ten ondergaan aan het geweld van grotere gemeenten als het gaat om bijvoorbeeld toewijzing van bedrijventerrein.
3. Op welke wijze wordt met de Staten vormgegeven aan het zogenaamde iteratieve proces. Met gemeenten/regio’s wordt jaarlijks gekeken naar de ontwikkeling/invulling/uitwerking van de omgevingsvisie hoe gaan we dat in de Staten doen?
Het kader Regionale programmering wonen en werken is essentieel voor het realiseren van de gestelde doelen. Aangezien we niet kunnen voorspellen hoe dit zal gaan werken ondersteunt het CDA de ingezette lijn om dit geleidelijk en onder jaarlijkse bijstelling te doen.
Naast deze bescherming van het evenwicht tussen de gemeenten wil het CDA graag nog benadrukken dat de werking van het kader staat of valt met een cultuurwijziging in de provinciale organisatie. Van: nee, tenzij naar ja, mits.